Archief | Islam RSS feed for this section

ISLAM, SCHAKEN EN DAMMEN

29 jul

Een bekend fenomeen van begrijpelijke hypocrisie: een groot aantal moslims heeft altijd met graagte schaak gespeeld, ook al beschouwden hun imams – de bewakers van het Ware Geloof – het als een religieus genomen dubieus spel. Tenslotte verbiedt de islam elke representatie; juist een van de voornaamste charmes van het schaakspel is, dat de stukken op het bord leuke strijdpaarden voorstellen, indrukwekkende torens en waarachtige Koningen en Koninginnen – ja, zelfs echte consiglieri.

.

.

Ook heeft elk van die stukken een eigen voorgeschreven, soms zelfs ingenieuze zetbeweging. Vergeleken hiermee, zijn de twintig geheel platte schijven die een damspeler gebruikt vervelend en bot – ze zijn allemaal hetzelfde en elke schijf kan maar één zelfde zet doen. De enige opwinding bestaat uit het verdubbelen van een schijf tot een dam, die dan opeens lange halen mag maken. Als kijkspel blijft het stomvervelend.

.

.

Deze abstracte kwaliteit van het damspel moet de puristische imams nu juist hebben bevallen terwijl, curieus genoeg, de gelovige moslims het schaken bleven prefereren; het was ook niet dammen, maar dit schaakspel dat ze met hun oorlogen in raptempo naar Noord-Afrika en zuidwest Europa exporteerden. Vandaar veroverde het spel, ditmaal zonder enige hulp van legers, de rest van de wereld – eenvoudig vanwege haar verleidelijke, onuitsprekelijke schoonheid en perfectie.

Vergeleken met die vervelende vlakke damschijven – uiteraard, met uitzondering van de acht, eveneens saai uitziende pionnen van de schaakspeler, die allemaal dezelfde zetten mogen doen en die ook op elkaar lijken, maar die wel degelijk enkele getrukeerde extra zetten tot hun beschikking hebben, zoals de en passant – is voor een Krijger van de Geest elk van die andere schaakstukken een opwindende onderdaan om mee te spelen; hun verschijning is die van deelnemers aan een echte veldslag. Wel moet deze Geestelijke Krijgsheer voldoende moed hebben om een vorst en een vorstin te bevelen… In het schaakspel zijn Koningin en Koning onderdanen, dit in tegenstelling tot de prachtige woordspeling, gemaakt in de film Ridicule, in antwoord op de uitdaging om, nota bene aanwezigheid van de vorst zelve een woordspeling over hem te maken. De uitgedaagde antwoordt puntscherp: Le Roi n’est pas un sujet. Ter zijde moet worden opgemerkt dat van beide spellen – ondanks een wijdverbreid vooroordeel – het dammen dankzij de abstracter kwaliteit de moeilijkste denksport is.

Ooit schreef ik een klein essay, getiteld Gotta Serve…, daartoe geïnspireerd door Dylan’s song Gotta serve somebody. Wat had ik een pesthekel aan die zanger, toen ik hem al krijsend voor het eerst dat lied hoorde zingen! Mijn muzikale held – in de goot beland, tenslotte gevallen voor en in het Geloof! Dit is wat ik toen niettemin schreef:

“Na een lange tijd – zeker een aanwijzing voor mijn domheid – ben ik nu pas in staat om de filosofische, zo niet existentiële waarheid van Dylan’s Gotta serve somebody te waarderen – of het nu gaat om het dienen van de duivel, van god of van willekeurig wat. Hoewel ik al veel eerder tot het filosofische inzicht was gekomen dat solipsisme geen optie is – de dubieuze notie dat we intrinsiek op onszelf zijn toegewezen, eenzaam en  alleen; hoewel ik al veel vroeger Hegel’s Phenomenologie des Geistes bestudeerde, met zijn fraaie dialectische analyse van de wederzijds afhankelijkheid van Heer en Knecht; en hoewel ik dat beetje logica bestudeerde waarin de oneindige regressie van meta-niveaus wordt verklaard, waarbij elke set van tegenstellige beweringen steeds opnieuw een hoger meta-niveau vooronderstelt, het criterium voor hun gemeenschappelijkheid  – hoe kon ik dan zo lang de simpele waarheid van Dylan’s song hebben gemist?-

“Toen ik na afloop van een bijzondere happening de hand van de mij persoonlijk volstrekt onbekende, wereldberoemde damkampioen Ton Sijbrands simpelweg moest schudden – toen, ter plekke, had ik het licht moeten zien: You gotta serve somebody… Of je moet iets dienen – niet onnadenkend als een slaaf, maar vol bewondering voor iemand of iets in wie we het radicaal andere ontwaren, in wie we een hogere orde herkennen. Zo heeft een dichter zijn lyrische helden die hij niet imiteert, maar wiens voorbeeld hij probeert na te volgen. Jaren heeft het me gekost, om dit te begrijpen…-

