Archief | Orphan Object RSS feed for this section

MUDDED IDOL

11 apr

.

This image was made, with the intent to impose a feeling of mystery on my reader; what the heck could he have made a photo of? That it is ‘for real’, may be deduced from the tips of my shoes and from the bit of tired green which I brought in the picture, to not become a photographer of ‘the abstract.’

The image is a dire symbol of the disaster that struck me, and many others who live in a house on the river Gartempe. More than a week ago, there it was: an almost record-breaking flood, which sent a gurgling avalanche of muddy river-water into my cellars, this to a height of 1.65 centimetres on the inside walls. No warning from city hall, which is legally obliged to sound a loud siren; the thing did not work, they told us later…

I have a huge, complicated and very old house. Before going to bed, I had inspected the right one of my three cellars at 02.15 o’clock, having found but a little trickle of water entering the pipe. I had opened the door to the balcony, to prevent it from getting stuck if the water might come higher. Not expecting much more, this insomniac went to bed, to be disturbed by terrible sounds, about 05.00 o’clock. By that time, I could not go down any longer, to close the door; the water stood already one meter high, flooding the staircase in the hallway…

The open balcony-door was leading the wild river straight into my house, overturning and ruining big pieces of furniture; destroying the contents of the prepared clothes-shop for Easter, set up in the next two cellars; terminating precious 18th-century porcelain and glassware, which were stocked in one of the ruined cupboards; making glue of a collection of stored books; pushing magnificent plant pots from the balcony wall into the river, taking away lavender, hortensia et cetera. What was left, was of the ‘tired green’ mentioned, and of the muddy green seen in the picture.

It was only days later, after long and hard cleaning work, merely making silly pictures for insurance-sake (not a good cause, as they do no insure high for property at such risk…), I took the above shot, as one of a series of three. From the second one, you might divine the reason for making the series:

.

.

However, turning it around, all becomes clear.

.

.

Saved between two miraculously intact glass plates was this image of an idol, once adored by a people on one of the Pacific islands – only to prove, that such idols are useless. This one managed to protect itself, or rather its image, but not the property of the one who reverently brought it into his home. The idol did not even save its little brothers – my collection of beautiful reproductions of Toulouse Lautrec’s circus drawings…

.

.

Sierksma, Montmorillon 10.4/2024

KONTVERWARMING

31 aug

.

Terwijl ik als een bijna 80-jaar oude man het 500-jaar oude, enorme trappenhuis met de hoge treden opklauter, valt mijn oog op een ongerechtigheid tegen het hoger gelegen raam. Het is hartje winter, je ziet door het raam de heldere, lichtblauwe vrieshemel, en wie dit stukje in deze Hondsdagen leest, zal met enige verbazing herinnerd worden aan het feit dat het ooit waarachtig winter was, en wellicht zelfs weer winter gaat worden.

Omdat het raam op normale wijze onbereikbaar is, heb ik er in eerste instantie geen idee van wat het licht buiten het glas hindert binnen te stromen. Iets dat van buitenaf tegen het raam is gewaaid? Een verwaaide dakpan kan het niet zijn. Rechtsonder in de ruit zie ik een donkere driehoek. Omdat ik hetzelfde raam ook al niet van buiten kan bereiken, sta ik daar: perplex, oog in oog met een klein mysterie. Er zij Licht! Welzeker, maar niet het volle licht dat me, normaliter door dit raam vallend, is beschoren…

Op de oude dag is men geduldiger dan voorheen. Vroeger zou ik de schouders hebben opgehaald en me met spoed hebben begeven naar waar mijn plichten in huis me roepen. Nu kunnen die plichten wel even wachten – als ik ze alweer niet vergeten ben. Na een minuut te hebben getracht om uit het beeld op te maken waarom het precies gaat, zie ik plotseling wat beweging in de vlek. De driehoek wordt langzaam iets groter, en lijkt vervolgens als een boenborstel over het raam heen en weer te bewegen.

