Tag Archives: Dewey

WAAN EN ZIN

5 jul

Een artikel in de VK van vrijdag gaat over follies: ‘gebouwtjes zonder functie’ die er ‘alleen voor de lol’ staan – in een ‘natuurlijke’ Engelse Tuin wel te verstaan. In dit geval in de tuin van Beeckestijn.

Nu moet je so wie so dit zonder functie met een korreltje zout nemen. Waar vroeger de folly inderdaad nutteloos was, want bedoeld als pleziertje voor de eigenaar en diens gasten, daar is de nieuwe generatie van dit soort frutsels bedoeld om betalende klanten te trekken. Zeg maar hyperfunctioneel, want oerkapitalistisch.

De journalist die zich er mee bezighoudt weet hiervan blijkbaar niks. Die las een stukje over follies en Engelse tuinen en schreef het nodig over. Een anachronisme.

DSCF1081

Op een foto is in elk geval een vermoedelijk meesterwerkje te zien. Een zo te zien zwevend, groen fluorescerend blad van pak weg tien bij tien meter. Wat kletst de journalist Bob Witman hierover? Het volgende:

“Dacht u even van de natuur te genieten, dit grote vierkant van felgele stof doet de kleurkegeltjes in je ogen naar adem snakken.” [Ik laat even deze griezelmetaforiek ter zijde – een blog heeft slechts één thema…] Het gaat me om het onzinnige gebruik van de term ‘natuur’. Bob Witman gaat verder:

“Want wat doet de mens eigenlijk in de natuur? De mens is een indringer.”

Dit is een bijkans religieus begrip. De natuur wordt eerst ‘geschapen’, daarna wordt de mens hierin geplant. Als een Fremdkörper.

Graag wil ik Spinoza en Dewey even opvoeren. Al heel wat eeuwen wordt de mens beschouwd als een onderdeel van de natuur – deel van van alles wat er is. Weliswaar met eigenschappen die hem soms heftig destructief maken, maar ik wijs slechts even op onze broeder – de krokodil.

En dan de waan – niet die van de follies; de waan van de journalist – als zou een Engelse Tuin ‘natuur’ zijn. Als er iets mensgemaakt is, dan wel elke tuin. Wie dus zelf de tegenstelling mens/natuur opvoert en de mens ‘van de natuur’ wil laten ‘genieten’, kan niet meer komen aanlopen met die tuin. Noch met de ‘mensgemaakte’ folly als contrast daarvan. Kletskoek.

Ook de suggestie dat het nog steeds om follies gaat in de traditie van de 18e eeuw – voor de goede orde citeer ik een artikel van Venema, Locke en ondergetekende, The Folly of Ruins:

“The best of garden follies are adumbrated by a hue of the unconscious, however also illuminated by the glow of irony and madness – a combination, worth living. This surreal mixture was of the essence for a genteel, 18th century, gardenfoolish way of life. In later ages – as postmodern TV programmes phrase it – this existence may only be ‘re-lived’ by sympathisers, who can never really be ‘18th century’ again.”

5.7.14

Bevalt u dit blog, stuur het door via twitter, faceboerk of email

MULTICULTI

12 mrt

Rawls citerend, bepleit ‘kandidaat-partijleider van de PvdA’ Martijn van Dam een ‘overlappende consensus’ – alleen dan is een multiculturele samenleving mogelijk (VK 9.3/2012). Dit zou wel eens zo kunnen zijn. Probleem met Van Dam is echter, dat hij een eigen ‘overlappende consensus van de sociaaldemocratie’ bepleit die, in tegenstelling tot de concensus die de PVV wil, ‘niet op afkomst is gebaseerd, maar op gedeelde waarden’.

Alsof zo’n consensus niet zelf een waarde is; alsof je consensus van een menukaart kunt bestellen – niet deze, maar die consensus a.u.b.

De Amerikaanse pragmatist John Dewey noteerde lang geleden al, dat in een hechte samenleving bepaalde waarden invaluable zijn – tegelijk van onschatbare waarde en niet voor discussie vatbaar, kortom niet te waarderen. Zo’n consensus is vanzelfsprekend.

Het probleem van een maatschappij met verschillende geloven en culturen is nu juist dat deze consensus ontbreekt – feitelijk en als waarde. Grote groepen beschouwen elkaar als radicaal anders en eisen van de ander dat hij zich bij hen aansluit. Deze verschillende waarden zijn niet te rijmen. Ze worden door hun gelijktijdige aanwezigheid ook nog eens ter discussie gesteld. Alleen dit al devalueert waarden tot niet meer dan discutabele normen.

In dit geval is er geen samenleving meer, maar hooguit een maatschappij waarin het naast elkaar leven zo goed en zo kwaad als dat kan wordt geregeld. Die verschillende gelovige en culturele eenheden ‘de sociaaldemocratische overlappende consensus’ voorhouden, zoals Van Dam doet, is paradoxaal.

Sierksma 12.3/2012