Tag Archives: Componist

TONEN IN EIGENDOM

14 nov

Onder de titel ‘money, money, money, maar niet voor de maker’ bericht het ochtendblad over auteursrecht en muziek. [VK14.11.15] Ik besef het: heel wat minder belangrijk dan het bericht op de eerste pagina’s over de vier aanslagen in Parijs. Maar daarover valt niet veel zinnigs te schrijven.

Dus: Noten in Eigendom.

‘Componisten moeten toestaan dat de topmannen van de reclamemuziek-bureaus ook als componist worden opgevoerd’. Bij reclamemuziek denk ik dan eerst: So what? Maar dat is onzin, een componist is een componist en dat blijft hij ook als er poen mee is gemoeid. Dus is wat deze zin beschrijft een gotspe.

Auteursrecht ontstaat automatisch, louter door het maken van een werk. Als jij een muziekstuk componeert ben jij de auteur van de compositie. Zodra het werk gemaakt is, rust daarop auteursrecht. Het gros van de Nederlandse muziekauteurs heeft zijn rechten overgedragen aan Buma/Stemra.

Het gaat niet alleen om makers van jingles, ook ‘klassieke’ componisten hebben ermee te maken. Nota bene hun eigen organisatie Buma Stemra is keer op keer verwikkeld in onverkwikkelijke affaires betreffende geld.

Slordig taalgebruik negeert het grondige verschil tussen ‘eigendom’ en ‘bezit’. Eigendom is van een zeg maar ‘racistische’ orde. De grondeigenaar, de fabrikant, ook de eigenaar van een auto – ze beschouwen iedereen die in de buurt komt of over hun muur heen klimt als van een vreemde planeet, als hun prooi, ongeacht of het om een dier of om een mens gaat. Eigenaren vormen een ras apart.

Wie echter iets bezit is niet vanzelfsprekend de eigenaar. Als alles klopt, maakt hij juist liefdevol gebruik van dat bezit – hij verzorgt het, hij bemint het, hij leent het uit of hij schenkt iets weg. Op land en in de fabriek verrichten meestal anderen, niet-eigenaren de arbeid. Wie iets bezit – gereedschap, een rijdier, grond – werkt veelal met liefde, zich aanpassend aan de eisen der dingen, ook als hij niet de eigenaar ervan is.

Mimesis, reciprociteit, do ut des, ik geef opdat jij geeft!

Eigendom is een juridische categorie: een eigenaar heeft jurisdictie over wat er met zijn eigendom al dan niet gaat gebeuren, hoe het gebruikt moet worden en waartoe. Ook heeft hij zeggenschap over het product dat met zijn eigendom wordt geproduceerd. Bezit van iets verwijst juist naar het vermogen om er op een bepaalde manier gebruik van te maken, dank zij zelf ontwikkelde kennis en vaardigheden die zowel zelfbeheersing, als de beheersing der dingen mogelijk maakt. Van groot belang is, dat wie iets bezit vanzelfsprekend kennis heeft van de eigenschappen van de dingen waaraan hij zich zal moeten schikken om ze te kunnen beheersen. Denk aan de kwaliteitsruiter op zijn paard, de schermer met zijn floret, de arbeider en zijn gereedschap.

Bezit is kortom een reciproque verhouding van twee verschillende, maar gelijkwaardige grootheden die samenkomen, waarbij de bezitter beseft dat hij het ding nooit volledig naar eigen evenbeeld kan maken. Eigendom tendeert veeleer naar gelijkschakeling, volledige onderschikking van dingen en mensen aan de ruimte- en tijdscoördinaten van de eigenaar. De eigenaar wil zijn wil opleggen; de bezitter kent de wijsheid van het “Niet mijn wil – de Uwe”.

De componist, de maker der tonen is vanzelfsprekend de bezitter en in eerste instantie ook de eigenaar. Door die overdracht van zijn auteursrecht aan een instelling splitst hij die twee aspecten.

Dat in de postmoderne kapitalistische maatschappij misbruik van die splitsing wordt gemaakt, kan niet verbazen – dit kapitalisme is er op gebaseerd.

Dat echter een of andere poenmalloot doorgaat voor ‘componist’ is en blijft van de gekke. Als gezegd: taalsubtiliteit is vreemd aan dit

tijdsgewricht van de logomagie.

BEZOEK OOK sierksmatwee.wordpress.com

Sierksma 14.11.15