“Zo eenvoudig zit het: Ook al ben ik een slechte schaakspeler, zonder dat spel zou ik niet kunnen leven. Schaken is mijn Opperwezen in wiens aanwezigheid ik met ontzag een buiging maak. Zoals ieder ander heb ik het nodig om iemand of iets te bewonderen, iets dat ik als maatstaf kan laten gelden voor zaken die ik voor elkaar wil krijgen of voor iets dat ik me waardig kan tonen. Het schaakspel – van een sublieme schoonheid, van een totale perfectie!-

“Het blijft echter een sober en droevig feit dat zwakkere, soms zelfs Nobelprijs winnende geesten deze vitale existentiële behoefte aan iets dat hen transcendeert maar al te gemakkelijk een religieuze draai geven, en vervolgens gaan geloven in Bovennatuurlijke Entiteiten die ze gaan vereren, wat hen zich dan doet haasten om toch maar snel de hemelpoort te bereiken, uit angst dat deze voortijdig wordt gesloten… De religieuze renegaat kenmerkt zich vaak door een bedenkelijk en beschamend soort overdreven nederigheid.-

“Het ontzag dat ik heb voor problemisten, die er keer op keer in slagen om een schaakpuzzel te componeren die ik, meestal na zwaar tobben, weet op te lossen, soms ook niet! Steeds opnieuw composities, die ik nooit van z’n leven zelf had kunnen verzinnen. Er zijn momenten waarop ik, in het diepe, eenzame duister van de Nacht der Slapelozen, zo’n probleem heb weten op te lossen, om dan te applaudisseren voor de afwezige Meester die er niet alleen in is geslaagd om iets van groot vernuft te creëren, maar tevens van een onzegbare schoonheid. Ik prijs hem luide.”

Dankzij het feit dat de Islam een krijgerreligie was en is, veroverde het schaakspel in een ongelofelijk hoog tempo Noord-Afrika en Europa. Benieuwd ben ik echter, wat er van onze wereld geworden zou zijn, indien na die voorspoedige, flits vlugge verovering van de wereld, moslims zouden hebben besloten om hun oorlogstalent te beperken tot het schaakbord, daarmee het schaken verheffend tot Die Ene die men dient, in plaats van te buigen voor hun oorlogszuchtige god en profeet. In mijn exemplaar van The World of Chess, lees ik dat ‘gedurende bijna vier honderd jaar het schaken door de Islam werd overheerst’. Zouden de moslims er daarentegen voor hebben gekozen om door dat schaakspel te worden gedomineerd, dan hadden ze wellicht hermeneutiek leren praktiseren om daarmee de premissen van hun geloof te bevragen en ter discussie te kunnen stellen. Ze zouden dan op het schaakbord hun tegenstanders een pak slaag kunnen geven, in plaats van ongelovigen te blijven onthoofden.

.

Sierksma, 3.7/2022 La Roche

ISLAM EN CALVINISME: TWIJFEL

7 mei

Zelfs een nietsontziende theoloog als Calvijn, de Profeet van het Puritanisme, staat nog de mens twijfel toe. Sterker nog: Calvinisme straft de gelovige met een wrede, radicale onzekerheid. Iemand, overtuigd van ’s mensen predestinatie, is nooit zeker van de eigen uitverkorenheid… Hij moet het doen met tekens die hij als zodanig interpreteert – als mogelijke signalen uit den hoge; vooral pecuniair en maatschappelijk succes gelden voor de Calvinist als een seintje van de persoonlijke Genade Gods. Calvinisme reduceert de mens tot een volstrekt eenzaam individu, die het met zijn persoonlijke God als onduidelijke gesprekspartner moet stellen.

Er bestaat echter een portret van Calvijn, die daarmee tenminste iets menselijks krijgt – iets twijfelachtigs.

.

.

Van Mohammed, de profeet van de Islam, bestaat geen afbeelding. Je vindt wel talloze foto’s en schilderijen met daarop mensen die naar hem zijn vernoemd, bijvoorbeeld deze foto van de wrede Saudi Mohammed Bin Salman – wellicht een teken aan de wand…

.

.

De Islam, even doctrinair als Calvijns leer, kent helemaal geen twijfel en maakt van elke islamiet een uitverkorene. Tegelijk reproduceert deze religie ook nog eens de ethische paradox van Calvijn, nu echter in het kwadraat: Alles wat je doet en alles wat er gebeurt, komt voort uit Gods wil. Je zou dus ongegeneerd een egoïstische hufter kunnen zijn, uitgerust met het Goddelijk stempel van Goedkeuring.

