Tag Archives: Sociologie

PROFESSORAAL POPULISME

6 dec

Is professor Gabriël van den Brink nu gewoon lief of echt dom? Niet aan mij om dit raadsel op te lossen. Wel om enkele kanttekeningen te maken bij een twee bladzijden groot interview in de VK van 28 november jongstleden.

 

“Ik ontdekte op grond van talloze feiten dat de aannames van het marxisme, en trouwens van economen in het algemeen die denken dat het alleen gaat om brood op de plank, dat die niet kloppen.”

 

‘Economen in het algemeen’? Wat is dat voor goedje? Je kunt kritiek hebben op de parameters die een bepaald vakgebied blind maken voor bepaalde perspectieven op hun ‘object’. Maar mij liepen slechts weinig ‘economen’ tegen het lijf die vonden dat de wereld draaide om brood alleen. Hun vakgebied hanteert soms dit soort modellen, zelf hebben ze meestal ‘als burger’ een andere kijk.

 

‘Het marxisme’? Weer van die generaliserende onzin. Nu ken ik Van den Brink uit een andere context en weet dat hij als jongeman gretig het werk van ‘de marxist’ Gramsci las. Een Italiaan, misschien telt die voor Van den Brink daarom niet mee. Maar zoveel is zeker, dat Gramsci’s werk is doordesemt van het inzicht dat de complexe mix van zeg maar ‘waarden en normen’ en alledaags gedrag en politiek en economie (u weet wel: ‘brood op de plank’) het onderwerp van sociaalwetenschappelijk onderzoek moet zijn. En dan beter dan Van den Brink het in het interview voorstelt.

 

“De politieke elite spreekt de taal van hoger opgeleiden. Lager opgeleiden voelen zich in de steek gelaten. Zij worden pislink en schelden.”

 

Nu moet je nog hard zoeken om onder de hedendaagse politici iets van een ‘elite’ te vinden, hun intellectueel niveau is gemiddeld bedenkelijk. Denken, ja. Nadenken, helaas zelden. Niet voor opgeleid of geen tijd voor.

 

Politici spraken altijd al een Bargoens dat niet alledaags genoemd kon worden. Maar populistische opstand zoals nu zag je voorheen zelden. Of we denken aan de boerenopstanden uit de Middeleeuwen – helaas te verklaren uit gebrek aan ‘brood op de plank’. Dus zal de verklaring voor de hedendaagse populistische opstand toch echt ergens anders gezocht moeten worden dan waar professor Van den Brink dit doet. Die zoekt het in communicatieverbetering.

 

Een beetje meer moraal in de soep, die soep niet met een intellectuele hete aardappel in de keel opdienen – en het volk snapt het en volgt wel weer. Letterlijk: “… Morele vraagstukken … Dat wordt in de politiek vaak genegeerd.”

 

De (trouwens even onzinnige) opmerking van de interviewer – ‘De overheid wil er niet mee te maken hebben en de bevolking…’ wordt even onzinnig onderbroken en aangevuld door onze leermeester: “Die vraagt erom! Maar dat wordt niet verstaan.” Of zou de professor in dit interview proberen de taal van het volk te spreken?

 

Mij lijkt in elk geval de volgende uitspraak van Van den Brink oliedom: “De vraag is welke morele waarden doorwerken in het alledaagse bestaan.” Ik zou niet eens weten wat hier staat, laat staan het als ‘de vraag’ kunnen begrijpen, laat staat daarop een antwoord kunnen verzinnen.

 

Geen sociaal gedrag zonder doeleinden, waarden, normen en verwachtingen – ‘sociaal gedrag’ is pas sociaal, omdat het als een dergelijk complex is gestructureerd. ‘Doorwerken’ – my ass!

 

Op een vraag over ‘de moderne wereld’ (waarbij ‘modern’ even niet wordt toegelicht) antwoordt de professor in andere termen: “Ik hou vast aan het idee van modernisering.”

 

Doen, Jongen! En in deze Sinterklaastijd doe je een strak touwtje om het pakje, kun je het niet verliezen. Gewoon veel van die pakketjes aan de politici sturen en klaar is Gabriël

 

Bezoek ook mijn andere blog: sierksmatwee.wordpress.com

6.12.15

 

 

GORILLA NEUKEN

2 nov

Je hoeft niet zo’n heel goed geheugen te hebben – en dat heb ik als Alzheimer Light nu eenmaal niet – om je de vrouw te herinneren die in een dierentuin de plaatselijke hoofdgorilla Bokito het hof maakte en hem als neukmaatje zag. Om vervolgens door de grote aap schandelijk misbruikt te worden.

