De Stichting Lezen en Schrijven constateert dat de ‘laaggeletterdheid’ onder jongeren tussen 12 en 18 jaar intussen op 18% ligt. Dat is een eng onderzoeksresultaat, ook als sommige instanties hierop afdingen door bijvoorbeeld te verwijzen naar onderzoek van PISA waarbij blijkt dat ‘de toename van 4% laaggeletterden onder 15-jarigen statistisch niet significant is’.
Met dit sussen wordt bedoeld dat het misschien net zo bedonderd gesteld is met dat lezen als 6 jaar geleden. Want het is er bedonderd mee gesteld.
Aleid Truijens [VK 25.3.17] merkt terecht op dat het niet adequaat kunnen volgen van e-mails van werkgevers en overheid, het slechts snuiven aan info op sociale media en het mijden van gewone kranten ‘het leven grotendeels buiten iemands blikveld doet belanden’. Ze brengt dit in verband met een gevoel ‘tweederangs te zijn’ en met toenemende ‘argwaan, goedgelovigheid, wrok en agressie’.
Kortom talige (zelf)uitsluiting versterkt sociale uitsluiting die op haar beurt rancuneuze politiek in de hand werkt.
In dezelfde krant wordt onderzoek gemeld waaruit blijkt dat de nieuwe regeringspartijen vooral door ‘hoger opgeleiden’ wordt gesteund, de toekomstige oppositie vooral door ’lager opgeleiden’.
Nu maakte ik bij dit soort resultaten al vaker de kanttekening dat ‘hoger opgeleid’ tegenwoordig vaak betekent langer opgeleid. De term hoger suggereert echter dat die hoger opgeleiden ook verstandiger zijn geworden. Dat is de vraag. HBO-opgeleiden zijn vooral volleerd in een beroep – een bubbel van toegespitste kennis en vaardigheden. Een breed blikveld wordt er niet verschaft.
Hoger opgeleid betekent vooral beter geschoold denken zonder dat er wordt geleerd om na te denken. Nadenken is het overwegen van alternatieven buiten het eigen vooroordeel om en niet te vergeten: op langere termijn vooruit zien.
Inderdaad zijn leesvaardigheid en vervolgens kritisch en creatief kunnen lezen cruciaal voor het leren nadenken. Vooral de Nederlandse scholen schieten hier tekort. Het aanleren van rekenvaardigheden heet hier onmiddellijk ‘stampen’; het verplicht voorlezen en lezen gedurende anderhalf uur per dag (voorstel Truijens) noemt men al snel saai en ‘een manier van leren die niet bij de individuele leerling aansluit’.
Maurice de Hond is nu verwijderd van zijn eigen Steve Job of iPad-Scholen. Het zou gaan om gebrek aan organisatievermogen en om te hoge kosten voor ‘ziek personeel en iPads’. ‘De onderwijskwaliteit staat vooralsnog niet ter discussie’ schrijft de krant.
Die staat bij mij wel ter discussie!
De onnozele nadruk op elk kind dat héeeel bijzonder is en dus zijn eigen spoor dient te trekken op het moment dat het uit de wieg komt, is een van de ernstigste uitwassen van de sixties. Vooral Nederland gaat hierin heel ver. Vandaar De Honds iPad-scholen. Maar het aantal ‘onderwijsexperimenten’ hier is legio. Minister DeVos van onderwijs in de VS is er ook een groot voorstander van: elke mening zijn eigen soort onderwijs, elk kindje een geheel bij hem of haar passende scholing.
Ouderwets zal ik wel zijn. Maar iemand dient na zes jaar op school te hebben gezeten goed te kunnen lezen en goed te kunnen [hoofd]rekenen. Het kleine aantal dat dit niet kan omdat hun bij de geboorte niet voldoende hersens zijn meegegeven, dient inderdaad ‘eigen’ onderwijs te krijgen. Maar daarover gaat dit stuk niet en daarop slaan de cijfers van bovengenoemde onderzoeken niet.
Sierksma 25.3.17