Een prachtfilm als Doubt, met Meryl Streep en Philip Seymour Hoffman in hun schitterende rollen, kon nooit worden gemaakt en kan ook niet worden gedraaid in een land waar de Islam heerst. Zelfs als het gaat om twijfel achteraf, zoals in deze film – om dubieuze twijfel wanneer het al te laat is – gaat het in dit katholieke geval van het Christendom toch nog om twijfel. En twijfel is een groot goed; twijfel produceert tenslotte niet alleen wetenschap maar ook moreel aardige mensen.

Hermeneutiek – de filosofische-religieuze praxis van het onderzoek naar mogelijke betekenissen van woorden en uitspraken – is een even groot goed. Het staat uiteindelijk zelfs twijfel toe aan Gods woord, ook als men in Hem gelooft. Wel lijkt het voor deze atheïst het juiste moment om dit Christendom nu maar eens achter ons te laten. Er is intussen religieus genoeg getwijfeld; er is meer dan voldoende kennis om die de geloofsartikelen uiterst onwaarschijnlijk te maken; er is trouwens ook meer dan genoeg alledaagse misère om over te piekeren.

Helaas is het omgekeerde het geval. Het fanatieke Christendom, merk USA, is intussen verworden tot een even zelfverzekerde vorm van onzinnig en fanatiek geloof als de Islam. Iran en de USA vormen elkanders lachspiegel. Geschiedenisonderwijs lijdt er onder, met als gevolg een verbod op onderwijs in de racistische geschiedenis van Amerika en van onderricht in Darwin en de evolutietheorie. Alles wat de bijbel verbiedt, is voor orthodoxe yanks taboe. Zwangere vrouwen die een abortus nodig hebben, wordt dit ontzegd. Et cetera.

Zo is een nieuwe tijd gekomen waarin degenen die nog graag openlijk twijfelden aan zeg maar alles, deze gerede twijfel voor zich houden om vooral maar niet in een verdomhoekje te worden geplaatst.

.

Sierksma, Montmorillon 4.5/2022

RACISME, PVDA EN MIDDENKLASSE

9 apr

In een ongemeen helder geschreven stuk beargumenteert Wimar Bolhuis, econoom en PvdA-lid, dat zowel de PvdA als de SP ‘een blinde vlek hebben: geen oog voor zorgen over onze manier van samenleven’. [Volkskrant 9.4]

Hij bedoelt hiermee, dat juist de oorspronkelijke ‘sociaaldemocratische basis’ problemen heeft met ongereguleerde immigratie, met taalsegregatie,  met oneerlijke verdeling van beperkte huisvesting over allochtonen en autochtonen en met de zachtmoedige behandeling van uitkeringsfraudeurs en werkweigeraars.

Uit het stuk wordt duidelijk dat Bolhuis deze bezwaren deelt. Hij denkt ook dat dergelijke bezwaren in samenhang de verklaring vormen voor de electorale teloorgang van de PvdA en de SP en voor de afkalvende steun voor het Europese projectie bij die ‘basis’. Mij interesseert vooral de ‘basis van de PvdA’. Deze basis, die wel degelijk solidair is met ‘mensen die pech hebben’ en die ‘sociaalvoelend’ is, voelt volgens Bolhuis de grenzen van hun solidariteit, die misplaatst zou worden gebruikt.

Hij heeft, denk ik, gelijk. Het is ook geen typisch Nederlands probleem. Deze wereld is voorgoed een migratiewereld; de illusie van Neo-Rechts, als zou een land ‘de grenzen kunnen sluiten’, komt neer op het voortdurende in de achteruitkijkspiegel loeren en niet door hebben dat juist daardoor een crash in het verschiet ligt.

In dat verschiet gaat het echter wel degelijk om het vinden van de juiste, de eerlijke en de trefzekere vormen van regulering van die migratie. Arbeidsverdringing, scheve ogen omdat huisvesting niet ‘eerlijk wordt verdeeld’, het plotseling overvallen van hele wijken in bepaalde steden met een disproportionele stroom immigranten – daar moet ‘snel’ wat op gevonden worden. Ik wil niet zeggen dat Orbán aan onze poorten rammelt, maar u weet wat ik bedoel.

Die blinde vlek bij links is trouwens van oudere datum. Zelf werd ik al in de jaren 80 in mijn eigen partij [de toenmalige CPN] voor ‘racist’ uitgemaakt, toen ik spreiding van immigrantenstromen (denk aan de immigratiegolf na de bevrijding van Suriname) over de grote steden bepleitte. ‘Racistisch quoteren’ heette het…

Intussen lezen we verhalen over Waalwijk en Tiel in eigen land, over Boston in Engeland, en over diverse steden in de VS: ze staan model voor een verhaal dat in veel vroegere arbeiderswijken speelt. Toen ik er in discussies met CPNers en PvdAers op wees, dat de enorm snelle ‘verrechtsing’ van mensen in portiekflats begrijpelijk was, omdat de samenstelling van hun buren in drie, vier jaar radicaal van etnische en talige samenstelling was veranderd, kreeg ik dezelfde verwijten.

