Tag Archives: Puritanisme

NAAKT VERBANNEN

19 feb

John Vesty is een begaafd schilder. In mijn huis wonen verschillende van zijn werken; in deze Sequence ga ik slechts op één daarvan nader in. Die hangt boven mijn bed.

.

.

Toen ik besloten had om nog een ander van zijn schilderijen te kopen, een recent doek, besloot ik op het Web te kijken of er iets over de data en de maker te vinden is. Zo struikelde ik over een ongelofelijk artikel waarin uit de doeken wordt gedaan hoe nu juist dit schilderij boven mijn bed, samen met anderen, van een tentoonstelling werd verbannen. Dit gebeurde nota bene in Cromer, een stadje aan de Engelse Oostkust dat ik in een ver verleden goed leerde kennen. Er is zelfs een gedicht van me over de pier die ze daar hebben. * Teneinde goed Engels te leren spreken, had mijn vader me voor drie maanden ondergebracht bij een Engels gezin in Leicester; de lady of the house was a teacher speech and drama. De familie had een klein zomerhuis in het dorp Overstrand, een buur van de wat grotere plaats Cromer.

Daar stond het dus op mijn scherm te lezen, een artikel in The Independent, bepaald geen krantenvod: “Nadat er klachten binnenkwamen van de staf, werden in het kantoor van Cromer’s Gemeenteraad naaktschilderijen van de muren verwijderd. John Vesty had ervoor gezorgd dat zijn schilderijen daar vier weken lang in het kantoor van het North Norfolk District Council zouden hangen.” We schrijven Augustus anno domini 2010 – twee duizend en tien voor wie de voorkeur geeft aan letters; beide Twin Towers zijn inmiddels uit New York verdwenen en de eerste kapitalistische crisis van de eeuw is alweer aan het vervagen. In al hun va god verlaten onnozelheid waren deze huftertjes nog steeds bezig met het weren van schilderijen van naakte vrouwen…

De schilder zelf, John Vesty, reageerde aldus: “Het zijn allemaal standard life poses – het soort werk dat kunstenaars al honderden jaren maken. Er zijn geen expliciet frontale poses of iets wat daar ook maar op lijkt.” Deze riposte is, me dunkt, nogal tam en lam. Christ! Of schildersmodellen nu in standard poses zijn afgebeeld of met al hun openingen frontaal en goed zichtbaar – het is volstrekt irrelevant. De cruciale kwestie bij het bekijken van alle schilderen is of zo’n doek goed is of niet, en natuurlijk ook van belang is hoe je tot een dergelijk oordeel kunt komen, een beoordeling gedeeld met anderen. Zelfs een schilderij van twee neukende mensen op het strand kan een goed werkstuk zijn; het verdient het om door een publiek van liefhebbers te worden bekeken. Heb je er geen trek in, kom dan niet naar de tentoonstelling…

Voor ik een close-up van ‘mijn’ Vesty laat zien, dus van een van de doeken die uit Cromer werd verbannen, moet ik nog melding maken van een soortgelijke potsierlijke vertoning die ikzelf ooit meemaakte. Het ging om een tentoonstelling van doeken van Kees Vollemans in het Academie Gebouw van de Leidse Universiteit, een oud klooster. Het gebeurde ergens rond 1966, toen ik daar studeerde. Ook het werk van Vollemans werd, nadat het er een dag had gehangen, van de muren weggehaald, dit na klachten van ik weet niet wie. Let wel, in zijn geval ging het inderdaad om full frontal poses – dat wil zeggen om kutten en aarzen. Je zou ze misschien schilderkunstig van mindere kwaliteit kunnen noemen; maar precies dat oordeel kun je pas vellen wanneer je ze eerst hebt bekeken – iets wat me toen niet lukte, omdat ze al weg waren gehaald toen ik kwam kijken…

.

.

