31% van de Nederlanders blijkt een tatoeage op het lichaam te hebben laten aanbrengen. Laten aanbrengen, wel te verstaan. Er komt altijd een ander aan te pas, en voordat de technieken minder pijnlijk werden had de ‘behandeling’ vanzelfsprekend iets van SM.
Aan ‘cultuurfilosoof René Boomkens’ vroeg de Volksrant wat dit wel te betekenen kon hebben. Dan blijkt ‘cultuurfilosofie’ opeens niet al te verhelderend:
“Het lichaam”, in de weergave door de VK van 5.3 van het antwoord van Boomkens, “is een steeds belangrijker rol gaan spelen bij de identiteitsvorming.” Kortom: het lichaam wordt bewerkt omdat het lichaam belangrijker is geworden – licht tautologisch op zijn minst… Iets helderder: “Het is een instrument geworden om jezelf uit te drukken.”
Me dunkt van niet. Voor zover mijn eigen onderzoek van destijds strekt, lijkt er vooral een verband te bestaan tussen het snel opgekomen postmoderne narcisme en deze neiging tot het dragen van uniformen, al dan niet direct aangebracht op de huid, al dan niet van staal of stof.
De suggestie dat het zou gaan om een allerindividueelste versie van zo’n uniform gaat mank. Ook het idee, dat het zou gaan om expressie van een ‘identiteit’ slaat de plank mis.
Het is een populaire vergissing om het uitgestraalde imago van de narcist als uitdrukking van een sterke persoonlijkheid te zien. Dat effect wil de narcist bereiken – maar zijn ziel is juist poreus, een gatenkaas die schreeuwt om zo’n pantser. Decennia geleden schreef Klaus Theweleit hierover al een schitterende studie – Männerphantasieen.
Dat deze postmoderniteit wordt gekenmerkt door een alomtegenwoordig narcisme, heeft te maken met het verval van stabiele sociale structuren zoals gezin, opvoeding en school, met het informatiebombardement en de overprikkeling van het bewustzijn, met een kortsluiting van psyche op media waardoor Mc Luhan’s inzicht ‘media, the extensions of man’ is overschaduwd door ‘man, the extension of his media’ – en ga maar door.
Een instabiel, poreus Ik is zeker voor de generaties tot het veertigste levensjaar standaard geworden – het stabiele karakter komt steeds minder voor. Vandaar het plots opgekomen gezever over ‘identiteit’, over ‘werken aan jezelf’… Plus de zucht naar beschermende pantsers en de drang zichzelf te presenteren als ‘een sterke vrouw’ of een ‘sterke man’.
Die pantsers zijn legio, de tatoe is er slechts een van. Neem Viktor van Leeuwen die zich in het rubriekje ‘Zakenauto’ van het Financiële Dagblad van 1.3 als volgt afficheert: “In mijn Lexus voel ik me zakenman, in de Dodge Ram motorrijder.” Zo lijkt een mens zijn flexibele identiteit al naar believen te kunnen kneden, waar het feitelijk gaat om het modelleren van diverse pantsers rondom een non-identeit.
Interessant is te lezen hoe Erwin functionele reden op reden verzint/opgeeft om zijn voorkeur voor de diverse vehikels te rechtvaardigen. ‘Ruimte genoeg voor een quad in de achterbak’, ‘vermogen’, ‘het fiscale voordeel’… Het lijkt er echter op dat ‘Viktor’ samenvalt met zijn motormonsters, er zonder niet al te veel voorstelt. Jammer voor mijn theorie is, dat hij niet ook naakt in dat VK-artikel over tatoeage stond.
Zie over tatoeage ook mijn andere blog: Sierksma’s Sequences:
Tattoo Violence
Wanneer u dit blog waardeert, verspreid het via uw facebook, hyves, twitter of andere social media!
6.3.14
Tags: identiteit, Lexus, Pantser-Ik, Poreus Zelf, Tatoeage