Tag Archives: #MeToo

SEKS, SEKTE EN MACHT

20 feb

Dat sinds de #MeToo explosie sektarische seks weer op de journalistieke agenda zou komen, wist ik direct. In de jaren 70 besteedde ik nogal wat tijd om het wel en wee van zogeheten communes te volgen, u weet wel: hippies. Later bestudeerde ik de Steiner-club der antroposofen; zo’n vereniging die in haar statuten ontkent een sekte te zijn en daarmee extra sektarisch is.

In alle vormen van sektarisme speelt seksualiteit, en dus seks een rol. In een of andere vorm is puritanisme de primaire voedingsbodem. Mannen en vrouwen uit benepen milieus ontsnappen richting beschermde seksuele vrijheid.

Het gaat om wat Erich Fromm destijds haarfijn omschreef als ‘angst voor de vrijheid’: de qua karakter puriteinse jongens en meisjes c.q. jonge vrouwen en jonge mannen willen van hun bekrompenheid af, en persen zich vervolgens in een keurslijf van sektarisch omschreven, en dus ‘goedgekeurde’, veelal losbandige seks. Alles ‘mag’ opeens, mits het gecodeerd wordt als ‘genezing’, ‘vrijheid in gebondenheid’, The Path.

Communes en sekten hebben gemeen, dat er steeds één of enkele van de top dog mannetjes hun morele terreur kunnen uitoefenen over de rest van de mannen, waardoor ze verleidelijk worden voor de vrouwen – die de andere mannen moeten ‘opgeven’.

Vervelend voor de vrouwen is dat ze slechts tijdelijk de rol van seksuele oogappel van de He-Man mogen vervullen, die vervolgens op hen raakt uitgekeken en dan nieuwe oogappels vindt. Het zijn de verworpenen, de opeens afgewezen vrouwen, die meestal achteraf in opstand komen en wellicht zelfs uit de kast.

Zo nu weer vrouwen die jarenlang zijn geneukt door hun boeddhistische ‘leidsmannen’. Achteraf zijn ze een tijd lang ‘bang voor de zwarte magie’, gezwicht voor ‘het geestelijke overwicht’ et cetera. En zowel in de berichten van de klaagsters, als in de toon van de verslaggevers komt voortdurend de term macht voor.

Zielige vrouwen, met emotionele kwetsuren als gevolg van scheidingen et cetera, geven zich over aan boeddhistische heren en hun rituelen. Later heet het opeens, dat ze voor de macht zijn gezwicht en niet meer onder die macht uit durfden te komen. Andere vrouwen, die nog steeds het genot van des meesters pik genieten, zeggen tegen critici: mijn soort boeddhisme “is niet voor iedereen te bevatten; vrouwen hebben echt een keus”.

Ik denk dat deze tegenstem gelijk heeft. Machtsuitoefening is altijd een zaak van reciprociteit geweest: Degenen over wie macht wordt uitgeoefend ‘willen’ dit, of laten het gebeuren. Pas wanneer geweld wordt ingezet om ‘afvalligen’ in het gareel te krijgen – wat in sekten zeker ook voorkomt – wordt deze wederkerigheid opgeheven. Daar is inderdaad iets mis. Meestal is dit niet het geval.

Maar om nu elke mallotige boeddhistische ‘geestelijke leider’ die met zijn ‘zwarte magie’ van de ‘geheime praktijk’ van zijn pik vrouwen geneest die door hun westerse mannen zijn verlaten, te gaan vergelijken met Harvey Weinstein, is van de zotte. [VK 20.2.18]

Alleen al de 1001 soorten boeddhistische sprookjes-sekten die er zijn, zou toch elke weldenkende man of vrouw aan het denken moeten zetten. Elk van die malle clubjes beweert ‘Het Pad’ te kennen en te bewandelen. Een tegenspraak op zijn minst – een pragmatische paradox zeer waarschijnlijk.

Sierksma 20.2.18

ARME ALLEN

8 feb

Woody Allen was de eerste die het woord witch hunt gebruikte, toen de #MeToo ellende pas was bebegonnen. En de man wist het: ten slotte zou hij zelf het haasje zijn. Intussen wordt zijn veronderstelde pedofilie met een dochter van zeven weer opgerakeld.

Mij lijkt het een serieuze gedachte om ervan uit te gaan dat de mensheid gevarieerd is, in het bijzonder inzake seksuele voorkeuren. Geen daarvan kun je als pervers benoemen zonder in ernstige logisch problemen te geraken inzake het criterium van ‘perversie’. Zo zit het – de een wil dit, de ander dat.