Dit is zeker ook geen meesterwerk. Wel is de weergave van de houding van het model goed gelukt, net als het kleurgebruik dat typisch ‘Vesty’ is. Later, in een volgende stukje – dat ik zal schrijven nadat ik het nieuwe schilderij in bezit heb gekregen – zal ik proberen te verduidelijken hoe de vakman Vesty is blijven groeien en groeien, en hoe schitterend van kwaliteit zijn latere werk is. Daar gaat het bij elke kunstenaar toch om: almaar beter worden…

Waar ik hier mee wil eindigen – ook een reden waarom ik het bovenstaande schreef – is een kleine notitie over het begrip puritanisme. Vanaf mijn allereerste colleges esthetica legde ik er nadruk op dat puritanisme een veelomvattende morele houding impliceert; het is niet iets dat louter met seks te maken heeft.  Puriteinen wensen zaken helder te houden – eenvoudig en nauwkeurig van elkaar onderscheiden, zo niet gescheiden. Iets dient of dit, of dat te zijn; het moet zuiver zijn.

Er bestaat volgens mij een psychologische samenhang tussen puritanisme en smetvrees – de abnormale angst voor, en vooral ook afschuw van ‘onreinheid’. Wie hieraan lijdt, is voortdurend bezig met handen wassen na het handen schudden, maakt steeds oppervlakken schoon die hij gaat aanraken, verkleedt zich vaak en verschoont idem de lakens.

De psycho-politieke consequentie hiervan is dat alles wat als onrein wordt ervaren wordt verbannen uit de directe omgeving van de degenen met smetvrees – kortom, alles wat vreemd is en anders. Zo zijn misogynie, ethnicisme en, erger nog, racisme de logische broertjes en zusjes van deze angst voor het onreine. Dit impliceert dat puritanisme in essentie een meer algemeen moreel verschijnsel is. Dus was ik nogal in mijn nopjes, toen ik het uit de mond van een hoer mocht optekenen, Alberto Moravia’s Désidéria zoals die haar stiefmoeder beschrijft: “Uiteindelijk bleef ze een puriteinse Amerikaan. Ze beoordeelde mijn schranzen als een moralist, als ging het om een fout of een zonde…” Kortom, de puritein vindt niet dat te veel eten ongezond is; hij of zij beschouwt het als een kwaad. 

Dat is de crux van de zaak: puritanisme is niet beperkt tot een benepen houding tegenover alles wat met seks te maken heeft, iets wat veel mensen denken. Natuurlijk is ook de verbanning uit Cromer van John Vesty’s naakten een toppunt van puritanisme; puritanisme beslaat echter een veel breder terrein, variërend van politieke noties van nationaliteit tot en met geschiedschrijving, racisme, homofobie et cetera. Het gaat om de dwangmatige uitsluiting uit het bewustzijn van wat niet ‘van ons’ is, wat ‘vreemd’ en ‘raar’ wordt gevonden – kortom, alles wat als zondig en verkeerd wordt beschouwd.

Gaat het om de verbanning uit een Engels badplaatsje van schilderijen met blote vrouwen erop, dan is het wellicht vooral belachelijk. Vergeet echter niet dat het soort mensen dat dergelijke afbeeldingen wil verwijderen, ook graag heel wat meer uit deze wereld wil elimineren. Kortgeleden zag ik opnieuw de film ‘Z’ van Costa Gravas, waarin veiligheidsfunctionarissen langharigen, homo’s en linksen beschrijven als kankers in het lichaam van de staat, die moeten worden weggesneden om dat lichaam het weer gezond te maken…

.

* CROMER PIER, 1962

.

.

Those were the days of whine and poses,

Sauntering the far end of the pier.

In Cromer ‘t was – Constable’s coast.

Lads fingering rows of one-armed bandits,

Fruit machines, rivuletting money,

Gushing from their rattling throats.

Boys boasting budding manliness,

Loud-mouthed, beer-filled,

Feeling like heroes – gods, no less,

A lovely lass at hand,

Steering her rounded ass and boundless tits.

.

Then, but a passing immigrant,

Come from the Low Lands, learning English.

Yet, how I loved that pier,

Above the sea, walking its stilts,

It made me sing,

Kleist’s puppet, floating on my strings,

Prometheus yet unbound, no doubts,

Not knowing all the misery, the sorrow,

Quite unaware of all that was to follow.

