Tag Archives: Ethnos

VOLK, WIL EN VOLKSWIL

14 mrt

‘Het volk’ is een ongrijpbaar ding.

 

Al in de klassieke tijd van Griekenland werd onderscheid gemaakt tussen demos en ethnos, tussen het hele volk en de haar samenstellende delen die op familiale en afstammingsbanden rustten.

 

Ethnos verwijst naar deelbelangen die ‘er altijd al waren’. Demos impliceert de openheid van een samenleving waartoe degenen die ooit buitenstaanders waren kunnen toetreden

 

Democratie is het systeem dat besluitvorming mogelijk maakt waaraan iedereen binnen een afgebakend geheel van staatsburgers kan deelnemen. Wie staatsburger is hangt niet af van welke afkomst dan ook; mensen kunnen staatsburgers worden. Idealiter stemt iedereen; de meerderheid kun je dan ‘volkswil’ noemen.

 

Zich beroepen op ‘het volk’ – iets wat politici doen als Geert Wilders die zich opwerpt als representant van dit ‘volk’ – krijgt al snel een etnische boventoon. Eerst wordt eigengereid bepaald wie wel of niet tot ‘het volk’ behoren, meestal met een beroep op ‘etnische oorspronkelijkheid’; daarna volgt de stap om zichzelf als representant van dit eigenbenoemde ‘volk’ te verheffen.

 

Elke notie van patriottisme is gebaseerd op uitsluiting. Of dit nu Asschers progressief patriottisme is, Wilders’ anti-islam patriottisme, Rutte’s patriottisme van normale hard werkende mensen of Buma’s christelijk-joods patriottisme.

 

Uitsluiting is de uitgekiende manier om eerst te bepalen wat ‘het volk’ precies is, om daarna te zeggen dat je het representeert.

 

Hierbij kom tegenwoordig de gevaarlijke cocktail van een toenemende complexiteit van de samenleving (en van elk vraagstuk dat zich daarin aandient) en de mediatisering van het politieke debat.

 

Resultante: Een politieke discussie tussen poppetjes – ‘leiders’, would be premiers – gaande over oneliners die oproepen om op politieke poppetjes te stemmen die elk hun eigen ethnos behagen. Elk politieke poppetje appelleert aan een zelfbenoemd ethnos, dat wordt voorgesteld als ‘het volk’.

 

De persoonlijkheidskenmerken en het uiterlijk van de ‘leiders’ krijgen zo het primaat: Iemand wordt verkozen omdat hij zich ‘krachtig’ opstelt, omdat hij lekker bekt en omdat hij er ‘goed c.q. sexy uitziet’. Je maakt andere politici belachelijk. Rutte: “Ja moet kunnen. Dat hoort bij de politiek.” [VK 14.3]

 

Politieke programma’s worden gepresenteerd als oneliners en hebben vaak de ‘structuur’ van een verzameling oneliners. Of zelfs dat niet: Het onsamenhangende A-viertje van de PVV maakt de persoon van haar Führer tot de inzet van de verkiezingen – afgezien van wat hij te vertelen heeft, mits het maar onderbuiken kittelt.

 

Sierksma 14.3.17