Tag Archives: Tatoeage

LIJF ALS SIERAAD

5 mrt

Caro Cohen (53) is ‘sieradenontwerpster’, ‘single’ en ‘moeder van twee kinderen’. Ze ‘sport vier a vijf dagen in de week: krachttraining’.

 

Nu zul je mij niet snel zulke intimiteiten van een ander (ook niet van mezelf) in dit blog zien neerschrijven. Maar het mag. Tenslotte zit ze op een krantenfoto in Het Parool [4.4.17] uiterst parmantig op de trainingsmachine, haar billen gespierd in de aanslag om zich daarmee wellicht volgende would-be echtgenoten van haar lijf te houden.

 

dscf4134

 

“Mijn doel was een goed spierenpak te krijgen en me tien keer op te kunnen trekken.”

 

Van mij zal ze als potentiële volgende echtgenoot c.q. minnaar geen last krijgen. Vooral de kekke wijze waarop ze billendraaiend ook nog even gezond water drinkt uit een echte sportfles – eeekh!

 

Een dergelijk ‘spierenpak’ vormt, samen met die tatoeages op rug en rechterarm en wellicht zelfs op de in goudzijde gevatte en gecamoufleerde billen, het ideale postmoderne Pantzer-Ich, waarmee een geschonden en veelal leeggelopen ziel zich de wereld van het lijf houdt, dan wel zichzelf aan die wereld oplegt.

 

Proost, Caro!

 

Sierksma 5.3.17

ZINLOOS GEWELD

23 mrt

In een kort artikel probeert de antropoloog Holslag van zinloos geweld zinvol geweld te maken dat ‘begrijpelijk’ is. “Zinloos geweld is allesbehalve zinloos. Het verschuilt zich onder de mantel van zinloosheid omdat we het niet willen begrijpen.” [VK 27.2.15]

Wie die ‘we’ zijn blijft dit type artikelen meestal onduidelijk. Het is de fictieve ‘ander’ van de schrijver – in dit geval de outgroup van de ingroup ‘Holslag’. Ik wil al lang ‘zinloos’ geweld verklaren, waarbij mijn oude adagium geldt: ‘Begrip van is nog geen begrip voor’. Dit formuleerde ik ooit in het boekje Gevangen in de Gevangenis dat ging over criminaliteit en opsluiting.

Onderscheid maken tussen pesten en ‘geweld als een culturele categorie, als symbolische daad’ (Anton Blok) is de moeite waarde. Maar het gaat voorbij aan een al vaker door mij naar voren gebrachte transformatie van Modern Geweld – in een nieuw type: Postmodern Geweld. [‘Geweld’ even begrepen als de ruime categorie van agressie tegen anderen, psychisch dan wel lichamelijk.]

Modern geweld was inderdaad veelal symbolisch geweld – gericht tegen exemplaren van bepaalde groeperingen. Los van de vraag naar de radicale onzinnigheid van wat een racist beweegt, was zijn agressie tegen iemand van een groepering die hem niet zint voor hemzelf en voor zijn eigen ingroup gericht en zinvol. Ook wie iemand overvalt om er zelf beter van te worden, beter ten koste van het slachtoffer, is gericht en binnen de eigen gedragscode zinvol bezig.

Postmodern Geweld is van een strikt andere orde. In de postmoderne samenleving, waarin alles geflexibiliseerd is en dus al door opvoeding spastisch geworden mensen permanent een stabiel Ego/karakter ontberen, wordt gedrag vooral gereguleerd door de combinatie van temperament plus de controlerende blik van relevante anderen.

Die inner circle bepaalt wat ‘juist’ is. Men gedraagt zich volgens die code ook vooral in relatie met anderen binnen die inner circle. Voor buitenstaanders geldt die moraal niet. Men schaamt zich voor ‘fout’ gedrag tegenover relevante anderen, waar men schaamteloos kan optreden tegenover mensen van de omvangrijke outgroup.

Traditionele schaamteculturen zoals de Engelse en de Japanse [niet voor niets eilandculturen] maakten dit al lang duidelijk: Britse voetbalfans die in eigen stadions on the Isle brave burgers zijn, transformeren in agressieve hooligans bij wedstrijden op het continent. Intussen is het in de postmodern verspreide schaamtecultuur in het Westen overal normaal geworden. Zie Feyenoord fans in Rome…

Ego-loze lieden zonder een stabiel karakter – dat de Moderne mens zich onder alle omstandigheden deed ‘gedragen’, dus ook in contact met de outgroup – ontwikkelen een Pantzer-Ik van uiterlijke steunpunten. Dit verschaft hun de illusie van eigen stabiliteit: tatoeage, bepaalde kleding, automerk, ritueel gedrag et cetera.