.

Even though as poor as hell,

I loved that pier, its smell,

Its shaking penny makers,

Guarding their loot in steely loins,

Figuring tricks to get those coins.

By daylight filling boxes with black fruit,

Earning the little money spent at night;

To be pound wise – no way,

Not even being penny foolish.

.

Sierksma, Montmorillon 4.2/2022

MILOŠ FORMAN EN PURITEINS AMERIKA

16 apr

Forman, een groots filmer, is dood. Wie ooit zijn verfilming zag van Kesey’s boek over een psychiatrische inrichting, One flew over the Cuckoo’s Nest, wist het: een meester. Amadeus volgde later, een film die ik intussen zo’n twintigmaal zag. Ik kom erop terug.

Bij het in ontvangst nemen van zijn Oscar voor de Cuckoo’s Nest, zei Forman het volgende:

“Er zijn twee redenen die maken dat ik hier sta. De eerste is dat ik meer tijd doorbracht in psychiatrische inrichtingen dan de overige genomineerden. De tweede reden is dat Amerika nog altijd een groot, mooi, gastvrij en open land is.”

Die laatste ‘reden’ lijkt me een misverstand. Wel snap je dit abuis, als je beseft dat Forman net aan het verschrikkelijke zogeheten ‘communistische’ regime in Tsjechoslowakije was ontsnapt.

Helaas: Amerika is, en was ook al in 1976, een benepen, puriteinse en agressieve samenleving die vooral ‘gastvrij’ is voor wie succes heeft, maar rücksichtslos hard voor wie de boot mist. Intussen weet iedereen dit; wie er destijds twee jaar woonde, ondervond het zelf.

Ironie wil dat Forman toen nog niet wist, dat zijn film Amadeus door datzelfde puriteinse Amerika zou worden gemold. In de bioscoopversie kijkt iedereen stomverbaasd naar de vrouw van Mozart, wanneer zij uitvalt tegen de slinkse componist en concurrent van haar man, Salieri. Je snapt haar agressie niet.

Dat komt omdat een lange, hieraan voorafgaande scene, waarin deze Salieri van haar eist zich voor hem uit te kleden in ruil voor een aan Mozart toegeschoven baantje, eruit is geknipt. Ik heb Forman hier later nooit over gehoord. Misschien was hij toch ook verblind door het felle ideologische licht dat Amerika uitstraalt over haar nieuwkomers en adepten.

Sierksma 16.4.18

DENEUVE’S #METOO

10 jan

Van één ding was ik van start af zeker: Gegeven de sterk geïdeologiseerde kwaliteit van het hedendaags feminisme moest er wel gekift losbranden onder de dames zelve. En jawel hoor.

Volgens De Volkskrant gaat het om “Franse diva’s die de onder #MeToo lijdende man een hart onder de riem steken.” Zo wordt het een heus moddergevecht tussen de Amerikaansen, onder leiding van Meryl Streep, en de Françaises van wie nu Cathérine Deneuve het voortouw neemt.

Deneuve wijst erop dat ‘minieme vergrijpen’, zo niet knullige vormen van flirten niet onmiddellijk kunnen worden afgedaan als ‘seksueel’ geweld. Impliciet zegt ze dat adequate opvoeding van zowel jongens als meisjes de oplossing is, niet het verketteren van het altijd halfduistere spel van de flirtation.

Die veldslag tussen puriteins Amerika, waar alles onmiddellijk scherp wordt geslepen en op de spits wordt gedreven, in dit geval die van het mannelijke geslacht, en de traditioneel veel libertijnser Franse samenleving is begonnen. Ook wordt opgemerkt dat de heksenjacht van nu mannen ervan zal weer houden überhaupt nog te willen flirten – iets wat in Amerika al gewoon is geworden. Zoiets doe je daar slechts in een ‘beschermde omgeving’.

Ook hoor je straks alweer de klacht van vrouwen dat ze op het werk geïsoleerd worden en met de nek worden aangekeken door de collega’s, die wel linker uitkijken om nog wat met de directe medewerkers te willen beginnen.

