In Amsterdam is er geprotesteerd door de hoeren van de Wallen en de Zeedijk – tikkeltje preuts, dat wel, de schoonheden gingen gemaskerd over straat om niet herkend te worden. Maar dat is misschien begrijpelijk. Geheel begrijpelijk is hun woede over de aanleiding van die demonstratie: Het sluiten van één op de vijf ‘ramen’ door het PvdA-duo Asscher/Van der Laan. [VK 10.5.15]
Zonder deze vitrines, waarin hun vleselijke waar in alle pracht aan potentiële klanten kan worden getoond, gaat hun handel eraan. Of liever gezegd: Die handel loopt minder goed en verloopt elders. Je hoeft geen snuggere socioloog te zijn om te weten, dat onderzoek her en der heeft aangetoond dat hoererij er altijd was en er altijd zal zijn – en dat deze nering zich over een groter gebied ongecontroleerd verspreidt, wanneer je het op een bepaalde plek probeert ‘uit te roeien’.
Het voorbeeld van de niet-maakbaarheid van een samenleving kreeg ik al veertig jaar geleden voorgeschoteld tijdens de opleiding in Leiden. De metafoor die werd gebruikt was die van een koperslager, die met een hamer een plaat van het materiaal bewerkt. Steeds wanneer je hier een deukje ‘wegwerkt’ komt er elders op het metaal eentje bij – de pot die door uitkloppen ontstaat, is een lappendeken van deukjes.
Afin, koperslagers of niet, meppen of niet, de Amsterdamse hoeren zijn er mooi klaar mee. Er worden door de neo-calvinisten van de Amsterdamse PvdA twee hoofdargumenten opgevoerd. Allereerst: Hoe de hoererij pooiervrij te krijgen? Alsof het sluiten van vitrines daar iets aan bijdraagt!
Ten tweede: De naam van de stad hoog houden, de associatie met de ‘rosse buurt’ kwijt raken. Alweer een giller – alsof zoiets door het sluiten van de ramen en het erin onderbrengen van kleding ‘boetiekjes’ lukt. Met recht zegt de Voorzitter der Hoeren, Mariska Majoor, die ik even verwarde met zo eentje van het Leger des Heils, dat het gaat om “een stadvernieuwingsproject, met als excuus dat de ramen aangepakt moeten worden.”
Het simpele bewijs voor haar stelling: Wil je echt van die hoeren, de vitrines en de pooiers af, dan sluit je niet 1/5 van de ramen, maar alle 500! Dat doet de gemeente niet.
Die vervelende Asscher moet eindelijk eens Bernard Mandeville’s wijze woorden gaan lezen – diens Bescheiden verdediging van openbare bordelen. In plaats van ramen te sluiten, zou het een goede zaak zijn wanneer de Amsterdamse overheid zich actief in het vak zou begeven: De Wallen ontwikkelen, platvloerse peepshows eruit flikkeren, de vulgariteit van de gevels halen en de architectuur van de Wallen weer tonen, fraaie bordelen openen met staatsartsen en staatspooiers – en vooral mooie ramen zetten.
Het lijkt me nuttig een helder onderscheid te maken tussen de ongewenste intimiteiten waartegen Chinese en Egyptische feministen met recht in de weer zijn, en de gewenste intimiteit die een klant met de hoer heeft. Tegen door pooiers opgelegde ongewenste intimiteit treed je op middels recherche en vervolging, niet door die ongewenste intimiteit naar de buitenwijken van Amsterdam te verbannen – waar ze wellicht nog minder ‘gewenst’ zijn…
Asscher zelf heeft hierin misschien nog een toekomst. Als politicus zie ik het voor hem niet meer zitten in die politieke vitrine van Den Haag. Teveel de pooier die zijn Dames – zorg, onderwijs en arbeidsrecht – heeft uitverkocht aan de neo-liberalen. Juist die neo-liberalen zijn de echte voorstanders van ellendige pooiers en kwalijke vrouwenhandel. ‘De markt’, weet u wel – moet kunnen.
Bevalt u dit blog, stuur het aan vrienden en kennissen
Bezoek ook mijn tweede blog: sierksmatwee.wordpress.com