MAARTVERLANGEN

20 mrt

.

de jongedag

na een winter, zeurend, jengelend

dat verlangen zo groot

een rondverlangen, een vrouwwillen

zwetend begeren

vaak te hoog gegrepen

op zich al een genot

.

de oudstedag

de jongste dag – wellicht

aanschurkend tegen de eigen einders

een lager bijdegrondsverlangen

naar t’ groen, ’t geel en t’ rosse

niet te stuiten, die knoppen

de blinden van mijn kop

nog even – ‘t geurt, ‘t zweemt

barst de nieuwe wereld uit haar voegen

paren alle zinnen in een vers

dat heel die geile onderwereld

van weleer

blind doet vergeten

.

Sierksma, 20.3/2023 Montmorillon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.