Niet trouwens de slag tussen Amerika en heel Europa; was dat maar zo. Helaas kunnen de Zweden er tegenwoordig ook wat van. De draconische wetgeving tegen alles wat daar als vies en voos wordt beschouwd, heeft er intussen grote hoogten bereikt. Ook elders in Europa zijn de puriteinen in opmars. Denk aan kameraad Asscher.

Wat hier puriteins aan is: de denigrerende behandeling van ‘de vrouw’ als een kwetsbaar wezen dat beschermd moet worden, een object dus. Precies in dit soort puritanisme zit de tweespalt van het hedendaags feminisme besloten. Enerzijds het pleidooi voor de power woman, die het allemaal best zelf kan en wel van zich afslaat als het nodig is, of juist, dressed to kill, op jacht gaat naar een man. Anderzijds – vaak van de kant van diezelfde power women – de roep om het slachten van verkeerde mannen die zielige vrouwen te grazen nemen.

Terecht wijst Deneuve er nu op dat deze heksenjacht tegen mannen niets te maken heeft met een adequaat aan de kaak stellen van, inderdaad, verkeerd mannen gedrag: het misbruiken van machtsposities in politiek, entertainment et cetera ter verkrijging van seksuele diensten in ruil voor baantjes et cetera.

Overigens heette de vrouwenkant van dit misbruik vroeger prostitutie, waarbij een zekere vrije wil aan de kant van de hierbij betrokken vrouwen was inbegrepen. Ook in dat vak is er sprake van radicaal misbruik in de vorm van vrouwenhandel en brutale pooiers. Het aan de kaak stellen en vervolgen daarvan betekent voor een weldenkende socioloog echter niet dat prostitutie dient te worden afgeschaft.

Vanzelfsprekend is er de reactie van de rabiate feministes op de uitlatingen van Deneuve. De socialistische Rossignol: “Deze vreemde angst om niet meer te bestaan zonder de blik en de begeerte van mannen, die intelligente vrouwen ertoe drijft stommiteiten op te schrijven.” Kun je het mee doen, Deneuve!

Deze Rossignol, oud-minister en dus wellicht intelligent in eigen ogen, beseft niet dat ze zich hiermee schuldig maakt aan wat Popper reinforced dogmatism noemde: Wie in de ogen van Rossignol en vanuit het radicale feminisme ‘stommiteiten opschrijft’, ook als ze intelligent is, moet vanzelfsprekend de slaaf zijn van de begerende mannenblik. Is in deze optiek altijd waar…

Emma Goldman kon er vroeger ook al wat van: “Hoe hoger de geestelijke ontwikkeling van een vrouw, des te moeilijker voor haar is het om een sympathieke man te treffen die niet alleen haar seks ziet, maar ook het feit dat ze mens is, vriend en kameraad, iemand met een sterke individualiteit die geen enkele trek van haar karakter kan en mag verliezen.”

De teneur hiervan is dat je ook in bed over Marx of Beauvoir moet kunnen praten, zelfs wanneer je met seks bezig bent. Een me dunkt weinig inspirerende bijdrage aan de seksuele prikkeling… Na of voor de daad – yes! Tijdens – toch maar niet. Dit soort category mistakes vormen de grondslag voor de hypertrofie van het Amerikaanse #MeToo circus.

We zijn al zo diepgezonken dat parlementariërs en hun medewerkers in het al even puriteinse Engeland van pornosites worden uitgesloten. Geblokkeerd, allemaal. En wanneer er dan toch iemand probeert in te tikken wordt dit geregistreerd. Uit officiële gegevens van de computernetwerken van Westminster blijkt dat parlementariërs, leden van het Hogerhuis en medewerkers dagelijks gemiddeld 160 keer porno aanklikken. Schande.

Waar bemoeien die vieze snuffelaars zich mee!

Deneuve – zet ‘m op.

