Tag Archives: Kennedy Documenten

COMPLOTTISME – ARGWAAN – VERTROUWEN

28 okt

Het is iedereen eigen om een beetje argwanend te zijn. Volgens onderzoekers werkt de tegenstelling tussen in-group en out-group, tussen ‘je eigen mensen’ en ‘vreemdelingen’ in ieders bewustzijn. Het is een oeroud zaadje van de evolutie.

 

Zo zijn we bijvoorbeeld ook standaard, dat wil zeggen genetisch bepaald en geneigd om beter te luisteren naar een diepere, donkere stem, dan naar een hoger stemgeluid. In vergaderingen hebben vrouwen dus een altijd al gegeven nadeel.

 

Wie hieruit de conclusie trekt dat dit dan maar jammer voor vrouwen is, of voor vreemdelingen, maakt een ernstige vergissing. Beschaving is nu juist de culturele tegenvoeter van deze biologische gegevens.

 

Een beetje beschaafde samenleving voedt zodanig op, dat je wat extra aandacht leert besteden aan de mening van iemand met een hogere stem; die mening zou immers de juiste kunnen zijn. Of je begint kinderen al vroeg te leren dat vreemdelingen de moeite waard zijn, en zeker onze genegenheid waard: ze hebben het in de ons al bekende omgeving allicht lastiger dan wijzelf.

 

Maar toch: Een zekere argwaan zit er in gebakken. Toch waren veel mensen uiteindelijk van goed vertrouwen, van een fundamenteel vertrouwen. Vast ook het gevolg van een opvoeding met vertouwen in de ouders. In het postmoderne tijdsgewricht met de tsunami aan gescheiden gezinnen ligt het intussen anders.

 

Ook wanneer ze iemand niet kennen treden mensen met een fundamenteel vertrouwen die vreemden optimistisch tegemoet. In veel andere gevallen heeft het woord vertrouwen een andere op ervaring gebaseerde betekenis. In plaats van fundamenteel, is het vertrouwen dan praktisch: je vertrouwt een bepaalde leverancier op grond van wat hij in het verleden afleverde. Tot nu toe niets mis mee, dus te vertrouwen. Denk aan de auto die naar de garage wordt gebracht.

 

Een Complottist daarentegen mist zowel fundamenteel als ervaringsvertrouwen. Wat er ook gebeurt, ‘er zit altijd iets achter’, er is altijd wel iemand ‘die je pootje wil lichten’. Het gaat steeds om ‘duistere krachten’, die vanzelfsprekend onzichtbaar zijn en dus slechts zichtbaar voor de complottist. Of juist heel erg zichtbaar, in de vorm van immigranten, kleurlingen en wat dies meer zij aan ‘vreemde eenden in de bijt’.

 

De complottist is veelal een narcist, iemand met een uitgehold Ego, die een mateloze behoefte heeft om zich deel te voelen van ‘belangrijke gebeurtenissen’. Hij weet wat er aan de hand is met de dood van Kennedy; zij weet dat preventieve behandeling van meisjes tegen vaginale kanker een staatsmachinatie betreft, waarbij in de meiskes geheime chips worden aangebracht… Het is altijd groots en meeslepend en omvangrijk; de complottist is er deel van omdat hij of zij er weet van heeft.

 

De historicus Robert Dalek, die zijn leven grotendeels heeft gewijd aan de geschiedenis van de moord op Kennedy, formuleert het prachtig: “Voor veel mensen blijft het lastig te accepteren dat zo’n onbeduidende figuur als Oswald zo’n belangrijke persoon als Kennedy kon vermoorden.”

 

De complottist is altijd een fan van grootheden – fanatiek tot op het bot. Megalomaan als hij is, identificeert hij zich met die grootheid. Door de moord op zo’n grootheid wordt het manneke, zelf onbeduidend, iemand die niets is, zelf even groot. Als een blaasbalg groeit hij en zak hij weer in. Dus heeft de complottist een onblusbare behoefte aan nieuwe, volgende complotten.

 

Sierksma 28.10.17