KOOLHAAS ORAKELT

17 dec

Niet bepaalt een kop waarin iets nieuws wordt verkondigt. Koolhaas orakelt altijd, dus ook deze keer.

Dit maal over zijn laatste bijdrage aan de binnenhuisarchitectuur ven Het Stedelijk in Amsterdam. Vroeger moesten we het doen met de scheve fratsen van zijn museum in Rotterdam, door hem zelf opgeluisterd met wat orakeltaal die vervolgens door zogeheten architectuurtheoretici vrolijk wordt nagewauweld.

Altijd weer die poging om met wat nieuwe woorden aan een bouwsel met gebreken cachet te verlenen. Rotterdam: Kunsthal. Amsterdam: Stedelijk Base. Moskou: Garage Museum. Et cetera

Eerst laat ik de interviewer aan het woord, die het gesprek voerde met de man die zich graag als ondoorgrondelijke druïde aan de wereld vertoont – zeg maar als De Ziener, De Wijze, als de man die op hoogte is van The Path:

 

koolhaas

 

De interviewer over de uitstalkast die er door Koolhaas en Ruf van de collectie van het Stedelijk is gemaakt [VK 16/12/17]:

“Wandkleding, affiches, schilderijen, werken op papier, design, sculpturen; alles wordt door elkaar gepresenteerd, maar alles krijgt dezelfde aandacht en eist dezelfde aandacht op.”

Dit is zo’n onzinnige uitspraak dat je verwacht dat de binnenhuisarchitect Koolhaas er vierkant tegenin zal gaan, zeg maar met een gestrekt architectuurbeen. Immers, zodra alles in de omgeving ‘dezelfde aandacht opeist’ wordt het allemaal indifferent, onze blik wordt onverschillig en de druk om willekeurig wat met willekeurig wat anders te vergelijken, te meten of te schatten, maakt een bezoeker hondsmoe.

’s Mensen brein is een Gestalt-brein: We kunnen niet zonder een bepaald iets dat op de voorgrond staat tegen een achtergrond van zeer veel andere zaken. Aandacht is altijd gecentreerd, terwijl de rest van de wereld er even niet toe doet. Alleen tegen een indifferente achtergrond kan iets op de voorgrond spannend zijn.

Wat antwoordt echter onze binnenhuisgoeroe? Dit: Voor hem is alles even ‘spannend’.

“Dat was de bedoeling en ik vind dat heel spannend. Het is deels gelukt door onze opzet, maar een deel is onvoorzien. Dat komt door het materiaal, het staal dat functioneert als de grote gelijkmaker. Het staal introduceert een kleur grijs en een materie die verschillende media en materialen een gedeelde achtergrond geeft.”

Tja, zo klets je je eruit met wat zogeheten kunsttheoretisch gezwam. Niet alleen gaat het om een bewering inzake het effect van door Koolhaas zelf verzonden metalen platen, die kriskras door de ruimte staan en waartegen willekeurige wat is opgehangen. Een bewering zonder argument.

Veel belangrijker is de onnozele opmerking dat een neutrale kleur en een zeker ‘materiaal’ zou werken als ‘achtergrond voor verschillende media’. Alsof het bij de kunstwerken die er tegenaan hangen in de eerste plaats gaat om abstracte ‘media’, in plaats van om individuele werkstukken. [Los van de vraag wat je aanmoet met veel van het hyperabstracte werk in het Stedelijk – een ander vraagstuk].

Zeker is dat Koolhaas voor de zoveelste keer feilloos weet in te spelen op de postmoderne medemens, de buitenlandse en haastige toerist die obligaat het Van Gogh en het Stedelijk Base bezoekt om zo snel mogelijk het parcours af te leggen, de iPhone camera in de hand om de nodige souvenirs voor het thuisfront te snapshotten – vanzelfsprekend direct, nog vanuit het museum verstuurd per Whatsapp.

I Was Here – The Works Were Here. All is as irrelevant as anything else.

Sierksma 17.12.17

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.