Tag Archives: Karakter

VERWARDE BLIK

21 jan

Distinct now,

in the end we shall join you

(how soon all corpses look alike)

       Auden

.

Terwijl ik weer eens naar deze slapende vrouw keek, getekend door Lucian Freud – haar voor de zoveelste keer observerend, simpelweg omdat de ansicht met haar beeltenis alweer drie maanden op mijn ontbijttafel staat – werd ik eraan herinnerd dat te dikke mensen doorgaans niet alleen lelijk zijn, maar vooral ook op elkaar gaan lijken. Deze vrouw lijkt sterk op mijn zuster in een van haar vreetfasen – ze lijkt gewoon op al die vette vrouwen die ik elke week tijdens mijn winkel-uitje in de supermarkt moet aanschouwen. Vanzelfsprekend gaat hetzelfde op voor mannen – obesitas elimineert karakter.

Dit zou het hele onderwerp van dit kleine essay hebben moeten zijn, vooral ook omdat achter deze kaart een tweede ansicht is verborgen. De twee wisselen wekelijks pole position in hun race voor mijn aandacht. Zoals duidelijk wordt bij de aanblik van die tweede kaart, zou het onderwerp zou geweest zijn: Vetzucht en Gezichtsherkenning.

.

.

Vandaag verleidde me deze kaart echter tot een nieuwe, nadere inspectie – en detail. Wat zie ik? Vanzelfsprekend iets dat ik al zo vaak zag, maar iets dat is gaan behoren tot de normaliteit van dit beeld. De kaart moet een keer zijn dubbelgevouwen, per vergissing gestoken tussen een stapel andere papieren, de richel van de omgeslagen hoek steeds pregnanter zichtbaar – let wel: niet mijn kaart, maar de foto waarvan de foto op de ansicht een replica is. Eerst dacht ik nog dat ikzelf de ansichtkaart had verprutst – toen ik hem omdraaide, bleek die inschatting verkeerd – mijn ansicht is maagdelijk intact. De kreukel zat in de foto.

.

.

Sindsdien vatte bij mij de indruk post welke ik hierboven beschreef – die van een ansichtkaart met daarop een foto met een vouw erin. Het resultaat van de mens als gewoontedier – je interpreteert een eerste keer iets als een dit of een dat, en blijft het dan vervolgens zien als een dit ofals een dat. Een manier van waarnemen, die je natuurlijk vitale details doet missen, zelf bij zo’n nadere, nauwkeurige inspectie. Dit is het gevolg van de Gestalt-waarneming waarmee ons brein van nature is uitgerust – we kunnen niet anders dan iets op de voorgrond zien, tegen een verder onverschillige achtergrond. Bijgevolg mist onze normale blik heel veel van wat deze rijke wereld ons te bieden heeft. Eyes wide-open shut…

In dit geval miste ik een simpel feit dat de lezer wellicht allang heeft opgemerkt – dat op de foto, in de verte, de ‘vouwlijn’ van de kaart opeens over een stalen steun blijkt te lopen; tevens het eveneens simpele feit, dat het de enorme armen van deze vrouw is bespaard om ook te worden verkreukeld.

Het is, kortom, helemaal geen vouwlijn in, maar vermoedelijk een elektrische kabel op die oorspronkelijke foto. Ik heb dit gemist – vanaf start was ik slechts geïnteresseerd in die vette armen, dat vette gelaat en die volle boezem van de vrouw die de was ophangt, dan wel deze juist binnenhaalt, kenmerken die ik al direct in verband had gebracht met de vette armen, dat vette gelaat en die volle boezem van Lucian Freud’s kleine meid. Ik zat voI met vooroordelen en stond stijf van mijn projectieve driften.  

Wat trouwens aan mijn oorspronkelijk these geen millimeter afdoet. Obesitas elimineert individualiteit, vernielt schoonheid en vernietigt elke erotische aandrang.

.

Sierksma, Montmorillon 18.1/2023

IDENTITEIT IN DE BRANDING

6 dec

Waarom vallen al die merkzaken om? – vraagt de Volkskrant [6.12.14] deze ochtend. Halfords, Siebels, Schoenenreus en Mexx – hele ketens die failliet zijn .

Antwoord, althans volgens ‘retaildeskundige’ Cor molenaar: “Mensen betalen alleen nog voor iets waaraan ze hun identiteit ontlenen.”

Niet alleen krijg ik jeuk van woorden als ‘retaildeskundige’, maar zo’n opmerking van Cor is natuurlijk behalve intriest, ook nog eens intens grappig.

Het grappige: Dat door het artikel nu wordt gesuggereerd, dat je aan iets gekocht bij Halfords ‘je identiteit kunt ontlenen’. Ik en mijn fietsbel – welzeker, van Halfords!

download

Het trieste: Dat een ‘retaildeskundige’ – toch het vak van de toekomst, lijkt me – het vanzelfsprekend vindt dat iemands ‘identiteit’ aan spullen wordt ontleend.