Sierksma 10.1.18

RASSENSCHANDE

1 nov

Sinds ik voor het eerst hoorde dat de Nazi’s over rassenschande klaagden, is elk gevalletje dat ik daarvan registreer een bron van groot genoegen. Het grote aantal ‘gemengde’ huwelijken, vooral in Frankrijk, prima! En dan heb ik het niet over ‘twee geloven op één kussen’, met die bekende duivel ertussen. Al vind ik zelfs dat een opsteker.

Lees ik over ons DNA, waarin ‘door de moderne mens een paar procent Neanderthalergenen wordt meegedragen’ [VK1.11/17], dan word ik vanzelfsprekend gelukkig. Elk teken van gebrek aan raciale zuiverheid is bemoedigend. Het zijn de puriteinen die raszuiverheid nastreven, ook als elk onderzoek aantoont dat zoiets blijkt uitgesloten.

Of die zuiveraars zoeken het een treetje lager, ook al zingen ze dan vaak het bekende toontje hoger. Ze beginnen te leuteren over ‘nationale’ zuiverheid, ‘onze christelijk-joodse waarden’ of het verplicht aanheffen van het Wilhelmus op scholen, dit elke morgen en het liefst met de rechter hand op het hard zoals ze het in Amerika doen, de blik plechtig gericht op het nationale dundoek.

Viespeuken vind ik ze, deze Wildersjes, Bumaatjes en Baudetjes, terwijl zij mij natuurlijk een viespeuk vinden. Ik heb immers drie rasonzuivere kinderen van een Indische moeder. En mooi dat die zijn – daar kan ik zelfs niet tegen op, ook hun beeldschone moeder niet: rasbastaarden (zoals de tegenpartij hen noemt) zijn meestal een stuk fraaier dan de genetisch zogenaamd onvermengde medemens.

 

EURO 2000-ORANJE SUPPORTERS-TRIBUNE

 

Daarbij heb ik nog nooit van mijn leven het volkslied gezongen en kijk al gruwelend naar totaalmalloten op de tribunes, die tijdens wedstrijden van het Nationale Elftal de hymne brullen en zijn uitgerust met oranje garnituur, variërend van piepschuimen klompen voor hun kop tot oranje Gullit-krullen.

Van de laatsten weten we nu dat zelfs in hen wat Neanderthaler genen verstopt zitten. Het mensenras is nog niet verloren, zelfs als er in deze postmoderne tijden veel met ons mis gaat.

Sierksma 1.11.17

#METOO – SEKS – CHANTAGE

30 okt

Niemand zal Assange vergeten zijn, de man die de Wikileaks site opende. De wereld was in rep en roer, geheimen lagen op de digitale straat en politieke koppen rolden.

 

Dan mag ook niet vergeten worden hoe de VS probeerde die man het zwijgen op te leggen, door om zijn uitlevering door Zweden te vragen. De Zweden klopten vervolgens een nachtje van Assange op, doorgebracht met twee, vanzelfsprekend onschuldige vrouwen. Die hadden daarvóór zes maanden lang niets van zich laten horen, maar kwamen opeens met beschuldigingen van aanranding en, jawel, zelfs verkrachting tijdens de slaap.

 

Assange vluchtte en bracht een godsonmogelijke tijd door in de vrije gevangenis van een ambassade in Londen.

 

Dit ter inleiding op alweer een blog over #Metoo. Woody Allen – voor feministen ook al boter op zijn kopje, vanwege een huwelijk met de vrouw die ooit zijn minderjarige en aangenomen dochter was – was zo moedig om al snel te waarschuwen voor een mogelijke heksenjacht. Op zich een leuke observatie, omdat bij heksen meestal aan vrouwen wordt gedacht, ook als op de hoge Brocken in het Harzgebergte vrouwen juist op mannelijke heksen afkwamen teneinde zich daar te laten nemen.

 

Wat Allen voorzegde, is precies wat er gebeurde.

 

Mannen worden her en der uit hun functies gegooid of mogen niet meer toneelspelen, dit omdat ze ooit vrouwen onheus bejegenden en daarbij van hun ‘machtspositie’ misbruik maakten. Dat dit regelmatig gebeurt en ook al eeuwen gebeurde, is iets dat ik niet ter zijde wil schuiven. Dat vaak de medeplichtigheid van zelfbewuste vrouwen in het geding is, geil op een carrière, lijkt me ook onomstotelijk.