Zonder zo’n Pantzer, maar ook wanneer een aanwezig Pantzer in bepaalde situaties onvoldoende blijkt, is agressie tegen anderen een alternatief. Waar de moderne, ‘karaktervolle’ mens erop los sloeg om een ander te ‘vernietigen’, slaat het postmoderne Gaten-Ik erop los teneinde even te bestaan – om de illusie van zo’n Ik te verwerven. Het ontstaan en weer verdwijnen van ‘zinloos geweld’ is een repeterend, circulair proces.

De toename van ‘zinloos geweld’ is de toename van postmodern geweld.

Bevalt u dit blog, stuur het aan vrienden en kennissen

Bezoek ook mijn andere blog: sierksmatwee.wordpress.com

TATOEAGE – GEPANTSERDE PSYCHE

6 mrt

31% van de Nederlanders blijkt een tatoeage op het lichaam te hebben laten aanbrengen. Laten aanbrengen, wel te verstaan. Er komt altijd een ander aan te pas, en voordat de technieken minder pijnlijk werden had de ‘behandeling’ vanzelfsprekend iets van SM.

Aan ‘cultuurfilosoof René Boomkens’ vroeg de Volksrant wat dit wel te betekenen kon hebben. Dan blijkt ‘cultuurfilosofie’ opeens niet al te verhelderend:

“Het lichaam”, in de weergave door de VK van 5.3 van het antwoord van Boomkens, “is een steeds belangrijker rol gaan spelen bij de identiteitsvorming.” Kortom: het lichaam wordt bewerkt omdat het lichaam belangrijker is geworden – licht tautologisch op zijn minst… Iets helderder: “Het is een instrument geworden om jezelf uit te drukken.”

Me dunkt van niet. Voor zover mijn eigen onderzoek van destijds strekt, lijkt er vooral een verband te bestaan tussen het snel opgekomen postmoderne narcisme en deze neiging tot het dragen van uniformen, al dan niet direct aangebracht op de huid, al dan niet van staal of stof.

De suggestie dat het zou gaan om een allerindividueelste versie van zo’n uniform gaat mank. Ook het idee, dat het zou gaan om expressie van een ‘identiteit’ slaat de plank mis.

Het is een populaire vergissing om het uitgestraalde imago van de narcist als uitdrukking van een sterke persoonlijkheid te zien. Dat effect wil de narcist bereiken – maar zijn ziel is juist poreus, een gatenkaas die schreeuwt om zo’n pantser. Decennia geleden schreef Klaus Theweleit hierover al een schitterende studie – Männerphantasieen.

Dat deze postmoderniteit wordt gekenmerkt door een alomtegenwoordig narcisme, heeft te maken met het verval van stabiele sociale structuren zoals gezin, opvoeding en school, met het informatiebombardement en de overprikkeling van het bewustzijn, met een kortsluiting van psyche op media waardoor Mc Luhan’s inzicht ‘media, the extensions of man’ is overschaduwd door ‘man, the extension of his media’ – en ga maar door.

Een instabiel, poreus Ik is zeker voor de generaties tot het veertigste levensjaar standaard geworden – het stabiele karakter komt steeds minder voor. Vandaar het plots opgekomen gezever over ‘identiteit’, over ‘werken aan jezelf’… Plus de zucht naar beschermende pantsers en de drang zichzelf te presenteren als ‘een sterke vrouw’ of een ‘sterke man’.

Die pantsers zijn legio, de tatoe is er slechts een van. Neem Viktor van Leeuwen die zich in het rubriekje ‘Zakenauto’ van het Financiële Dagblad van 1.3 als volgt afficheert: “In mijn Lexus voel ik me zakenman, in de Dodge Ram motorrijder.” Zo lijkt een mens zijn flexibele identiteit al naar believen te kunnen kneden, waar het feitelijk gaat om het modelleren van diverse pantsers rondom een non-identeit.

DSCF1001

Interessant is te lezen hoe Erwin functionele reden op reden verzint/opgeeft om zijn voorkeur voor de diverse vehikels te rechtvaardigen. ‘Ruimte genoeg voor een quad in de achterbak’, ‘vermogen’, ‘het fiscale voordeel’… Het lijkt er echter op dat ‘Viktor’ samenvalt met zijn motormonsters, er zonder niet al te veel voorstelt. Jammer voor mijn theorie is, dat hij niet ook naakt in dat VK-artikel over tatoeage stond.

 

Zie over tatoeage ook mijn andere blog: Sierksma’s Sequences:

Tattoo Violence

 

Wanneer u dit blog waardeert, verspreid het via uw facebook, hyves, twitter of andere social media!

 

6.3.14