Ter linkerzijde is het slecht kersen eten wanneer je zo goed mogelijk de feiten en ontwikkelingen op een rijtje wilt zetten. Politieke correctheid is vooral iets van links, en nog sterker van liberaal links, d.w.z. GroenLinks. Het is tegenwoordig lastig om tegen de stormwind van de nieuwe etnisch georiënteerde politieke groeperingen op te argumenteren; zeker wanneer hun kretologie over geschiedenis en vermeend racisme klakkeloos wordt overgenomen door ‘links’. Racisme is onmiddellijk het verwijt. Overigens ter rechterzijde idem: wie met de feiten in de hand kritiek heeft op de nederzettingenpolitiek van de staat Israël, of op het feit dat het daar gaat om een doctrinaire religieuze staat, krijgt vrijwel onmiddellijk het verwijt antisemiet te zijn.

Mijn enige probleem met het stuk van Bolhuis is de terminologie. Hij noemt ‘de middenklasse’ als de ‘basis van de sociaaldemocratie’. Maar ‘middenklasse’ is tegelijk de meest misbruikte en de vaagste term uit het theoretisch pakket van de sociologie. Net als die malle notie van ‘hoger opgeleiden’. Dat soort catch all termen verraadt altijd het onvermogen om de wellicht scherp geregistreerde problemen niet slechts te benoemen, maar ook nog eens te analyseren.

Sierksma 9.4.18

HAAT EN TEGENHAAT

17 mrt

Dit stukje had ik eerst een andere titel willen geven: RECHT, RECHTS EN HAAT. Maar het gaat over hetzelfde thema: Moet je bij elke oprisping, zo niet elke scheet van het type Wilders onmiddellijk naar de rechter stappen? We weten sinds Baudet dat juist Rechts zoiets doet, wanneer het een bijvoorbeeld een oprisping van D66 signatuur wil corrigeren. Aandachttrekkerij.

Ik ken geen enkel geval waarbij Links politiek voordeel verkreeg bij zo’n gang naar de rechter. Merkwaardig genoeg, kreeg Baudet dit voordeel wel met zijn demarche tegen Minister Ollongren. Of merkwaardig? Rechts is het te doen om die provocatie, of die nu via een spot op de TV wordt bewerkt (Wilders nu met zijn kreet ISLAM IS DODELIJK), of via een aanklacht op het politiebureau.

Misschien is dit de juiste reactie: Links moet niet provoceren en Links moet zich niet laten provoceren. Een gang naar de rechter over etnische beledigingen is zich laten provoceren. Het betekent het spel spelen volgens de regels van Rechts.

Laat de leiding van Alternatieve für Deutschland ons de weg wijzen. Na weer een uitspatting in ditmaal de Duitse Tweede Kamer, zegt AfD-Fuehrer Brander, dat de stennis alleen dan wordt getrapt wanneer de media paraat zijn: “We doen het voor onze achterban, je moet het ook een beetje als entertainment zien. We hebben de kijkcijfers van politieke livestreams flink opgekrikt de afgelopen maanden.”

Een beetje komisch is dan de opmerking van een Duitse christendemocraat, die zegt dat hij had gehoopt dat het wat zou minderen en “dat de leercurve van de AfD wat steiler was geweest.” Waarmee hij bedoelt: Laat die AfD toch eens ophouden met van die onhaalbare voorstellen te doen en daarover te willen debatteren. Maar dat zogeheten zinloze debat, daar is het de AfD juist om te doen.

Het gaat kortom om een gebrekkige leercurve van Links. Het devies moet zijn: Niet op reageren, Lena! Doodzwijgen. Je bezighouden met het beargumenteren van het eigen programma en die lawaaischoppers gewoon ‘links’ laten liggen.

Sierksma 17.3.18

FEMINISME RACISME FASCISME

12 mrt

Een ding lijkt me duidelijk: het gebruik van de woorden ‘feminisme,’ ‘racisme’ en ‘fascisme’ is tegenwoordig volstrekt onduidelijk geworden.

Ontsluierend staat er in de Volkskrant boven een interview met ‘Charlie-Hebdo-overlever Zineb El Rhazoui’. Daar hebben we al twee verwarrende suggesties bij elkaar, nog voor we beginnen met lezen. Onmiskenbaar komisch bedoeld is die term ‘ontsluierend’: impliciet verwijzend naar ontluisterend (dan gaat het over de bedreigingen aan het adres van de geïnterviewde); ook naar het onderwerp: de sluier. Maar het gaat maar zijdelings over sluiers en veel meer over de benadering van ‘islamisten’ door ‘feministen’ en ‘linksen’ hier in Europa.

Verder suggereert het woordje ‘overlever’, dat Zineb zelf bij de aanslag op de burelen van Charlie Hebdo in Parijs was. Daar was ze nu net niet – en dus heeft ze geleden onder survivor guilt (ja in het Engels): het gevoel dat je eigenlijk ook neergeschoten had moeten worden. Bon.

