Tag Archives: Uitvreter

FANTOOM VRIENDEN

1 dec

In café Eylders waarheen ik ga om te schaken, vertelde de barman dat Perry was overleden – hartstilstand. ‘Jezus’, zei ik, ‘niet onverwacht, maar wat wás die man toch zielig’. Vond de barman niet; met al zijn gebreken had Perry toch best een leuk leven gehad.

 

Ik blijf het daarmee oneens. Perry was in mijn ogen zelfs doodongelukkig. Niet dat er een betere oplossing voor hem was. Zowel lichamelijk als psychisch zaten er wat steken los, maar het weefsel was nog zo geknoopt dat hij – zoals zoveel van zijn lotgenoten – ongewoon deelnam aan het gewone leven.

 

Perry zwierf van établissement naar établissement. Zou ik hebben geschreven ‘van kroeg naar kroeg’, dan had hij die uitdrukking niet geaccepteerd en ze zou ook niet helemaal kloppen. Hij benadrukte altijd zelf dat het om goed aangeschreven drinkgelegenheden ging.

 

Daar bedelde hij op subtiele wijze om consumpties of versnaperingen. Nescio’s uitvreter komt in gedachten. Of hij probeerde een vijftigje te wisselen voor veertig Euro’s van hem. Hij vertelde ongevraagd met wie hij wel ging eten of met wie hij net had gegeten. Het ging steevast om beste vrienden en vriendinnen.

 

Goedgelovig als ik ben, geloofde ik dit een tijdlang  graag. Tot ik op zijn uitnodiging eens, samen met mijn schaakvriend, naar zijn verjaarsreceptie ging, ergens op het terras van iets sjieks in Oud-Zuid. Daar verzameld, trof ik zo’n vijftien mensen aan, iets dat me voor wat betreft Perry tevreden stemde.

 

Tot ik wat ging rondlopen en van stoel verwisselde om eens te horen wat voor man hun vriend Perry precies was. Want voor mij bleef hij hooguit een bekende op afstand, al die jaren lang. Zonder aandringen was ik zeker niet naar die verjaardag gegaan.

 

Geen van de daar aanwezigen bleek Perry echt te kennen, allemaal waren ze wel eens in zijn wisseltruc getuind en de welgestelden onderhielden hem regelmatig met wat drank en voedsel.

 

Het bleken fantoomvrienden – vermoedelijk van dezelfde soort als Ton en ik die daar nu ook aanzaten. Wij allen werden aan elkaar voorgesteld als ‘mijn vrienden’. Kortom, geen van al die mensen kende elkaar goed, Perry inbegrepen.

 

Zo’n mens is een verdrietig mens. Ook al kreeg ik soms de zenuwen wanneer hij weer eens een schaakpartij met zijn gewauwel nadrukkelijk verstoorde, dit wens ik hem, mocht er toch nog een reis zijn waarheen dan ook:

 

‘Lechaiem, jongen – dat het je, waar je ook aankomt, beter gaat dan hier’.

 

Bezoek ook mijn andere blog: sierksmatwee.wordpress.com

1.12.15