Tag Archives: Medisch Adviseur

ARTS EN KENNIS

15 nov

Behalve een veldslag van de staat tegen de medicijnenindustrie – zeg maar: een burgeroorlog tegen drugs – is er ook sprake van een strijd tussen staat en artsen en van een slag tussen artsen onderling. Over die wederzijdse artsenstrijd gaat dit blog.

 

Paul Hoek is ‘basisarts en medisch adviseur te Nijmegen’, me dunkt een jonge arts, hij schrijft immers over zijn pas afgeronde co-schappen. Dit adviseurschap is geen onbelangrijk gegeven; daarmee spreekt hij, zoals in het volgende duidelijk wordt, in zijn bijdrage aan de discussie in Het Financieele Dagblad  pro domo – voor het eigen belang. [FM 14.11.15]

 

Hoek ziet de komst van internet als intermediair tussen arts en patiënt als een zegen. Hij moet het met die stelling opnemen tegen artsen die dit niet vinden, verenigd in Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG).

 

Deze artsenvereniging vindt het maar niks. Hoek vat het standpunt van zo’n anti-internet arts in zijn eigen woorden samen.”Ik ben bang dat we daardoor belangrijke non-verbale clues missen; ik kan geen lichamelijk onderzoek doen; het is niet veilig in verband met privacy; het past niet in mijn huidige routine; er is geen bewijs dat het beter is; ik krijg er slecht voor betaald.”

 

Hoek vindt dit ‘allemaal drogredenen’, hij weet zelf precies waarom zijn collega’s die er bij halen: “Tegenwoordig zijn er websites waar artsen door patiënten beoordeeld kunnen worden. Veel artsen zijn hier erg bang voor, maar als je je werk goed doet, wordt je goed beoordeeld.”

 

Daarmee gaat brokkenpiloot Hoek in zijn hard scheurende bolide diverse keren de bocht uit:

 

  1. Hoek gaat volledig voorbij aan medisch shoppen – zeg maar de evenknie van Woody Allens reli-shoppen in Hannah and Her Sisters. Hierbij zoekt de patiënt naar second, desnoods naar third and fourth opinions tot een arts eindelijk akkoord gaat met de lezing van de ziekte door de patiënt zelf. Het zal duidelijk zijn dat hier sprake is van een eindeloze regressie: de patiënt heeft die kennis niet (ondanks Hoeks verwijzing naar ‘medische kennis die voor iedereen te vinden is op het internet’) en kan dus die diverse opinions niet ten opzichte van elkaar beoordelen. Dit dwaze  fenomeen wordt door internetconsulten slechts bevorderd.

 

  1. Inderdaad zijn de verwijzingen naar privacy, betaling en routine ‘drogredenen’. Maar Hoeks plakt deze aan twee overwegingen van zijn tegenstanders die wel degelijk hout snijden: het ontbreken via internetconsulten van de kennis van de medische geschiedenis van een patiënt , het niet kunnen verrichten van lichamelijk onderzoek, en het missen van clues. Het is zonneklaar dat de klinische blik structureel ontbreekt tijdens internetconsultatie – een ernstig probleem. [Ter zijde: Hier ligt trouwens ook het argument waarom vrije artsenkeuze wel moet blijven bestaan voor de huisarts, niet echter voor de specialistische hulp in ziekenhuis, een echelon hoger dus.]

 

  1. Een laatste crash maakt Hoeks wanneer hij beweert dat de beoordeling van artsen door patiënten prima verloop, simpelweg omdat ‘als je je werk goed, je goed wordt beoordeeld’. Juist omdat patiënten niet over adequate medische kennis beschikken, is de beoordeling van hun arts per definitie scheef en beperkt.

 

Dat een arts als Hoeks deze interactieve onzin bepleit, kan slechts verklaard worden door zijn parti pris: het feit dat hij als ‘adviseur’ zijn geld verdient.

 

BEZOEK OOK MIJN ANDERE BLOG sierksmatwee.wordpress.com

 

Sierksma 15.1-15