Irritant aan het interview is, dat hierin elke terminologische duidelijkheid ontbreekt. Wat fascisme is? Geen idee. Het lijkt een titel voor alles wat Zineb niet zelf als ideaal ziet: Totale vrijheid [sic!] Omdat iemand met ook maar een minimaal logisch-dialectisch inzicht moet beseffen, dat ‘totale vrijheid’ op een innerlijke tegenspraak berust, komen we zo niet veel verder.

Zineb zelf lijkt een exponent van het power feminisme. Daartoe hoort, dat je elke andere vrouw die niet precies vindt wat jij vindt, het verkeerde soort feminisme verwijt. Inzake de sluier beschouwt Zineb dus al die vrouwen die het dragen ervan vergoelijken als ‘collaborateurs van de islamitisch-fascistische ideologie’. Idem de ‘linkse politici die de universele rechten van de mens liever opgeven en paternalistisch opkomen voor de islamisten’.

Verder heet ongeveer alles ‘racisme’, ook al gaat het om culturele of etnische tegenstellingen. Als Fries behoor ik nu blijkbaar tot een ras, ook nog eens tot het ras van de ras-verraders, want met die nationale Friezen heb ik helemaal niets.

Enige sociologische onnozelheid kun je Zineb ook niet ontzeggen. Opgegroeid in Marokko, heeft ze ‘haar leven geriskeerd voor individuele vrijheden’, toen ‘vluchtte ze naar Europa’ en ‘daar treft ze dit aan.’ Met dit bedoelt ze andere Marokkanen, die nogal straf zijn in hun islamitische geloof en op zoek zijn naar de roots zonder die te begrijpen. Maar een beetje kenner van etnische migranten weet dat juist in den vreemde de oude rariteiten van thuis pas echt opbloeien. U gaat maar eens op bezoek bij naar Michigan geëmigreerde gereformeerde Friese boeren…

Zineb gaat verder: het opzoek gaan naar die roots is eigenlijk prima, mits je de juiste roots weet te vinden en niet iets uit het Midden-Oosten aanziet voor iets uit Berberland. Hoe dit advies nu weer moet worden gerijmd met haar eigen pleidooi voor absolute vrijheid en de universele rechten van de mens, blijft in het interview een raadsel. Dit kan liggen aan de slechte kwaliteit van de door Nadia Ezzerolli gestelde vragen; het kan ook liggen aan het warhoofd Zineb.

Maar goed: Ze wil “Europa waarschuwen tegen de gevaren van een groeiende fascistische onderstroming in de islam.” Wij hebben dit inzicht blijkbaar nog niet goed. En met de zo geformuleerde waarschuwingen kunnen burgemeesters van steden als Rotterdam en Amsterdam pas echt uit de voeten. Je ziet hun antifascistische islambeleid al in de Zineb-grondverf staan. Succes ermee.

Sierksma 12.3.18

RAS EN BLOED EN BODEM

9 dec

Het probleem is niet zozeer of je Baudet, Wilders, Holman en Hiddema racisten moet noemen. Ik denk trouwens dat dit een verkeerd gebruik van die term zou zijn. Het zijn in de eerste plaats lieden die als oprechte narcisten op hun eigen tamboer trommelen om gezien en gehoord te worden. Wel is het interessant welk nummer er wordt getoeterd en getrommeld – en bij wie die muziek aanslaat.

 

Uit onderzoek is gebleken dat nogal wat mensen met sympathieën voor Blut und Boden ook sympathie hebben voor Baudet en zijn Forum. De kretologie en de massale hetze van Minder Marokkanen ligt ook vers in het geheugen. En Hiddema’s pleidooi van ‘rasssenvermenging’ als ‘oplossing’ voor Nederlandse Marokkanen om zo snel mogelijk te integreren, hoort in dit rijtje thuis. Steeds speelt in hun discours ook een ridicule trots op zulke gegevenheden als afkomst, taal, ras en wormen en maden een rol.

Ras heeft niets met integratie te maken. Het beroep van Wilders, gisteren nog, op de ‘eigen band met de stad Utrecht waar zijn opa immers werd geboren, is weer zo’n voorbeeld van suggestieve vermenging van etniciteit, ras en culturele verschillen. Komisch trouwens voor een Indo, die zijn afkomst probeert te verdoezelen onder een malle vetkuif en een steeds slechter ogende huid.

Etniciteit en cultuurverschillen kunnen wel met elkaar te maken hebben; hoeft niet. Maar ras en de plek waar je geboren bent opvoeren als een natuurlijk gegeven motor van bepaalde gevoelens slaat nergens op.

