Tag Archives: Willem Schinkel

“NIEUW LINKS VAN LINKS”

13 mrt

Eerder sprak ik van een ‘praktisch socialisme’, waar het ging om een iets snuggerder gebruik van inzetbare middelen zoals politiepersoneel en miljarden ECB Euro’s. De lezer zal een lichte zweem van ironie in dat woordje ‘praktisch’ niet hebben gemist.

 

Willem Schinkel zou mijn opmerkingen zeker schikken onder zijn ‘realistisch Links’: daar bedoelt hij alle linksen mee, die zich sinds Kok hebben ontdaan van hun ideologische pluimage en zich gingen gedragen als de slippendragers van Rechts. Noemer: Neoliberalisme, oftewel politiek denken en handelen begrepen als ‘gedepolitiseerd probleemmanagement’ – als sociale technocratie kortom. Schinkel bepleit een Nieuw Links van Links.

 

En gelijk heeft hij. Zelden een interview gelezen waarin ik het met zoveel uitspraken achter elkaar eens ben. Schinkel stelt vast dat migratie een onvervreemdbaar onderdeel van deze wereldorde is geworden. Een feit kortom. Suggesties als zou uitsluiting van ‘vreemdelingen’ mogelijk zijn, zijn niet alleen ideologisch verwerpelijk, maar vooral ook niet praktisch: ze ontkennen die realiteit.

 

Ook slaat hij de spijker op de kop door te zeggen dat ons zogeheten ‘integratiebeleid’ in feite heeft gefunctioneerd als een assimilatiebeleid. En met hem deel ik de mening dat assimilatie (het geforceerd opgeven door binnenkomers van hun eigen leefwereld) uit den boze is.

 

Gisteren bekeek ik opnieuw Fellini’s meesterwerk Amarcord. Daarin wordt – overigens net als in Z van Gavras – op grootse manier getoond hoe fascisme en de eis van assimilatie samenhangen. Volledige aanpassing van alles wat ‘anders’ is daar staat voorop; wat ‘anders’ is wordt gevat in biologische metaforen van ‘kankergezwel’ en ‘wegsnijden’. De PVV is hiervan niet al te ver verwijderd.

 

Nu wil Schinkel echter ook ‘integratie’ uit het politieke woordenboek halen. Dat lijkt me te vlug door de bocht. Hij zegt: “Het woord integratie heeft een gewelddadig effect.”

 

Wanneer hij hiermee louter bedoelt, dat het leggen van een verband tussen etniciteit en criminaliteit feitelijk niet klopt, maar ook nog eens agressief werkt op de binnenkomers, heeft hij weer gelijk. ‘Integratie’ heeft – me dunkt – echter nog steeds ook een strijdbare betekenis indien het wordt geconfronteerd met ‘assimilatie’.

 

In elk van mijn stukjes over deze kwestie hamer ik op de noodzaak van het onmiddellijk leren van de taal van het land van binnenkomst en op de onmiddellijke scholing van ouderen en kinderen na binnenkomst. En dan geen scholing in het smeren van pindakaas op beschuitjes… Juist die voorwaarde draagt bij aan Schinkels ‘democratie’, begrepen als ‘permanent strijd aangaan’ en als ‘het geweld aan de kaak stellen’.

 

Immers, slechts wie zowel talig als in de politieke gebruiken van het ontvangende land geverseerd is, kan op een democratisch strijdbare manier zijn bijzondere positie verdedigen en agressie van anderen veroordelen en bestrijden. Dan hoeven niet alleen sommige ‘oorpronkelijke bewoners’ dit namens hen te doen.

 

Integratie in Nederland betekent: Als binnenkomer, met een eigen leefwereld, volledig mee kunnen doen in een strijdbare democratie. Daartoe is onderwijs essntieel.

PS In een bijdrage in VK 17.3.16 haalt antropoloog/criminoloog Werdmoelder uit naar Schinkel. Harder dan mijn simpele correctie van Schinkels eliminering van ‘integratie’. Met recht stelt hij vast dat een te vlotte ontkoppeling van criminaliteit en afkomst, louter op grond van wat statistiek, voorbij gaat aan de werkelijkheid. Die kan volgens hem alleen opgespoord worden door ‘kwalitatief onderzoek’. Klopt. Maar wat blijft staan is Schinkels heldere acceptatie van de wereldorde als eentje van permanente migratie.

Bezoek ook Sierksma’s Sequences