HAARLEM – MOOI/LELIJK

25 mrt

Een van de rampen van de hedendaagse oude stad is de verdringing van tuinen en bomen door de toenemende verkeersinfarcten. Tuinen worden gesloopt om er parkings voor ‘de zaak’ van te maken; bomen worden gesloopt of na kappen nooit herplant.

Zo ontstaan te brede straten; ‘te breed’, omdat het ontwerp van de huizen de gedempte gracht ertussen vooronderstelde, terwijl bomen vanzelf spraken toen die oude stad ontstond. Denk aan de Amsterdamse grachten.

In Haarlem doen ze er een schepje bovenop. De Gedempte Oude Gracht is een regelrecht esthetische ramp. Aan de zijkant van de auto- en busgoot staan nog steeds prachtige huizen ‘oud’ te zijn. Toeristen komen er immers om ‘oude hofjes’ te bezoeken, en naar ‘oude’, 17e- en 18e-eeuwse huizen te kijken.

Om toch ‘aan de continuïteit tussen oud en nieuw te refereren’ – god beware me voor de architectenouwehoeren en hun keutelpraatjes! – is er aan de Gedempte Oude Gracht, als een uitloper van een geheel postmodern gereconstrueerd stuk binnenstad – één gebouw aan de gracht geplaatst, waar de honden geen brood van lusten. Kut op Dirk.

 

Postmodern geintje, weetje wel! Dakgoot ‘scheef’, ramen geschift, steensoort als een zwarte rots zonder branding.

Om de toerist, en wellicht zelfs de bewoners, vooral niet te doen vergeten hoe ‘oud’ Haarlem toch wel is, staat er met rood neon aangegeven sinds hoeveel jaar Schous, de ijzerwarenzaak er al niet is. Al vanaf 1854!

 

Maar Schous bestaat hier helemaal niet meer. Er is een restje sleutelzaak; de rest van de vroeger prachtige oude winkel is verhuisd naar de polder. ‘1854’ – alweer een postmodern stukje fake.

En die verlaten vlakte van de Gedempte Oude Gracht wordt er alleen maar meer ode Wüste door.

 

Sierksma 25.3.18

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.