Het voortdurend terugkeren van die mix appelleert zonder twijfel aan een sluimerend dan wel expliciet racisme zoals dit de laatste decennia in Nederland is gegroeid. Nederland was een land met weinig racisme en veel etnische diversiteit en ook tegenstellingen. Vergeleken met Engeland bijvoorbeeld was dit opvallend. De plotseling toegenomen immigratie van mensen met andere gewoonten en religies, plus een ander kleurtje, heeft aan het toegenomen racisme bijgedragen.

Dat politici hierop ‘inspelen’ en dit kittelen is het schandaal van deze tijd.

Sierksma 9.12.17

 

JERUZALEM, ISRAEL, ANTISEMITISME

6 dec

Er gaat iemand Netanyahu verslaan, althans volgens de Volkskrant. Dan denk je even: good riddens die patser/boef/havik, weg ermee!

Blijkt de uitdager iemand te zijn die op cruciale punten net zo geschift is als die Netanyahu. Yair Lapid, de uitdager dus, juicht van harte de beslissing van President Trump toe, om de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem te verplaatsen.  Daarmee wordt die stad als De hoofdstad van Israel erkend, wel te verstaan: als ongedeelde hoofdstad.

“Vooropgesteld, Jeruzalem is al 3.000 jaar of langer de hoofdstad van de Joden. Het is belachelijk dat vrijwel de hele wereld dat niet wil inzien.” [VK 6.12.17]

Lees het voorgaande nog eens!

Vooropgesteld: alsof er een feit de revue passeert waarover verder niet meer gediscussieerd kan/mag worden.

Al 3.000 jaar: we mogen als argument voor die eenheidshoofdstad van Yair Lapid rustig teruggaan tot de Joodse diaspora, de verstrooiing van het Joodse volk nadat de Babyloniërs rond 587 v.Chr. het koninkrijk Juda vernietigden.

Belachelijk: Op zijn minst kun je aan het eigen gelijk twijfelen als er nogal wat anderen zijn die je ongelijk geven. Alleen een fanatieke sektariër ziet in het feit dat hij alleen staat tegenover ‘de rest’ een ‘bewijs van zijn gelijk’.

Laat ik mijn licht hierover schijnen aan de hand van een typisch Nederlands, maar daarmee o zo algemeen probleem van alle koloniale grootmachten. De Molukkers.

Doch eerst nog een historisch feitje: Dat Koninkrijk Judea was een samengaan van stammen. Je zou het kunnen vergelijken met Libië van nu: wel tijdens Khadaffi een veelheid van stammen onder een leider, maar zeker geen staat in de moderne zin van het woord.

Direct na de bevrijding van Indonesië van het Nederlandse koloniale juk beloofde de regering de Molukkers die niet naar Nederland wilden hen bij hun terugkeer naar de Molukken te zullen steunen. De, inderdaad, niet steeds even heldere tekst: “De Nederlandse Regering heeft inmiddels de betrokken ex-KNIL militairen doen aanzeggen om een keuze te doen tussen demobilisatie ter plaatse waar zij zich bevinden, dan wel afvoer naar de Zuid-Molukken. Zij koestert de hoop, dat thans op korte termijn verdere voortzetting van de repatriëring mogelijk zal zijn.”

Van die repatriëring kwam het niet, toen niet, nooit niet. De Molukkers kwamen in hun diaspora terecht, zij het in tegenstelling tot de Joden geconcentreerd in Nederland. Daar bleven ze in hun eigen getto’s wonen, nooddorpen vaak bestaande uit oude militaire barakken. Ze weigerden normale woningen te betrekken en koestereden hun eigen afwijkende gewoonten.

Toen de Nederlandse Staat terugkwam op die belofte, eindigde dit in enkele kapingen en gijzelingen door de volgende generatie jonge Molukkers, met doden als gevolg.

De Joden hebben vanuit dit perspectief meer mazzel gehad [NB niet antisemitisch bedoeld; hooguit cynisch-ironisch, en expliciet post-WO II]]. Na de oorlog werd hen per decreet het toenmalige Palestina gegeven, dit voor de oprichting van hun toekomstige Joodse staat. De Molukkers kwamen er bekaaider af.

Wat echter deze Joodse en dus religieuze staat van start af heeft gekenmerkt is de miskenning van die 3.000 jaar geschiedenis. Je kunt weliswaar elke Pesach tegen elkaar zeggen “Volgend jaar in Jeruzalem”, maar het verandert niet de geschiedenis waarin een volstrekt andere bevolking in Palestina is gaan bewonen, inclusief Jeruzalem – het geëmmer over Heilige Steden even daar gelaten.

Zo zullen de Molukkers ook gaan erkennen dat dit de loop van de geschiedenis is geweest, dat hun expliciete collaboratie als oprechte Christenen met de Hollandse bezetters van ‘Nederlands Indië’, ertoe heeft geleid dat ze politiek expats zijn geworden, en wel voorgoed. Wanneer elke bevolkingsgroep rechten gaat ontlenen aan wellicht tienduizend jaar voorgeschiedenis, word de wereld een onoverzichtelijk zootje.

