Tag Archives: Fuehrerprinzip

RONALDO ALS FÜHRER

20 nov

Niet alleen tussen de lijnen geldt soms het Führerprinzip, ook bij de commentatoren. Ik citeer Charles Bromet, voor wie we – indien hij nog in de politiek stapt – uit zullen moeten kijken. Over Christiano Ronaldo van Portugal:

“Wat een koning. Wat een ge-wel-di-ge voetballer [sic]. Zij die hem verachten om zijn ijdelheid, dienen te zwijgen.”

Alsof je de fans van Berlusconi aan het woord hoort. Kritiekloos volgen en kritiekloos bewonderen was en is het kenmerk van de politieke slaaf – ter linker en ter rechter zijde en ook in de voetballerij.

Ronaldo, met nog een aantal anderen, is een grootmeester in het spelletje. Met regelmaat zit ik in mijn eentje in de TV-stoel voor zijn kunststukjes te applaudisseren. Gister opnieuw. Ik houd niet van zure druiven.

Maar een grote klier is hij en blijft hij. Wat erger is, ook een matennaaier. En met Führervolger Charles Bromet in gedachten: vooral ook een nare ijdeltuit.

Die twee oordelen horen thuis in het zelfde hoofd. Alleen de kleingelovigen onder ons denken dat met twee geloven op hetzelfde kussen vanzelfsprekend de duivel daar tussen komt.

20.11.13

CRUIJFFANGST

19 feb

Ooit charmeerde het cryptische, maar wel komische geraaskal van Cruijff een setje Hollandse semi-intellectuelen. Het Führerprinzip vraagt echter waar ook ter wereld om de mentale onderwerping van juist de verwaten spitsburgers en onnozelen uit het klootjesvolk, voor wie deze cryptiek het Heilige Woord wordt. Het resulteert in de terreur van in hun ziel geraakte gelovigen – in daad en gebaar en woord. Verblind zijn ze, en blind ook voor de naaktheid van hun zelfgekroonde keizer.

Wat jammer is het, dat mensen die – zoals Heer Bommel dit steeds fijntjes wist uit te drukken – ‘in stilte goed doen’, dit pas kunnen vertellen wanneer ze zijn afgeserveerd. Cabaretiers maakten al grappen over haar. Dat ze zich die naam niet konden herinneren, wanneer de Ajax Raad van Commissarissen ter sprake kwam. Tja, die van Davids natuurlijk wel – maar die vrouw? Geen idee.

Marjan Olfers – zo heet ze! Ze komt uit haar interview in de NRC van 18 februari 2012 te voorschijn als een knaap van een vrouw. Niet tot Ajaxcommissaris benoemd, zoals Telegraafvoetballer Cruijff beweert, vanwege haar ‘vrouw-zijn’ , maar om haar kwalificaties en kwaliteiten die de vrouw daarvoor bij uitnemendheid geschikt maken.

Haar kwaliteit: Ze is niet bang voor Cruijff, heeft niet de angst, noch die ademloze bewondering voor ‘het fenomeen’. De kleinburger schijt in zijn broek zodra een celebrity, een zogeheten BN-er, in beeld komt of het woord neemt. Eén en al nederigheid – bang om, door tegen zo iemand in te gaan, zichzelf te bevuilen. Daarvoor is de vereenzelviging met het ‘idool’ immers te groot.

Zo’n kakelkut van een bekendheid kan over alles en nog wat smoezen, het moet welhaast van betekenis zijn – dus zwijgt de kleinburger. Kijk naar Pelè, die zich volkomen belachelijk maakte door persoonlijk Messi de maat te nemen. Op het aantal gemaakte goals wordt Messi afgeschreven… Die Pelè mag pontificaal aanzitten op de eretribune van de Africa-cup. Het wachten is op Cruijff.

Dat Olfers niet bang is voor de man heeft alles te maken met haar kwalificaties. Ze is advocaat in een kantoor dat zich specialiseert in mededinging en bedrijfseconomie. Ze kent de harde sportwereld via haar man, een kickbokser. En ze geeft les aan de VU in sport en recht. Dan hoef je ook niet bang te zijn voor een kletsmajoor. Dat omgekeerd de Grote Voetballer bang was voor haar, dat is duidelijk – daarom schoof hij nooit aan bij hun vergaderingen en klaagde hij achteraf dat ie overal buiten werd gehouden. Wat had de schreeuwlelijk te berde kunnen brengen tegen het weloverwogen oordeel van Olfers?

Je kunt Olfers en de andere drie aanwezigen van de Raad een tactische fout aanwrijven, waar ze buiten Cruijff om Van Gaal op het podium probeerden te helpen. Maar het zuigen van Keizer Johan had hen waarschijnlijk net lang genoeg geduurd – die deed trouwens hetzelfde achter hun rug om, door het stangen en sturen van vriend en vijand in de club.

Ajax als bedrijf is slecht af met haar vertrek, zelfs als Cruijff voetbalkundig gelijk zou hebben. Het is misschien inderdaad beter weer zelf de opleiding van jonge topvoetballers ter hand te nemen. Dan kan net als vroeger elk jaar tenminste één jonge debutant uit eigen kweek het veld worden opgestuurd, waarna de anderen zich uit de naad lopen om die jongen direct zijn eerste goal te laten maken – heerlijk. Het is misschien ook goed om het ‘Ajax-systeem’ weer in ere te herstellen, in plaats van kostbare spelers van elders te halen die daarin niet eens zouden kunnen spelen.

Je hoeft echter niet bedrijfskundig geschoold te zijn om te weten dat alleenheerschappij gecombineerd met vriendjespolitiek in een vereniging of een bedrijf het begin van het einde betekent. Dit is mijn vooroordeel – ik laat me graag verrassen door mijn ongelijk.

Cruijff staat voor al die feilen. Laat hij toch eens ophouden, om te beginnen met zijn ghost written gebabbel in dat ‘af-grij-se-lijke blaadje’ (Olfers). Steeds weer zie je de telegraafpoedel voor je, zittend aan het toetsenbord, de telefoon in de nek – met op de achtergrond de poster van His Master’s Voice.

His Master’s Poodle

Laat echtgenote Danny, die hem al eerder het trainen verbood, hem voor een volgend hartfalen behoeden, door de man uit dit moeras weg te halen.

Hou je er buiten Cruijff – ga voetballuhhh!

Sierksma