Dat er vervolgens gesproken kan worden over vrijwilligheid bij het aangaan van een seksuele verhouding is een verworvenheid van de zich ontwikkelende beschaving. Dus is het goed dat er regels zijn gekomen voor bepaalde beroepen waarin overwicht van de leerkracht, de arts, de bewaker et cetera patiënten of cliënten wellicht zou kunnen ‘dwingen’ tot handelingen die niet gewenst zijn.

Maar het blijft gaan om private handelingen. Die kunnen weliswaar aan de orde komen wanneer mensen over deze schreef zijn gegaan. Maar niemand hoeft een openbare terechtstelling in de media of op de markplaats te ondergaan: ook dat heet beschaving.

Echt pervers is bijvoorbeeld ene Bor Beekman die in de Volkskrant [8.2.18] onmiskenbaar zwelgt in het peuren in de shit rond Woody Allens dochter. Wat heeft de lezer daar mee te maken? En Bor? Met deze zaak, die speelde in een gezin waarvan de moeder ook nog eens via haar kinderen een vete probeerde te beslechten met de vader. Hooguit voer voor een rechter – niet voor de eigenrichting in de media.

Sierksma 8.2.18

FEMINISME: MOORDDADIGE IDEOLOGIE

19 jan

Jordan Peterson noemt het neomarxisme een ‘moorddadige ideologie’. Nu beweert hij ook dat ‘een op de vijf hoogleraren zich een marxist noemt’. Dat lijkt al zoveel onzin, dat je ook die eerste uitspraak met een korreltje zou moeten nemen.

Niet alleen leek het me vroeger al dubieus om je te vereenzelvigen met het hele werk van slechts één auteur; het impliceert immers per se een onkritische houding. Maar om je tegenwoordig nog marxist te noemen gaat heel ver. A la, er zijn steeds meer Marx-studiegroepen aan Westerse universiteiten. Maar studenten deden altijd al stomme dingen.

Wat ik raar vind in het interview met genoemde Jordan Peterson van de Toronto Universiteit [VK 19.1.18], is dat hij feministen, genderideologen en marxisten gelijkschakelt. Uit mijn eigen kleine universitaire geschiedenis herinner ik me vooral een diep zittende aversie van de docenten Vrouwenstudies tegen alles wat met Marx te maken had. Maar goed.

Ik deel veel van wat Peterson te berde brengt, ook al loop ik daarmee het risico bij AltRight te worden weggezet. Voor iemand die ooit biologie en evolutietheorie wilde studeren (maar om duistere redenen de filosofie inging), is het duidelijk dat verschillen tussen mannen en vrouwen een stuk dieper in de beestjes zitten dan het uiterlijke verschil tussen kut en pik. Ook de irritante verwisseling van ras en etniciteit die in gender-ideologische kringen opgeld doet, lijkt me niet bevorderlijk voor een heldere discussie. Die willen deze ideologen ook niet.

Peterson heeft gelijk dat de vaandeldragers van de ‘genderneutraliteit’ en van zeg maar ‘de klassenstrijd van vrouwen tegen mannen’ veelal irritante fanatici zijn die, zoals de @MeToo beweging aantoont, al snel overgaan tot openbare executies zonder rechtspraak. Sektarisme is hun niet vreemd.

Wat echter te gek voor woorden is, is de even wilde uithaal van Peterson zelf, die beweert dat “er geen verschil is tussen hun identiteitspolitiek en de ideologie achter de gebeurtenissen in de jaren twintig van de vorige eeuw” (voor de jongeren: het Stalinisme in de voormalige Sovjet Unie). Laat je nakijken, kerel!

En overigens ben ik van mening dat niet Marx, maar Schopenhauer de ideale bon voor de feministen en genderpolitici is.

 

 

Waar Marx helder aangaf dat het einde van de klasse van de bourgeoisie het gelijktijdige einde van hun immers dialectische tegenpool zou betekenen, daar zou de ‘klassenstrijd van vrouwen tegen mannen’ het advies van Schopenhauer ter harte kunnen nemen (trouwens gegeven aan de mannen, niet aan de vrouwen): gewoon één generatie lang niet meer neuken, de verleidelijke vrouwen ter zijde schuiven en celibatair gaan leven – en alle leed is de wereld uit, om te beginnen met het menselijke ras.