Tot die te accepteren als historische faits accomplis behoort natuurlijk ook de door Yair Lapid gevierde “resolutie van de VN om de Israël te creëren”, al heb ik een probleempje met dit woordje creëren… Alsof het niet de mensenhand van de VN was, maar Jaweh zelve die dit mirakel volbracht. Maar ik ga niet afdingen op de afgelopen 70 jaar geschiedenis.

Jeruzalem echter als ongedeelde Joodse hoofdstad bestempelen is een gotspe van jewelste. En met de verkiezingsstrijd tussen Yair en Benjamin schieten we in dit belangrijke opzicht niets op.

Sierksma 6.12.17

 

VOLK, WIL EN VOLKSWIL

14 mrt

‘Het volk’ is een ongrijpbaar ding.

 

Al in de klassieke tijd van Griekenland werd onderscheid gemaakt tussen demos en ethnos, tussen het hele volk en de haar samenstellende delen die op familiale en afstammingsbanden rustten.

 

Ethnos verwijst naar deelbelangen die ‘er altijd al waren’. Demos impliceert de openheid van een samenleving waartoe degenen die ooit buitenstaanders waren kunnen toetreden

 

Democratie is het systeem dat besluitvorming mogelijk maakt waaraan iedereen binnen een afgebakend geheel van staatsburgers kan deelnemen. Wie staatsburger is hangt niet af van welke afkomst dan ook; mensen kunnen staatsburgers worden. Idealiter stemt iedereen; de meerderheid kun je dan ‘volkswil’ noemen.

 

Zich beroepen op ‘het volk’ – iets wat politici doen als Geert Wilders die zich opwerpt als representant van dit ‘volk’ – krijgt al snel een etnische boventoon. Eerst wordt eigengereid bepaald wie wel of niet tot ‘het volk’ behoren, meestal met een beroep op ‘etnische oorspronkelijkheid’; daarna volgt de stap om zichzelf als representant van dit eigenbenoemde ‘volk’ te verheffen.

 

Elke notie van patriottisme is gebaseerd op uitsluiting. Of dit nu Asschers progressief patriottisme is, Wilders’ anti-islam patriottisme, Rutte’s patriottisme van normale hard werkende mensen of Buma’s christelijk-joods patriottisme.

 

Uitsluiting is de uitgekiende manier om eerst te bepalen wat ‘het volk’ precies is, om daarna te zeggen dat je het representeert.

 

Hierbij kom tegenwoordig de gevaarlijke cocktail van een toenemende complexiteit van de samenleving (en van elk vraagstuk dat zich daarin aandient) en de mediatisering van het politieke debat.

 

Resultante: Een politieke discussie tussen poppetjes – ‘leiders’, would be premiers – gaande over oneliners die oproepen om op politieke poppetjes te stemmen die elk hun eigen ethnos behagen. Elk politieke poppetje appelleert aan een zelfbenoemd ethnos, dat wordt voorgesteld als ‘het volk’.

 

De persoonlijkheidskenmerken en het uiterlijk van de ‘leiders’ krijgen zo het primaat: Iemand wordt verkozen omdat hij zich ‘krachtig’ opstelt, omdat hij lekker bekt en omdat hij er ‘goed c.q. sexy uitziet’. Je maakt andere politici belachelijk. Rutte: “Ja moet kunnen. Dat hoort bij de politiek.” [VK 14.3]

 

Politieke programma’s worden gepresenteerd als oneliners en hebben vaak de ‘structuur’ van een verzameling oneliners. Of zelfs dat niet: Het onsamenhangende A-viertje van de PVV maakt de persoon van haar Führer tot de inzet van de verkiezingen – afgezien van wat hij te vertelen heeft, mits het maar onderbuiken kittelt.

 

Sierksma 14.3.17

 

 

 

 

 

VLUCHTEN KAN NIET MEER

14 feb

De wereld staat op zijn kop door terrorisme, door het zaaigoed van etnische haat en, waarom niet, door toenemende onrust en het lawaai van auto- en vliegverkeer – en mensen slaan op de vlucht.

 

Al Mourabit had een vader die haar een “appartement in Marokko naliet, voor als we ooit niet meer welkom zouden zijn in Nederland.” Vond ze ‘onzin’. “Nu denk ik: verdorie, hij had gelijk, misschien is het op een dag wel nodig.” Dit naar aanleiding van ons Nederlandse tuig Wilders en zijn gebral over ‘Minder, minder minder…’ [VK 14.2]

 

Ene Stanislas de Lassus Saint-Geniès – sorry, maar zo staat die naam in dezelfde VK – emigreerde vanuit Frankrijk naar Russisch Moskou. “Frankrijk verliest zijn geest en identiteit. Op school leer je niet meer om trots te zijn op Frankrijk. […] Het is geen Kerst meer in de Galeries Lafayette. […] Ik voel me veiliger in Moskou dan in Parijs, het leven is hier aangenamer. Rusland zit in de lift, Frankrijk is in verval.”

