ZONDIG LACHEN

4 dec

Wanneer iemand als Nietzsche over de lach schrijft, dient hij serieus te worden genomen. Deze filosoof had wel degelijk de wijsheid van de clowns, wijze lieden die zichzelf graag tegenspreken en wier lachen haar oorsprong vindt in diep verdriet.

Nietzsche gaat zelfs verder. ”Misschien weet ik wel het beste waarom slechts de mens kan lachen; slechts hij lijdt zó diepgaand, dat hij het lachen wel heeft moeten uitvinden.” Duizenden jaren vol rampspoed, misère en verdriet liggen er achter ons; wat anders konden we doen, dan lachen. Wellicht meer in het bijzonder, indien je aan syfilis lijdt, zoals Nietzsche zelve…

Zo is lachen onze ziekte, zij het een morbide-vrolijke versie. Graag voeg ik aan de observaties van de Meester nog dit toe: Hoewel ook hyena’s lachen, heeft alleen de menselijke lach een betekenis.

Eén ding is, dunkt me, grappig. Terwijl ik nogal wat Britse komieken heb mogen horen en zien en daarbij vaak buikpijn kreeg van het lachen – denk aan John Cleese, acteur in, en script-writer van de film A Fish Called Wanda – lachte ik zelden, of liever gezegd nimmer om een Duitse komiek. Toch heeft de Oer-Duitse filosoof Nietzsche slechts een enkel citaat van de Brit Hobbes nodig (“Laughter is a nasty infirmity of human nature/Lachen is een akelige zwakte der menselijke natuur”), om flitsvlug vast te kunnen stellen dat in Engeland “lachen een slechte reputatie heeft.”

Aangezien Nietzsche het Oude Griekenland zeer was toegenegen, mag je niet verbaasd zijn dat hij lachen aanprees als “die zonde der Olympiërs.” Hoewel hij met goede argumenten en na een heldere diagnose de Christelijke God doodverklaarde, zou Nietzsche wel degelijk zijn eigen Olympische Hemelvaart als een eer hebben ervaren. Hij zou daarboven enthousiast zijn ingehaald, en welzeker ook de Goden aldaar met een gulle lach hebben begroet.

Nietzsche meende alle filosofen te kunnen rangschikken “volgens hun lach, tot aan de rang van hen die in staat zijn tot een gulden lachen.” Hij veronderstelt zelfs dat Olympische goden kunnen filosoferen… En inderdaad, beide – filosoferen en lachen – dienen ‘voorbij goed en kwaad’ te reiken.

Sta mij daarom alstublieft toe, om Nietzsche te mogen beschouwen als de filosoof met de rode clownsneus – droefgeestig dat het een lieve lust is, en daarom in staat om niet alleen samen met de goden te kunnen lachen, maar tevens om, als de waarachtige nar die hij was, ook de spot te mogen drijven met het hof van Zeus en zijn Olympiërs.

Sierksma, Montmorillon 26.11/2021

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.