 

Tja, dat krijg je wanneer je ‘wilde dieren’ namen geeft, moet de directeur van Artis, Haig Balian, gedacht hebben. Dus geven we onze wilde dieren geen naam meer. ‘Haig Balian’ leek me trouwens een prachtnaam voor zo’n ruige rakker als genoemde gorilla.

download

 

Het blijkt net even anders te zitten: “Het vermenselijken van wilde dieren, de focus op namen, was hem een doorn in het oog”, aldus de Volkskrant van deze dag. Balian zelve: “Dieren hebben niet dezelfde gevoelens als mensen. We moeten ze in hun waarde laten. Door de namen worden wilde dieren individuen… Namen blokkeren het bredere verhaal.”

 

Afgezien van de kromspraak van onze directeur las ik zelden groter onzin. Er is ook nog een toelichting: “Het naamloze beleid is onderdeel van de educatieve missie van Artis. De relatie van de mens met de natuur is ‘verziekt’.”

 

Dat die relatie natuur/mens is verziekt, welzeker – daar staat de ontwikkeling van een globaal kapitalisme, gekruid door enig achterlijk bijgeloof, spijkerhard garant voor. Zou het onthouden van namen aan de ‘wilde dieren’ in een dierentuin er echter voor zorgen dat de middels cyaankali gedode olifanten in Afrika vanaf vandaag gespaard blijven en dat waanwijze malloten her en der andere liefdesprikkelende spullen gaan gebruiken dan hun favoriete ivoorpoeder?

 

‘Doe me een lol’ zegt de Nederlander in zo’n geval – of hij zou het vroeger gezegd hebben. Ik schrijf het nog steeds. Niet alleen zijn die ‘wilde dieren’ veel meer individu dan directeur Balian het wil, ze verdienen een naam! Ook zijn wij het – de bezoekers – die, zolang er ‘wilde dieren’ in dierentuinen wonen, behoefte aan zulke namen hebben: we kennen die individuen toch. Willen sommigen van hen graag kennen – want alleen geschifte mensen geven krokodillen een eigennaam.

 

Dat er een steekje los zit aan het plan, blijkt uit het feit dat namen ‘achter de schermen’ gehandhaafd blijven. Anders raken de dierenverzorgers van Artis hun kluts kwijt – tenslotte kennen die de dieren wel degelijk als individu en de naam heet nu opeens ‘efficiënter’. Dit doet weer denken aan een Hollandse oertijd waarin verboden porno door de sigarenhandelaar op de hoek porno in bruine verpakking vanonder de toonbank werd verkocht…

 

Deze onzin doet denken aan de omgekeerde waan die twee decennia geleden toesloeg. Toen maakten kleine burgers van hun werksters mensen, door ze plots ‘interieurverzorgster’ te gaan noemen. Et cetera. Het zijn voorbeelden van de logomagische waan die velen van ons bevangt – als zou een naam het ‘wezen’ van iets of van iemand dekken. U weet wel: Nomen est omen.

 

In de sociologie kreeg het zelfs een pseudowetenschappelijke variant – de labelling-theorie. Plak iemand een naam op en hij gaat zich daarnaar gedragen; verander die naam en je kunt zijn gedrag veranderen. De waan van een tijdsgewricht – noem het Postmoderniteit.

 

Van tweeën één: Of je schrapt Artis cum Balian uit het Amsterdamse uitgaansleven, of je blijft de dieren bij hun geboorte eigennamen geven. Desnoods via aangifte bij de burgerlijke stand.

 

BEZOEK OOK MIJN ANDERE BLOG sierksmatwee.wordpress.com

Sierksma 2.11/15

MINISTER ZWART GEMAAKT

17 jan

Behalve stuitend, is de wijze waarop de partijkrant van Lega Nord – de extreemnationalistische afscheidingsclub in Noord Italië – systematisch een zwarte minister beledigt en belachelijk maakt [VK 17.1.14], vooral ook historisch een raadsel.

Vijftig jaar geleden bereisden mijn vrouw en ik dit Italiaanse Noorden. In Florence ontmoetten we twee gitzwarte Yanks – soldaten, die in Duitsland waren gelegerd.

Ze vertelden dat ze steeds weer, binnen een uur na de ingang van hun verlof, op weg waren – Goethe achterna, naar het land waar de citroenen bloeien…

Die twee kwamen niet voor die citroenen. Ze vonden – na hun ervaringen in Duitsland en Amerika – de omgang van Italianen met zwarten een verademing. “Alsof we even niet meer zwart zijn!”

Ik heb er nooit aan getwijfeld – zelfs niet, nu in Italië ethnische tegenstellingen in rap tempo intensiveren. De wereld is veranderd. De instroom van ‘vreemdelingen’, anders ‘gekleurden’, mensen die de landstaal niet beheersen et cetera is zo snel gegaan, dat het blijkbaar de ontvangende bevolking in het verkeerde keelgat is geschoten.

Dat is sociologisch bekeken een normaal verschijnsel, hoe onappetijtelijk het moreel ook mag zijn.

Het wordt politiek onverdraaglijk, wanneer hele partijen en bewegingen zulke etnische en soms racistische vooroordelen georganiseerd overnemen.

17.1.14