 

 

Coming out in Hollywood, #Metoo –

Real is rare – Real is a diamond…

 

Dat regelgeving noodzakelijk is tegen misbruik door mensen met overwicht in instellingen voor geestesstoornissen, gevangenen, of voor beroepen waar zoals bij artsen nauw contact tussen cliënt en verzorger vanzelf spreekt, spreekt voor mij vanzelf. Dit is echter niet waar de huidige hetze omgaat.

 

Je kunt je niet onttrekken aan de indruk dat nogal wat vrouwen die op de #Metoo bandwagon springen, dit vooral doen om de aandacht die ze ook al zochten toen ze in bed sprongen voor die carrière.

 

Kwalijker is echter het chantage-aspect. Een Brits bewindsman vroeg – zeven jaar geleden – zijn assistente om in een sekswinkel voor zijn vrouw een vibrator te kopen. Daar zelf verschijnen, leek hem politiek riskant. Na zoveel tijd komt die assistente met deze doodzonde naar buiten. Laat deze bewindsman, Garnier, op dit moment nu net een belangrijke rol spelen in de Brexit-onderhandelingen…

 

Vooral in de Angelsaksische landen, puriteins bij uistek, zie je dit met regelmaat gebeuren. In Amerika zijn seksschandalen een probaat middel om een politieke concurrent te elimineren. Een plotse kus op de lippen in de wandelgangen kan je in Engeland een plaats in het Lagerhuis kosten [VK 30.10/17]. In Nederland gaat het nog slechts om acteurs die niet meer mogen toneelspelen.

 

Wat de vrouwen, die zich hiervoor laten lenen of die zich spontaan aanbieden voor dergelijke chantage, niet doorhebben is dat ze juist op deze manier pas naar sekse worden misbruikt.

 

Maar wat is het verschil tussen een politicus en een acteur vandaag de dag nog?

 

Sierksma 30.10.17

VERTROUWEN EN WANTROUWEN

10 dec

Het onbetrouwbaar geleuter over het begrip ‘vertrouwen’ kreeg een nieuw hoofdstukje in het artikel van Martin Sommer, getiteld Vertrouwen is cultuur. [VK 10.12] Ai, wat een klutser en een kletsmajoor is die man toch.

 

Eerst even enige duidelijkheid scheppen. Dit is nodig omdat het Nederlands voor deze cultuurfilosofische discussie niet goed is toegerust. Vandaar dat Sommer kan schrijven: “Wie vertrouwen zegt, bedoelt eigenlijk betrouwbaarheid, of eerlijkheid, of competentie.” Dat wordt er nu net niet mee bedoeld.

 

In het Engels bestaan deze twee woorden: confidence en trust. Beide vertaalt de Nederlander met ‘vertrouwen’. Helaas is er een grondig, zo niet categoriaal onderscheid mee gemoeid.

 

Vertrouwen in de zin van confidence is gebaseerd op ervaring. Omdat je auto in het verleden voor een min of meer redelijk bedrag een beurt van de garage kreeg en vervolgens weer verder reed, vertrouw je die garage. Kan op een misverstand berusten, maar zo gaat het. Dit vertrouwen als confidence is op het verleden gebaseerd, op gebleken prestaties.

 

Verrouwen als trust is andere koek. Dit soort vertrouwen is nergens op gebaseerd. Je ontmoet een vreemde en je hebt het gevoel die te kunnen vertrouwen, zonder iets van hem te weten. Sennett prees een dergelijke trust in de vreemdeling aan; helaas lijkt de ontwikkeling een andere kant op te gaan.

 

Om het niet te ingewikkeld te maken houd ik het er hier even op dat dit gevoel van trust is gefundeerd in zoiets als basic trust: een optimistisch, fundamenteel vertrouwen in de medemens, opgedaan tijdens een geslaagde omgang met de ouders, ook wel opvoeding genoemd.

