Tag Archives: Franse Taal

BOURGEOIS SEMANTIEK

28 jan

.

Voilà, een fraai voorbeeld van een Maison Bourgeois! In eerdere Sequences gebruikte ik die uitdrukking al dikwijls, en er zullen ongetwijfeld stoute lezers zijn geweest die in hun diepste binnenste moesten giechelen. “De man beweert in Frankrijk te leven – De man denkt dat ie Frans spreekt – De man weet niet eens dat hier zou moeten staan: Maison Bourgeoise…” Tenslotte is het woord Maison inderdaad féminin. Toch zou je er goed naast zitten, dat wil zeggen, indien u een van die stoute lezers bent.

Wellicht had dit stukje beter Proletarische Semantiek moeten heten. Want wat drie-en-twintig jaar geleden gebeurde, was dit: Ik begon hier toen voor de helft van het jaar in een vlek te leven; wandelend verkende ik de omgeving. Mijn snel tot vriend geworden buurman Roland vertelde ik over het prachtige huis dat ik ten noorden van ons gehucht had gezien – een Maison Bourgeoise vertelde ik, trots op mijn kennis van de taal.

.

.

Uit louter verlegenheid durfde ik later, toen ik inmiddels een phone met camera had, nooit van te dichtbij een opname te maken. Maar geloof me: een prachthuis! Op een dag ontmoette ik de eigenaar en daagde hem tot een partij schaak uit. Hij bleek de broer van degene die het château een eind verder op bewoont; ook hijzelf is van adel, een Baron. En garde, schreef ik hem – wat een kans om een bourgeois te verslaan…! Hij weigerde, waarschijnlijk bang dat ik, voor het geval hij zou verliezen, dit zou rondbazuinen en aan Roland zou vertellen die vroeger op een van zijn boerderijen ooit landarbeider was geweest. Kortom, zo word je als vanzelf een beetje verlegen.

.

Roland – intussen helaas dood.

.

Roland was mijn enige Franse vriend. Waarom hem in dit verhaal opvoeren? Omdat hij het was die me altijd corrigeerde waar het mijn Frans betrof. “Nee, niet een Maison Bourgeoise – zoiets heet hier une Maison Bourgeois.”Voor deze man uit het volk, een vroegere landarbeider die later opklom tot ambtenaar-secretaris van de dorpsgemeente, wordt een Huis zoals dit vernoemd naar de sociale klasse van de eigenaar. Dat mijn would-be schaak-aristocraat in Parijs als advocaat zijn inkomen verdient, maakt het er in dit geval tegelijk wat gecompliceerder en wat gemakkelijker op. Hoe dit ook zij, een dergelijke Huis dient benoemd te worden naar de sociale status van de eigenaar, niet volgens de vrouwelijke sekse van het zelfstandig naamwoord.

Behalve ambtenaar te willen worden, zou iedere Fransman ook dolgraag eigenaar van zo’n prachtig Maison Bourgeois willen zijn. Het past wonderwel bij de universeel-Franse en dus burgerlijke ideologie van het formalisme – tenslotte is elke Fransman citoyen… Een dergelijk huis is kubisch, met een vrijwel symmetrische plattegrond vanbinnen, een nette centrale hal, en met een stoer, degelijk zij het toch elegant uiterlijk zoals blijkt op mijn eerste foto.

.

.

Ergens, in het diepste diepe van mijn ziel, moet ik welhaast een Fransman zijn. Ik heb dergelijke huizen steeds bewonderd en bemind, misschien ook wel omdat er vrijwel altijd een fraaie tuin mee verboden is… Mijn Huis aan de Rivier de Gartempe, waarvan ik zowel de eigenaar als de bezitter ben en waarvan ik intens geniet, is honderden jaren oud, waarschijnlijk stammend uit een tijdsgewricht waarin het kubische model Maison Bourgeois nog niet in de mode was.

.

.

Vrijwel zeker ben ik ervan, dat het ver voor mijn tijd diende als pension, op de bedevaart Route de Compostella, dit voor langere tijd. Daarvóór moet je op grond van het ‘plan’ van deuren en ramen in de buitenmuur wel concluderen, zal het tenminste ten dele hebben gediend als pakhuis van een echte handelaar in waren die over de rivier werden verscheept. Mijn huis ligt vlak bij de vroegere douanegebouwen aan beide zijden van de Vieux Pont. Zijn nakomelingen hebben denk ik, aan het eind van de 18e eeuw, aan de rechter kant, een huis tegen de eerste twee aangebouwd. Ik bewoon nu alle drie huizen tegelijk…

.

.

Aangezien ik ooit een ‘organisch intellectueel van de arbeidersklasse’ ben geweest [zoals Gramsci me zou hebben gedefinieerd]; en omdat ik ooit ook nog eens docent esthetica aan de Universiteit was, een ambtenaar dus, moet ik een simpele kleinburger zijn, een petty bourgeois [zoals die andere man, Marx, mijn klassepositie zou hebben gedefinieerd]. Hoe je het dus ook bekijkt, ik moet welhaast boven mijn stand leven. Maar ik doe mijn best om geen kapsones te hebben, om dit heerlijke Jiddische woord voor zelfvoldane hoogmoed nog eens te mogen gebruiken.

.

Sierksma, Montmorillon 19.1/2022