Dan gaat me het licht op! Ik zie op een bepaald moment enkele veren; het is de kont van zo’n grote eend met een rode neus die af en toe op het dak van mijn Belvedère landt, zo luidruchtig dat ie mijn middagrust op de bank aldaar soms verprutst. Dit exemplaar is bezig tegen het raam van het verwarmde trappenhuis zijn kont op te warmen.

Dat mijn gis de juiste is, blijkt enkele seconden later wanneer het me lukt om deze tweede opname te maken: een ijl schaduw-silhouet op hetzelfde raam, een beeld waarin zelfs degene die niet met deze enorme vogels bevriend is allicht zo’n eend zal herkennen.  

.

.

Dat tegelijk de oorspronkelijke driehoek van de eerste staart zichtbaar blijft, geeft aan dat ik wat later een tweede kont tegen deze curieuze verwarming mag verwachten. Daarop heb ik niet gewacht.

.

Sierksma, 22.8/2022 Montmorillon

VERKEERD BEEN

6 aug

.

Dit zou een mooi exemplaar voor mijn verzameling Verweesde Dingen hebben kunnen zijn, met een plekje in mijn boek over Orphan Objects – dat wil zeggen: indien ik er bij mijn eerste ontmoeting niet al volstrekt zeker van was geweest dat ik wist wat ik zag. Mijn Verweesde Dingen hebben gemeenschappelijk dat ze bij mijn eerste ontmoeting allemaal een mysterie vormden – gevallen van het plotse, het enigmatisch Sublieme, dan wel van het exquise, het onzegbaar Schone. Bij de ontmoeting met een waarachtig Verweesd Object is men met stomheid geslagen.

Toch was ik in dit geval direct al een tikkeltje ambivalent; de keuze was tussen twee interpretaties, zij het elk volgens een al bekende referentie – het was ofwel een vuurtorentje even buiten de kustlijn van de monding van de Charente, bij het Île Madame; ofwel een merkwaardig soort Lanterne des Morts, waarvan kleinere en grotere versies overal in Frankrijk op de raarste plekken te vinden zijn; in het verleden zou men er een licht in ontsteken, teneinde verdwaalde zielen door de nacht te leiden – in feite ook een soort vuurtoren.

De Lanterne des Morts die ik het best ken en die me ook het dierbaarst is, staat in het buurdorp Ciron. Met zijn vijf meter hoogte is het een indrukwekkende verschijning.

.

.

Toch kun je het gruwelijk mis hebben… Of haar verhaal klopt kon ik niet verifiëren; maar een vrouw die over haar tocht naar de Atlantische kust en het Île Madame een klein web-dagboek schreef, vertelt hierin dit. Om vers, in elk geval niet zout water te hebben, werd in de bodem aan de rand van de riviermonding een put van vijf-en-twintig meter diepte geboord. De kleine betontoren op de foto is een soort deksel op zo’n put; om erbij te kunnen komen, werd deze door een smalle, houten loopbrug met de kust verbonden.

.

.

Mijn misverstand, mijn verkeerde lezing van dit verweesde object, werd veroorzaakt door het feit dat in mijn geval zo’n bruggetje ontbrak. Dat moet het intussen hebben begeven, ongebruikt, niet meer ter zake doende. Toch had ik die hypothese van een vuurtoren al onmiddellijk moeten opgeven; de opening erin is naar de kust gericht – licht had noch de dode zielen, maar zeker nooit zeelieden op het wilde water kunnen bijstaan…

Het weg-verklaren van wat een Verweesd Object had kunnen zijn, het ophelderen van het mysterie, heeft steeds iets droevigs. Soms kan het echter ook een eyeopener zijn, even intrigerend als het raadsel dat het even daarvoor nog was. Maar in het geval van mijn onbegrepen Lanterne des Morts zou ik er iets voor hebben gegeven, indien ik de echte functie niet te weten was gekomen. Hoewel een goddeloze ongelovige, hecht ik als dichter sterk aan de ziel – tenslotte toch ook een soort Verweesd Object… De illusie is me dierbaar, dat de ziel kan dwalen, ja zelfs kan verdwalen, om vervolgens met behulp van zo’n minimaal lichtje, ontstoken in een stenen toren, haar weg weer te kunnen vinden.

.

Sierksma, La Roche 30.6/2022