 

De ontwikkelingsgang van de kapitalistische maatschappij is er juist eentje van verval van trust richting confidence. Alles dat ooit stabiel en vast was, verdampt. Wist Marx in zijn diagnose van het zich ontwikkelende kapitalisme en zeggen wij hem na.

 

Eerst in de Moderniteit, in nog snellere mate in de Postmoderniteit: Gedeelde waarden en fundamenteel vertrouwen zijn vermalen door het commerciële kapitaal, door de opkomst van consumentisme en shoppisme en door de fragmentering van de maatschappij in niet meer met elkaar communicerende niches van ‘het eigen gelijk’.

 

Hoe meer men er zogenaamde eigen ‘waarden’ op na houdt die uit ten treuren worden ‘bediscussieerd’, des te minder is er sprake van echte, gedeelde en vanzelfsprekende fundamentele waarden. Fundamenteel is een waarde wanneer daarover niet wordt gediscussieerd…

 

Probleem met Marx was en is, dat hij het socialisme begreep als mogelijk rem op deze ontwikkeling. Mis poes. Het vliegwiel van het kapitalisme vloog al lang geleden uit de bocht…

 

Nu dan Sommer. Het begrip ‘cultuur’ in zijn stukje is nietszeggend. Evenzo bleek zijn notie van ‘vertrouwen’ loos. Zijn kortsluiting van fundamenteel vertrouwen en betrouwbaarheid reduceert fundamenteel vertrouwen tot berekende betrouwbaarheid.

 

Schrijft Sommer vervolgens: ”Ik dacht aan Max Weber en een man een man een woord een woord”, dan blijkt dat hij ook die Duitse socioloog nooit las of heel erg slecht.

 

Weber analyseerde juist gereformeerde sekten in Amerika als typisch Moderne transformatie van het puriteinse geloof. Het ging bij het lidmaatschap van zulke sekten niet om ‘een man een man, een woord een woord’ als teken van vertrouwen in elke man/mens. Integendeel: de gereformeerde mens ziet zich als een elite van God, staande tegenover de rest. Een ‘man’ die je vertrouwt, is een gereformeerde man.

 

‘Een man een man, een woord een woord’ slaat op de incrowd van sektariërs. Zo kon je als sektelid in gevaarlijk Amerika van stad naar stad trekken, zonder baar geld bij je te dragen. Bij aankomst werd je verwelkomd door je medesektariërs, die je blind vertrouwden – d.w.z. als sektariër. Zo kreeg je krediet. Kortom: betrouwbaarheid; geen fundamenteel vertrouwen.

 

Tegenwoordig lijkt de Postmoderniteit op een wereld van allerlei kleine sekten, loshangend zand, iedereen in de egelstelling waar het gaat om niet ‘relevante anderen’.

 

Sierksma. 10.12.16

CHINA ALS ‘BUITENLAND’

12 mrt

De Volkskrant heeft, zoals veel kranten, een rubriek ‘Buitenland’. Het lijkt me een internationaljuridische categorie. Prima, het is een goede zaak dat bepaalde staten buiten ons staan en daar ook blijven staan. Denk aan Turkije, dat de laatste tijd keer op keer bewijst dat degenen – zoals ik – die tegen de toetreding van dat land tot de EU zijn, gelijk hadden en hebben. Perversie van alles wat democratie heet.

Tegelijk weten we dat de verweving van internationaal kapitaal landen als Turkije al aan ons vastketent – waardoor de tegenstelling binnen- en buitenland dubieus is geworden.

Denk ook aan China. Deze foto stond vandaag in de krant – VK 12.3.14:

DSCF1008

Gruwelijk beeld van onbeschaving.

De staat China heeft besloten om in de zuidelijke stad Dongguan een klopjacht op hoeren, klanten en pooiers op touw te zetten. Dongguan, Don Juan…, de naam van de stad is van een wrang toeval. Tot op heden was het met toestemming van die staat een rosse stad – opeens is het voorbij.