Sierksma 19.1.18

 

HAND OP HAAR DIJ – #METOO

15 jan

HET PERSOONLIJKE IS NIET POLITIEK

De grote veldslag binnen het feminisme is begonnen en zal nog wel even voortduren. De Amerikaansen tegen de Françaises. Vaandeldraagsters zijn voor even de Amerikaanse ‘feministische intellectueel, culturele critica en docente filmmaking’, Laura Kipnis (geboren in 1956), en Catherine Deneuve (geboren 1943) die geen introductie behoeft.

Inzet: hoever dient de hand van de man over de dij van een vrouw te gaan om te gelden als (begin van) aanranding? Daar valt natuurlijk over te twisten, zeker wanneer we het verschil in leeftijd tussen de twistende dames in aanmerking nemen, maar vooral ook gezien het flinke verschil in de dosis culturele ironie van de twee voorvechtsters.

Als man, als potentiele boosdoener dus, ga ik me niet mengen in deze discussie over de dij-criteria. Zeker lijkt me wel dat het rabiate Amerikaanse feminisme een logisch uitvloeisel is van een in alle opzichten zieke samenleving, waarin ongeveer alles in termen van identiteit wordt begrepen. Logisch, wanneer je eerst de Indianen uitroeit, samen met hun bizons, om dan te doen alsof al die verschillende soorten immigranten de oorspronkelijke bewoners zijn van een door God aan hen gedoneerd land. Ga ik ook verder niet op in.

Wel mijn aandacht heeft een passage in het stuk van Kipnis in The Guardian, waar iemand die het allemaal ook in iets minder recent verleden een beetje heeft gevolgd wel iets over kan zeggen.

Ooit, ik geloof in de jaren tachtig, werd ik gevraagd om seminars te geven in het vak Vrouwenstudies, dit aan de Faculteit voor Architectuur in Delft. De toeloop van studenten was blijkbaar meer dan verwacht, de twee beschikbare ‘feministische docentes’ konden het niet aan. Waarom ze mij uitkozen? Wellicht omdat ik de enige was die, behalve zij, met zijn sociaal-filosofische achtergrond de voorgeschreven teksten over wonen, vrouwen en sociale context kon doceren.

Vooraf deelde ik mijn nieuwe collega’s wel mee dat ik de zweep zou halen over onzin als ‘feministische methodologie’, ‘de klassenstrijd van mannen tegen vrouwen’ et cetera. Mocht, mits met argumenten.

In die tijd kwam de feministische slogan in zwang: Het Persoonlijke is Politiek. Ook daar had en heb ik veel kritiek op. Tevergeefs blijkbaar, want nu trof ik in het stuk van Kipnis deze passage aan, nadat ze Deneuve eerst onnozelheid heeft verweten omdat ze precies dit heeft gemist:

“Voor zover vrouwenlichamen nog steeds als openbaar eigendom van mannen worden behandeld, en of dit nu het naar ons graaien betreft dan wel dat ze denken met onze uterus te kunnen doen wat ze willen, hebben vrouwen nog geen burgerlijke gelijkwaardigheid. Dit punt missen (zoals Deneuve en haar Franse zusters doen) betekent de politieke betekenis en de politieke afkomst van #MeToo missen, de laatste stap in een politieke strijd voor de eenvoudige controle van hun eigen lichaam door vrouwen.”

Zou Kipnis doelen op abortus – geen probleem, dat is een politieke strijd met doelen die slechts politiek te verwerkelijken zijn. Zou ze doelen op gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijk werk – geen probleem, dat is een doel dat slechts via politieke wegen te bewerken is.

Maar bij #MeToo gaat het nu juist wel over het persoonlijke en over wat Kipnis in een intellectuele bui ‘het lichaam/geest dualisme’ noemt. Volgens haar is het Amerikaanse feminisme altijd uit geweest op het ontmantelen van de tweedeling geest/lichaam. Bedoeld wordt, dat intentie en daad kunnen worden gelijkgeschakeld, en dat wie het vrouwenlichaam aanrandt, haar geest aanrandt. Het Amerikaanse feminisme beschouwde als eerste het persoonlijke als politiek, met dien verstande dat in De USA het politieke onmiddellijk wordt vereenzelvigd met het juridische, met The Law.

Dat is een typisch Amerikaans vooroordeel waarvan flirten, ironie en een vrolijke omgang van de seksen het slachtoffer zijn geworden. Een gevolg ook van een maatschappij die nooit een samenleving werd, maar die slechts de verhouding tussen de geslachten in The Fronteer in Het Wilde Westen hebben voortgezet: een situatie van te weinig, nogal losse vrouwen voor veel te veel, nogal ruige mannen; per contra ontwikkelde zich in de eerste stadjes onder de burgerdames een niets ontziend puritanisme, hooggehouden door lange rokken en een benepen christendom.

