Tag Archives: Halve Schoonheid

BREINBREKERTJES

9 okt

Af en toe is het brein vervuld van een raadsel dat onoplosbaar lijkt, of zelfs onoplosbaar is.

Het kan een raadsel zijn zoals dit ooit, tijdens mijn eerste college filosofie, aan ons studenten werd gepresenteerd. De docent hield een krijtje in de lucht, zo’n staafje kalk, wit vanbinnen, lichtgeel van buiten; zo’n kreng dat een hels, krijsend geluid maakte indien je ermee op het zwarte bord schreef. Worden in het onderwijs in dit digitale tijdperk zulke ordinaire hulpmiddelen nog steeds gebruikt?

De docent vroeg: “Wat zien we hier; waar kijkt u naar?” Een krijtje – luidde het antwoord uit de zaal. “Neen”, was zijn antwoord: Wat we hier waarnemen, is de buitenkant van een krijtje. Vervolgens, zoals wellicht te verwachten, brak hij het in tweeën en stelde de vraag opnieuw: “Wat is het dat we nu waarnemen?” De slimmerd in de zaal: “Professor, ditmaal zien we de binnenkant van het krijtje.” Nogmaals een “Neen” van de kant van de professor: “Opnieuw zien we niets anders dan de buitenkant, ditmaal de buitenkant van twee krijtjes…”

Het zal duidelijk zijn dat het ging om een college linguïstiek, taalfilosofie -de tak van de filosofie die de werking van ons taalgebruik onderzoekt. Je hoort dezelfde professor al vertellen dat je ook had kunnen antwoorden dat je in tweede instantie datgene zag wat in eerste instantie de binnenkant van het krijtje ‘was geweest’. Et cetera. Of hier sprake is van een ‘oplossing’ laat ik over aan de lezer; we weten waar het om gaat.

Iets soortgelijks is er aan de hand met dit beeld, met het object dat hier is afgebeeld:

.

.

Is wat je ziet een halve, of een hele kastanje? Of metaforisch genomen: Is de helft van een tweeling gewoon één mens, of is het slechts een halve mens? Eeneiige tweelingen, met aan vaak uncanny empathie voor elkaar, kiezen zelf vaak voor het tweede antwoord. Een filosofisch humanist houdt het waarschijnlijk op het eerste antwoord. Een ethische kwestie, kortom. Is een ‘halve’ kastanje esthetisch bezien fraaier, omdat ze onaf is en in onze verbeelding, dankzij ons Gestalt-brein, als vanzelf wordt aangevuld met de tweede helft? Of is juist de gave, hele kastanje, die in zijn eentje uit de schil barste, een summum van schoonheid?

Je kunt het raadsels noemen. Er zijn er die je hier het stellen van domme vragen verwijten. Het zijn dingen die me af en toe, in een onbezonnen ogenblik, bezighouden. Zoveel is zeker: het doordringt je denken van het besef dat taal een delicate, ambivalente aangelegenheid is, zoals de werkelijkheid waarop ze is betrokken ambigu is.

Sierksma, La Roche, 8 november 2021