Tag Archives: Hete Adem

DE BLIK IN SUSPENSE

4 jun

Niet slechts één keer – tweemaal een blik in suspense.

.

.

Eigenlijk was het zelfs driemaal – wat een verwarring! Een foto nemen van dit schilderij was een helse opgaaf; dat wil zeggen, het maken van een foto die ook maar enigszins recht doet aan het beeld in de lijst. Mijn salon hier in Frankrijk is nogal donker; de luiken zijn vaak dicht om het interieur een zacht licht te geven. Het was tevens een regenachtige dag, waardoor er tijdens de opname sowieso al weinig licht door de gesloten jaloezieën naar binnen drong; dit verklaart waarom de staande lamp brandt. De bovenstaande foto was de beste van een serie pogingen. Omdat ik helemaal verknocht ben aan dit doek, zou een mislukking onvergefelijk zijn geweest; dit Sores-stuk was dan zeker nooit geschreven… Kortom: hier was het de blik van de fotograaf die onder een onzeker makende spanning stond.

Geheel andere koek is de suspense waarvan de blik van de ruiter op het doek blijk geeft – daardoor ook die van wie hem observeert, in een poging tot ‘interpretatie’. Het duurt wel even voor we er enige betekenis aan kunnen toekennen.

.

.

Op enige afstand, de afstand waarvan de foto werd genomen, is de eerste indruk die van een Indiaan te paard; het is nacht, en het is – gezien de pluim vochtige adem die uit de neus van het beest komt – een koude, wellicht zelfs een vorstnacht. Vanaf deze afstand kun je niet vaststellen of de Indiaan ergens naar kijkt, of dat hij alleen maar in de verte staart, zijn blik de horizon scannend. Toch is het niet alleen zijn gelaatsuitdrukking die attentie verraadt; zijn hele houding, wellicht ook die van het paard, wijzen op een kalme, zij het scherpe aandacht – geen alarm, geen onrust, veeleer alertheid.

We lopen naar het schilderij toe [de blik van de fotograaf alweer gepijnigd door de reflectie van het lamplicht op het beschilderde doek].

.

.

De volgende indruk is die van een ontblote Indiaan, slechts gekleed in zijn rijbroek; dan zien we, na enige inspectie, dat hij een kiel met halflange mouwen draagt – opnieuw een aanwijzing dat het koud moet zijn. In de verte zien we nu echter ook een soort ‘richel’; de schilder hield het vaag en laat ons in het duister inzake wat die Indiaan en wat wij dus ‘zien’.

Zou het een verdedigingswal kunnen zijn, van een vijandig kamp, het kamp van moedige krijgers van een andere stam die daar de nacht doorbrengen? Zijn het Bizons die daar in de verte liggen te slapen en die, net als het paard, hun hete adem de koude nacht in stuwen, waarin het metamorfoseert tot waterdamp?

Sinds dit schilderij een halve eeuw geleden door de maker, de Nederlandse psychiater en schilder Plokker, aan mijn vader cadeau werd gedaan, ben ik voortdurend geïntrigeerd geweest door zowel de stralende schoonheid, als door dit kleine mysterie dat voor altijd onopgehelderd zal blijven. Nu het schilderij in mijn bezit is gekomen, vormen de turende blik van de indiaan en mijn waardering voor het doek een onafscheidelijk tandem. Na zo lang ons intieme leven te hebben gedeeld, leven deze Indiaan en ik van aangezicht tot aangezicht, zelfs als ons beider blikken elkaar nooit kruisen.

.

Sierksma, Montmorillon, 23.11/2021