Dit leverde de USA van nu op, waarin enorme pornofabrieken de wereld wordt voorzien van skin flikken, waarin tv-dominees het omgekeerde preken van wat ze zelf doen, waarin christelijke fundamentalisten de politiek bepalen en waarin feministen denken de zaak der vrouwen goed te doen door de verhouding man/vrouw nog steeds in Fronteer termen te zien.

Het irritante van nogal wat Europese feministen is geweest, en is nog steeds, dat ze des strijdkreten van de Amerikaanse zusters onkritisch hebben overgenomen en hebben toegepast op de Europese verhoudingen tussen de seksen die nooit echte leken op die in The States.

Natuurlijk zijn de semantische codes die de samenkomst en de scheiding der seksen vormgeven van een sociale orde. Lees het magistrale boek van Luhmann Liebe als Passion. In elk tijdsgewricht gelden er andere codes voor hoe mensen intiem samenkomen. Probleem van Amerika, en nu ook van Europa, is dat immigratie en sociale flux zoveel van die codes bij elkaar hebben gebracht, dat geen ervan echt meer geldig is. Van de weeromstuit wordt er dan maar gedacht dat je met rechtsreels de zaak kunt uniformeren.

Het persoonlijke is en blijft echter niet politiek. Precies alles wat ‘de liefde’ betreft – in al haar lyrische, vunzige, huwelijkse en overspelige varianten – draait om uiterst persoonlijke zaken: trouw, geilheid, genegenheid, allemaal gevoelens die vanzelfsprekend in een chiaroscuro huizen. Over deze grootheden valt geen algemene rechtsregel te verzinnen; zowel de daden, als de oordelen, als de ervaringen van beide betrokkenen zijn altijd al louter situationeel en uiterst persoonlijk.

De samenkomst van de seksen is riskant per se. Het Amerikaanse feminisme leeft in de illusie dat je die risico’s althans in schijn kunt opheffen door wat normen en rechtsregels voor te schrijven; door het persoonlijke politiek te maken en door het tedere scherm tussen privaat en openbaar stuk te scheuren. Het lijkt erop dat ze daarin zijn geslaagd – ook in Europa, waar Deneuve c.s. een achterhoedegevecht leveren.

Sierksma 15.1.18

TRANSPARANTIEVLOEK

2 jan

Dat het tedere scherm tussen het private en het openbare in de postmoderniteit volledig is verscheurd, beweerde ik al vaker. Sterker nog: ik beschouw het als het definiërende kenmerk van die postmoderniteit.

Het is begonnen in – als ik me goed herinner – de jaren ’80, toen het woord transparantie opeens allesoverheersend werd. In de politiek, bij uitstek het terrein van de ondoorzichtigheid, diende alles transparant te worden. Bedrijven moesten transparant zijn door in hun boeken alle door hen bedreven vuiligheid open en eerlijk aan te geven. Et cetera.

Behalve een fikse dosis naïviteit in die jaren, ging het de transparantiebeweging nog om zoiets als democratie: de bevolking heeft recht om te weten wat er zoal met hun geld en moeite wordt gedaan. Of die inderdaad worden ingezet zoals ze dat bedoelden.

De aversie destijds tegen de notie van transparantie van de kant van mensen zoals ikzelf, had vooral te maken met het sterk ideologische gehalte ervan. Er was op zijn minst een zacht vermoeden dat hoe meer transparantie van de daken werd geschreeuwd, des te minder doorzichtig het allemaal werd.

Intussen is de postmoderniteit niet meer een zich ontwikkelende sociaaleconomische en mediale structuur, maar een gevestigde orde. De nieuwe generatie is volledig vergroeid met de mediawereld, het flex- en flits fenomeen heeft alles doordrongen: van arbeid tot ons brein, van onze ziel tot en met onze zogeheten relaties.

De #MeToo beweging vormde een culminatie van verschillende postmoderne verschijnselen: een uit zijn voegen gegroeide ‘identiteits’-ideologie, vooral gepraktiseerd door niet-autochtone ingezetenen, door Friezen en Erkenbranders,  door Buma en Sherry B., en door de laatste variant van het feminisme; een veel algemener anti-elitarisme dat kan rekenen op applaus bij elk verwijt aan hogergeplaatsten en meer gestudeerden dat ze slechts ‘elitair’ bezig zijn; et cetera.