Inderdaad – de postmoderniteit wordt gekenmerkt door slijtage van wat ooit een stabiel karakter was, een ‘persoonlijkheid’. Precies dat verschafte iemand identiteit – een identiteit, die wellicht kon worden geuit, dan wel herbevestigd door uiterlijkheden. Maar destijds – in de moderniteit – waren het niet de spullen die deze identiteit produceerden.

Terecht ergert Aleid Truijens zich in dezelfde krant aan ‘het dagelijkse kringgesprek op school waar kinderen eindeloos mogen dooremmeren over hun verdrietjes, waardoor er weinig tijd over blijft om te leren’. Die kringkul werd ingevoerd om hun persoonlijkheidjes te vormen – zeg maar de identiteitjes.

En eveneens met recht stelt Aleid vast: “Wie ontdekt dat hij een ingewikkeld probleem kan oplossen, lekker eten kan koken of anderen aan het lachen kan maken, krijgt eigenwaarde.”

Eigenwaarde, dat was inderdaad ooit echte identiteit. Het zal voor velen zeker ook nu nog zo functioneren. Maar de postmoderniteit wordt meer en meer gekenmerkt door mensen die een stabiel ik ontberen, bijgevolg narcistisch functioneren en dus – zeker wel – hun fake identiteit ontlenen aan spullen.

Aleid Truijens gelooft er nog in – ik niet meer. Cor Molenaar, de retaildeskundige, gelooft nergens meer in. Of toch: Hij gelooft in juiste manieren van branding – aan het tactisch ‘in de markt zetten’ van spullen die iemand even zichzelf doen zijn… Heel even.

Er zijn psychiaters die vrouwen proberen te genezen van wat ik ooit shoppisme doopte, de postmoderne versie van consumerism: Ze kopen voortdurend nieuwe paren schoenen die thuis niet eens meer de zak en de doos verlaten – ze worden gestald in een apart kamertje met daarin alleen maar onuitgepakte zakken met daarin dozen onuitgepakte nieuwe schoenen.

Bevalt u dit blog, stuur het door aan vrienden en kennissen
Bekijk ook mijn andere blog: sierksmatwee.woordpress.com

KEUZESTRESS

8 dec

Enige tijd geleden werd ‘keuzestress’ een vaag label genoemd. Het zou gewoon gaan om ‘besluiteloosheid’ [VK 23.11.13]. Alsof een verschil in benaming een verschijnsel verandert, dan wel wegpoetst.

Het overaanbod van goederen, studiemogelijkheden en partners kenmerkt de postmoderne wereld. Dit overaanbod wordt bepaald door twee factoren – een subjectieve en een objectieve.

Subjectief is er het ‘karakter’ dat in de afgelopen generaties van elk twintig jaar in toenemende mate is bepaald door ‘autonomie’ en ‘individualiteit’ [het ligt veel complexer, maar dit is een blog]. Dat zijn de noemers die opvoeding en scholing gingen typeren.

Objectief is er het feitelijke overaanbod aan ‘verschillende’ goederen, studies en partners. Enerzijds is daar een op consumentisme draaiende economie die wordt gespiegeld in een populisme dat haar ‘programma’s’ laat bepalen door meningssondering. Anderzijds is er het systeem van communicatiemedia dat ons confronteert met deze veelheid.

In de trein zit een stel dat zichtbaar uitgaat. Haar mobieltje gaat over. Ze begint lang en verliefd te praten met een andere jongen aan ‘de lijn’. En besluit terplekke om die avond toch maar met die ander uit te gaan. Jongen hier kapot. Zij straks met het zelfde probleem als voorheen – was hij toch leuker geweest dan de nu verkozene?

Postmodern ben je voordurend waar je niet bent en niet daar waar je bent. Dit is zelfs meer dan keuzestress – het is een uitholling van het ‘karakter’ of de ‘persoonlijkheid’. De postmoderne mens krijgt in toenemende mate een ‘leeg Ik’ en behoeft daarmee steeds meer een ‘Pantzer Ik’. Teneinde ‘er te zijn’.

8.12.13

KARAKTER ONDERWIJS

10 feb

Op de basisschool De Delta in Assendelft gaat men geheel over op onderwijs middels computer en tablet. Gewoon leren schrijven is er niet meer bij, gepend wordt daar alleen nog in blokletters. Die zijn op een schermpje immers leesbaar voor dat tablet.

Joost Steins Bisschop komt hiertegen in het geweer (FD 9.2/2013). Het handschrift is ‘een stuk van je karakter’. De blokletter ontvreemdt als het ware je ziel, althans een van de mogelijkheden om die te tonen.

Wie mijn handschrift probeert te lezen zendt me daarna linea recta door naar een inrichting. Daaruit spreekt slechts intense karakterzwakte en een grote existentiele verwarring. Dit is de reden dat ik alleen voor mezelf de vulpen hanteer – in dagboeken, tijdens het maken van aantekeningen. Ik houd van dat schrijven en van die vulpennen. Slechts zelden schrijf ik iemand anders een brief. Die type ik op de computer en print ‘m daarna uit.

Het is niet zozeer angst dat de ander in mijn onttakelde ziel kan kijken. Het is veeleer een vorm van beschaving – ik wil niemand lastig vallen met een handschrift dat veel tijd vergt om te worden ontcijferd.

10.2/2013