Altijd al gedacht dat er een mentale, sociale link bestaat tussen puritanisme en autoritarisme – even afgezien van de vaak gerechtvaardigde bezwaren tegen de uitbuiting van vrouwen, tegen seksslavernij en tegen de verbinding met de onderwereld.

Maar een land waarin op deze manier, blijkbaar in de publieke ruimte en te fotograferen door elke passant, mensen worden gearresteerd – letterlijk onbeweeglijk gemaakt – is godgeklaagd. In China, waar ook doodstraffen bij de vleet worden uitgevoerd, leeft men ondanks, of wellicht dankzij decennia zogeheten socialisme en decennia autoritair kapitalisme in een achterlijke wereld die soms wordt afgedekt door spectaculaire openingen van Olympische Spelen en door een glimlach op het gelaat van de machtigen.

Kijk goed naar de ellendige koorden waarmee de polsen tot diep in het vlees zijn aangesnoerd. Kijk naar de letterlijk vernederde en vernederende houding welke de gevangenen moeten aannemen. Aanschouw de eenzaamheid van die twee van de hoeren afgenomen tassen.

En vraag u af, Lezer, waarom die ene, in het zwart geklede vrouw niet is geboeid, zodat ze nog liefdevol haar arm in die van haar geliefde kan steken. Tekort aan boeien? Bekende van een arresterende agent? We zullen het nooit weten.

Ik huiver bij het zien van zoiets en probeer u mee te laten huiveren.

12.3.14
Wanneer u dit blog waardeert, verspreid het via uw facebook, hyves, twitter of andere social media!

PORNO EN PURITANISME

28 feb

Het aardige van veel nieuws is de informatieve spin off.

Gaat een krantenartikel over Britten die “in huiskamers gluren” – bedoeld wordt: de Britse Inlichtingendienst die dit via webcams doet – dan zit in zo’n schrijfsel als vanzelf vaak stof tot overpeinzing. Het is dan de journalist die het extraatje levert, eenvoudig door zijn woordkeus. Soms is het de geïnterviewde bron.

Tijdens het opslaan van al die webcam gegevens, met het doel nog onbekende “pseudoniemen van terroristen” op te sporen, komt veel bloot mee. In een van de documenten over deze burgerspionage affaire schrijft iemand – volgens de VK journalist ‘onderkoeld’:

“Helaas blijft een verrassend groot aantal mensen webcamconversaties te gebruiken om intieme delen van hun lichaam aan de gesprekspartner te laten zien.”

Helaas hoezo? Dat valt te verwachten en het valt buiten de ethiek, maar binnen de gedragsbiologie. Vlees zijt ge en tot vlees zult ge wederkeren.

Lees je verder, dan slaat het ‘helaas’ op de arme schapen die al die beelden moeten ‘analyseren’ – op zoek naar die pseudoniemen. En sommige medewerkers/sters van de geheime dienst zijn daarvan niet gediend. Collateral damage mag je dit noemen.

Komisch wordt het, en zonder meer puriteins, wanneer de journalist meldt dat “pogingen om dit met pornofilters tegen te houden mislukten, omdat die vaak naar de hoeveelheid blote huid kijken en dus ook vaak gezichten in close-up tegenhouden…”

Wat mijn plot is heeft de lezer vast al geraden. Natuurlijk is het gluren op webcams door derden uit den boze. Bij het zoeken naar terroristen kun je je nog een alibi voorstellen. Maar de hysterische verbinding van de woorden ‘porno’, ‘gluren’ en ‘privacy’ is even bespottelijk als de koppeling van wegpoortjes aan privacy.

Vees is vlees, het wordt steeds vleziger en anoniemer en steeds minder sexy – de interesse in de individuele drager van dat vlees wordt bij de kijker gereduceerd tot nul. De angst van iemand dat deze beroepsgluurder in hem of haar is geïnteresseerd, getuigt weer eens van postmodern narcisme.

Wanneer u dit blog waardeert, verspreid het via uw facebook, hyves, twitter of andere social media!
28.2.14
Waardeert u dit blog, verspreidt het via uw twitter, facebook of andere social media!