De #MeToo beweging betrof zogeheten seksuele intimidatie waarbij het vooral om het lastigvallen van vrouwen leek te gaan, met af en toe eens een man die onheus betast c.q. bejegend werd. Intussen is er een onzichtbare #-beweging op het punt van de raciale en etnische verhoudingen: de notie van de onzichtbare, maar o zo effectieve macht van ‘de witten’ over de ‘zwarten’ die voortdurend aan de orde komt in zogeheten praatprogramma’s.

Wat bij al deze bewegingen opvalt is, dat wat in Amerika begon – eenvoudig omdat daar van een agressief racisme en etnicisme sprake is en was, en omdat de plaats van de vrouw in de Amerikaanse samenleving altijd al doordrongen was van curieuze paradoxen – snel overwaaide naar Europa. Met als potsierlijk effect, dat mensen hier doen of het even erg is als in The States. Het mag ook hier inderdaad een probleem zijn – het is overal een probleem, machtsongelijkheid tussen diverse groeperingen in een samenleving – maar wat hier in Nederland aan de orde is, heeft niets te maken met het racisme in Amerika en evenmin met de machocultuur aldaar.

Ging het bij #MeToo vooral om seksuele irritatie, daar komt nu het nummer Camiel Eurlings langs, waarbij opnieuw een stuk verleden opborrelt. Waar destijds de bescherming van vrouwen tegen hun meppers kordaat werd aangepakt door Blijf van Mijn Lijf-huizen op te richten, wordt geweld tegen vrouwen (en vast ook tegen mannen) opeens in de schijnwerpers van de media geplaatst. Uw weet wel, Transparantie.

Behalve het appelleren aan een soort plaatsvervangende geilheid bij lezer en kijker, alsmede een uiterst vluchtig beroep op het zogeheten mededogen, betekent het uitspellen in de media van het handgemeen tussen Eurlings en vriendin het definitief opdoeken van het scherm tussen privaat en openbaar. [zie het vod de Volkskrant van 2.1.18] Wat heb ik in vredesnaam te maken met wat er tussen die twee mensen voorviel? Het is hooguit een zaak voor een rechter, maar in de eerste plaats een private aangelegenheid van hen beiden.

Hetzelfde geldt voor wat ik eerder al noemde: De Nabestaandenfabriek. Uitentreuren worden we geconfronteerd met ‘nabestaanden’, bijvoorbeeld van dat vervelende vleigtuig dat werd neergehaald, die vaak na jaren nog eens even hun verdriet tweedehands overdoen, dit ten overstaan van miljoenen Tv-kijkers of UTubers. We zijn allemaal nabestaanden, toch – kunnen even ‘meevoelen’. En alle leed ligt op straat.

Zo kan de heksenjacht weer beginnen. Shaming and blaming! Er moeten koppen rollen; je moet kunnen zeggen “Naar een film met die viespeuk als acteur wil ik niet hoeven kijken”, ook als de acteur nog even goed speelt als voor zijn publieke terechtstelling door de media.

Heerlijke Nieuwe Wereld, heerlijke Nieuwe Hemel van de Transparantie.

Sierksma 2.1.18

 

ARME SPACEY, PLATVLOERSE PLUMMER, SCHUNNIGE SCOTT

26 dec

Ridley Scott is een brutaaltje. Maakte pompeuse films, a la. Was nu bezig met het afronden van de film All the Money. Eigenlijk al helemaal klaar, met als hoofdrolspeler Kevin Spacey. Na het zogeheten “#MeToo schandaal” wordt elke scene met Spacey erin geschrapt en overgedaan, nu met als acteur Christopher Plummer.

Plummer zou sowieso een knal voor zijn filmische rotkop moeten krijgen. Maten naaien heet zoiets in het voetbal. Wie zich als collaborateur laat lenen voor het wegpoetsen van een collega-acteur, zou zelf het spelen moeten worden verboden. Kan helaas niet goed meer met die Plummer: de man met zijn versleten leerkop oogt als Ready for the Grave… Maar tja, in The States hebben ze hun leergeld betaald tijdens de McCarthy processen.

Veel, veel erger lot heb ik in mijn hoofd gereserveerd voor Ridley Scott. Deze totaalvlerk gumt Spacey uit zijn film en heeft dan ook nog eens de lef om te klagen over het feit dat Spacey na het schandaal hem nooit heeft gebeld. “Geen telefoontje, geen bericht. Dat neem ik hem erg kwalijk. Het liefst zou ik hem willen vermoorden.”

