Wat Albert Speer niet lukte, lukt nu Adolf Hitler wel.
Werd Speer, de grote architect van het Derde Rijk, na de Tweede Oorlog een ordinaire politieke kontlikker die zijn hachje redde met een ongehoorde versie van Wir haben es nicht gewusst, daar wordt de verkoop van de nieuwe editie van Hitlers Mein Kampf een posthuum succes.
Een prachtband voor een groot publiek. En u weet het, een serieus Romantisch kunstenaar wordt slechts na een tragische dood beroemd. Dus is Hitler nu toch nog een groot kunstenaar. Eerst spectaculair suicide plegen, samen met zijn maîtresse, dan wat jaartjes wachten – et voila! Roem valt hem ten deel.
Was zijn schilderwerk geknoei – trouwens een waarachtig motief om iets anders te gaan doen – daar is het modelleren en boetseren van een hele Staat, inclusief een grootse genocide als performance act, een esthetische prestatie van jewelste.
Dat deze vormgeving van het Nazirijk mede mogelijk werd door Albert Speers architectonische interventies en supersnelwegen, doet aan Hitlers politieke kunstenaarschap niets af. Tenslotte kon Speer slechts ontwerpen onder Hitlers bezielende leiding.
De uitgave van Mein Kampf heet ‘demystificerend’. Maar dan wel in een oplage die de in een ver verleden geproduceerde eerste druk uit 1926 dik te boven gaat.
Posthuum succes tekent een waar kunstenaarschap.
Bezoek ook mijn andere blog: sierksmatwee.wordpress.com