Tag Archives: Robert Putnam

ETNISCH EN TALIG VERSCHIL

13 nov

Vanzelfsprekend – dat wil zeggen vanzelfsprekend voor de hedendaagse Hollandse pers – staat op de voorpagina van de VK een bericht over de commissie Stiekem. Me dunkt, nogal oninteressant, maar voor die pers van een bij hen passende hetzekwaliteit. [VK 13.11.15]

Veel belangrijker lijkt me het artikel op p. 3, dit maal eens met recht geplaatst onder de noemer Ten Eerste: “Gemengde wijk leidt niet tot onderling wantrouwen.”

Een tijd geleden alweer werd de studie gepubliceerd die Robert Putnam schreef over het verband tussen etnische verschillen in een wijk en de sociale cohesie daarvan. Een sombere conclusie: Hoe groter en hoe meervoudig die etnische verschillen, des te meer wantrouwen tussen mensen onderling, tussen groeperingen onderling en des te minder ook het vertrouwen in de eigen etniciteit.

Nu blijkt uit nader onderzoek, onder meer van de sociologen Abascal en Baldassarri, dat die conclusie niet klopt. Niet alleen vonden ze in eigen onderzoek Putnams verband niet terug, ook verwijten ze Putnam in zijn eigen onderzoek cruciale methodologische fouten te hebben gemaakt. Daaronder de onvergefelijke fout, geen rekening te hebben gehouden met de al aanwezige mate van geïsoleerdheid voorafgaand aan binnenkomst in de nieuwe situatie, de nieuwe wijk.

Vervelend in het artikel is dat er, overigens vaak net als door sommige onderzoekers, in zeer algemene termen wordt gesproken over die verschillen. Zo ontbreekt de behandeling van het cruciale verschil tussen vertrouwen op basis van ervaring (confidence in het Engels) en fundamenteel vertrouwen in anderen (trust in het Engels). Me dunkt, niet onbelangrijk.

Ook mega etno-babbelaar Paul Scheffer wordt compleet met portretje geciteerd. Hij accepteerde eerder blind de resultaten van Putnam, omdat die in zijn al vooringenomen kijk op de dingen paste. Idem en alweer vanzelfsprekend: Thierry Baudet, niet alleen een etno-babbelaar, maar babbelaar tout court. Geeft niet waarover – Baudet babbelt mee – als het maar tegen de Islam is en tegen Europa.

Een tweede gemis in het artikel is het ontbreken van een verwijzing naar de factor taal. Wijken waarin mensen elkaar door onoverbrugbare taalverschillen niet kunnen verstaan, vertonen allicht een groter spanningveld dan een wijk waarin verschillende etnische groeperingen wel een gemeenschappelijk voertaal hebben.

Een schrijnend voorbeeld van deze problematiek verscheen gisteren in Nieuwsuur – een magistrale Zweedse onderwijzeres die uit de doeken deed hoe ze les moest geven aan een klas met daarin kinderen uit ongeveer zeven verschillende etnische groeperingen, waarvan de meesten slechts hun eigen taal uit het land van afkomst spreken.

Magistraal was ze, omdat ze ondanks de wanhoop er het beste van probeerde te maken. Maar het ‘item’ was geen pleidooi voor een al te snelle influx van te veel verschillende vreemde talen sprekende immigranten tegelijk. Een beheerst tempo lijkt geboden.

Wel werd duidelijk: Taal heeft het primaat in de hele discussie over immigratie – niet godsdienst, niet cultuurverschil. Die laatste twee kunnen door een gemeenschappelijke, dat wil zeggen gedeelde taal uiteindelijk worden overbrugd – op welke wijze dan ook: integratie of assimilatie.

Taalonderwijs is de sleutel.

BEZOEK OOK sierksmatwee.wordpress.com

Sierksma, 13.11.15