Je moet GVD maar durven. Puriteinse shitasses uit Engeland en Canada zijn het, die een Amerikaanse homo van zijn carrière beroven vanwege een seksschandaal dat met het spel van Kevin Spacey niets, niente, nothing te maken heeft. Stonden netjes in de padvindershouding klaar om de bevelen van de Hollywood producers in ontvangst te nemen en deze stipt op te volgen. Akela Kapitaal wij doen ons best en schijten in ons eigen nest… Zo’n vieze Spacey in je film, dan kun je wel witte-op-doeken, toch. Weg met die man!

In de persoonlijke hel in mijn bovenkamer reserveer ik een kleine cel, waarin ik Plummer en Scott voor de rest van hun dood opsluit, terwijl ze worden gedwongen elkaar met van die driepoten in de reet te prikken. Zo niet – het vuur onder de vloer hoger opstoken en zonder toetjes naar bed.

Sierksma 16.12.17

HET CORPS – VERNEDEREND

11 nov

Daar gaan we weer – rellen rond het corps. Voor de goede verstaander: het ‘corps’ in verschillende betekenissen van dit woord.

Het corps in de zin van een legerkorps: een afdeling, die zo wordt getraind dat de soldaten na hun beginjaar alle initiatief zijn ontleerd en slaafs een onderdeel van dit ‘lichaam’ zijn geworden. U weet wel, Befehl ist Befehl en zo.

Ook het corps als een studentvereniging, waarin men tijdens de zogeheten ontgroening maar al te graag andermans lichaam vernedert. Over die vernedering zo meteen iets meer.

Ten slotte het corps als een kadaver – als lijk. Tenslotte hebben de Fransen hier jarenlang de scepter gezwaaid, nota bene vanuit Haarlem waar het paleis van het broertje van de echte Napoleon nog steeds op de kop van de Haarlemmer Hout staat te pronken. Af en toe ging het helemaal mis met die ontgroening, en tja, dan bleef een aspirant lid erin.

Dus allemaal oude koek. Toch is er nu een nieuw, zowaar postmodern aspect bijgekomen. Terwijl vroeger een schandaal de toestroom van nieuwe leden deed stokken, komen er de laatste decennia na alweer een verschrikking in de pers juist meer leden bij.

Zou die meneer, die zich voor de rechter probeerde te verantwoorden voor het bijna vermoorden van wat in het corps een foet wordt genoemd, een ongeborene dus, gelijk hebben met zijn uitspraak dat vernedering er gewoon bij hoort en goed is voor die foeten? Ik denk van wel.

Het toenemend leeg worden van het postmoderne Ego levert een personage op dat voordurend aandacht wil van als ‘relevante anderen’ gedefinieerde lieden. Tegelijk heeft dit lege Ego met regelmaat een schok[je] nodig via allerlei variaties van geweld, dit om zichzelf te voelen – om te ‘bestaan’. Postmodern narcisme, postmodern sadomasochisme: het geweld wordt anderen aangedaan of je ondergaat het zelf – willig. Toenemend pesten, ruigere seks, een wervelende tornado van SMS verkeer et cetera.

Het contrapunt van de #MeToo-windhoos is niet meer dan een onderdeel van deze ontwikkeling.

Zo zijn er nogal wat mensen die maar wat graag anderen willen vernederen en op hun beurt vernederd willen worden, en die zich via deze psychische omweg lidmaat kunnen voelen van een grotere eenheid, van een groter lichaam. Het probleem van de corpora is dat er diverse graden van narcisme bestaan. De aspirant-leden, de foeten, komen weliswaar als schapen in de kooi en weten van die komende vernedering – maar niet elk heeft behoefte aan dezelfde dosis. Ontmoet een echte sadist dus een aspirant lid dat slechts een beetje vernederd wil worden, dan kan dit leiden tot schandalen.

En overigens ben ik van mening dat het intens grappig is om te lezen, dat de rechtse etters in de Poolse regering met een campagne zijn begonnen om de nieuwe generatie te laten fokken als de konijnen. Letterlijk met neukende konijntjes in de reclame… Doet denken aan de vernederende behandeling door de Nazi’s van vrouwen als fokkoeien. Grappig is natuurlijk, dat het Poolse geboortecijfer het laagst van Europa is, omdat geen vrouw daar kinderen in de wereld wil zetten zolang er nog zulke leiders aan het bewind zijn…

Sierksma 11.11.17