 

Al Mourabit kun je nog begrijpen, al denk ik dat haar overwogen vlucht een illusie is. De malloot Stanislas staat echter model voor het Trumpisme, Wilderisme en LePennisme: Veilig is een land waar jij veilig denkt te zijn en waar onwelgevallige politici en journalisten door de veiligheidsdiensten worden vergiftigd of neergeschoten. Niet ‘Eigen volk eerst’, kortom. Neen, ‘Ikke eerst!’.

 

Nu vlucht ik jaarlijks voor een maand of zes weg naar de binnenlanden van Frankrijk. Ben de drukte en het lawaai van de steden hier na een half jaar spuugzat. Daar wachten me intussen echter op gehoorsafstand van mijn hermitage boerentractoren met beepers, voorgeschreven door de Europese Gemeenschap – een institutie waar ik ook nog eens vóór ben…

 

Vluchten kan niet meer. Globalisme is niet zozeer een economisch fenomeen, al is het dit natuurlijk vooral ook. Het is de verspreiding van risico’s en van alles wat vies en voos is over héél de globe.

 

Al Mourabit zal ginds aversie tegen haar ondervinden van ‘autochtone’ Marokkanen, omdat ze is ooit is weggetrokken en dus een soort verraadster is. In Marrakech ploft de volgende gordelbom en de geheime diensten van Rusland kunnen soms een puntje zuigen aan die van Marokko.

 

De geschifte edelman Stanislas moet zich terugtrekken in een Moskous reservaat voor de zeer rijke gelovigen en straks met wat goede wil in een gepantserde jeep naar zijn favoriete kerk op en neer rijden. Een dode journalist op zijn stoep aantreffen is zeker niet uitgesloten. En dan loopt hij nog het risico dat Poetin hem in een nachtclub naar de balletjes tast.

 

Vluchten kan niet meer. De wereld is één grote, onaangename plek geworden. Je zult erin moeten proberen te leven, zo goed of zo kwaad als je kunt – vooral ook waar je al bent.

 

Sierksma 14.2.17 – Valentijnsdag – wablief! – Sint Valentijn, die de liefde zwaarder vond wegen dan de wetten van de Keizer.

VOLKSCLOWN WILDERS

18 nov

Ene Delano Felter riep dat homo’s ‘agressief zijn en het land uitgesodemieterd moeten worden’. Vermoedelijk ook nog te stom om te begrijpen dat hij zelfs een beetje grappig is: Sodom/homo, u weet wel.

 

Misschien dat het Openbaar Ministerie daarom wel kon zeggen dat ‘Felter in de media als de dorpsgek van Amsterdam-West wordt afgeschilderd’. Een dorspgek geldt als grappig dan wel irritant.

 

Dan echter de volgende uitspraak van de Volkskrantjournalist Elsbeth Stoker: “En dat kan je van Wilders niet zeggen: hij is gekozen volksvertegenwoordiger in de Tweede Kamer en scoort hoog in de peilingen voor de komende verkiezingen. Juist daarom vindt het OM dat de PPV’er een grotere verantwoordelijkheid heeft.” [VK 18.11.16]

 

Kortom: Je verwacht, met Elsbeth in gedachten, een hogere strafeis tegen die Wilders dan de eis tegen Felters. Mispoes! Felters kreeg 1000 Euro boete opgelegd; de eis tegen Wilders is 500 Euro.

 

Misschien geeft het OM Elsbeth Stoker wel ongelijk. Wilders is geen dorpsgek, het is onze nationale gek, hij is onze volksclown. Dus wel straffen, maar niet te hard doorpakken.

 

Graag wil ik even noteren dat een dorpsgek door dorpelingen wordt getolereerd omdat hij één van hen is. Sociale controle in kleine kring temt hem wel. Een volksclown ontsnapt daaraan en wordt allicht een ongeleid politiek projectiel.

 

Professor Zwart zei het gisteren al: Dat Minder, Minder, Minder…! moet je toch vooral zien als ‘jolijt van een studentenvereniging’.

 

Al eerder schreef ik: We moeten een beetje uitkijken met die herhaalde mededeling dat de volgelingen van Wilders voor een fiks deel ‘hoger opgeleid’ zijn – ‘studenten’ dus. Dan kan je slechts studentenjolijt van ze verwachten plus een Studentenleider die er uitziet als een carnavalsclown.

 

Steeds wanneer Wilders op de buis verschijnt, denk ik: Dat is een clown met een Wildersmasker op en zo’n Wildersvlaflippruik. Blijkt het iedere keer opnieuw Wilders zelf te zijn.

 

Wie van de drie, wie is er de clown: Wilders, Professor Zwart of Elsbeth? Alledrie!

 

Sierksma. 18.11.16