Tag Archives: Jeff Koons

HUMBUG POSTMODERN

30 dec

What you see is what you get! Hoedt u voor wie dit zegt. Iemand die niets te verbergen heeft, heeft geen smoesjes nodig.

Geen diersoort ontvankelijker voor eigen smoesjes dan de mens. Het vermogen om zichzelf wat aan te praten is indrukwekkend. Daarbij word je meestal geholpen door anderen die je ook al iets aanpraten. Smoezen in commissie is voor de meesten een goddelijk gevoel.

De kleren van de keizer. Jeff Koons is – al weer – beschuldigd van plagiaat. Dat een volstrekte nonentity plagiaat kan plegen, is op zich al een mirakel. De bagger die de man maakt, en zelf overlaadt met pseudo-esthetische smoesjes, is indrukwekkend in haar betekenisloosheid.

Sinds Duchamp denkt iedereen van een pispot kunst te moeten maken – niet beseffend, dat zo’n destijds geniale manoeuvre eenmalig was.

De fotograaf Art Rogers beschuldigde Koons van een gapje: Het sculptuur String of Puppies lijkt te veel op de door Rogers gemaakte ansichtkaart! Dat vond ook de rechter.

images

What you see is what you get! Maar ook niet. Is dit een ‘echte Koons’ of niet? Waar de foto van Rogers nietszeggend is, is Koons’ sculptuur (ook al een woord dat betekenisloos is geworden) nietszeggend in het kwadraat. Humbug en plagiaat ineen. Echter dan echt.

Het smoesje wil er meer van maken. Maar niets = niets en blijft dit.

Andere gevalletjes: Malle Japanse vrouwen die geen trek hebben in een echte echtgenoot, evenmin in een ‘kindje’, willen wel ‘trouwen’ – in de mooiste kimono denkbaar. Kunnen ze voor 2100 Euro doen – een schijnhuwelijk, niet eens een huwelijk-met-de-handschoen, louter eentje in een dure jurk. Gewoon een fotoreportage.

Geen cultuur ceremoniëler dan de Japanse – ook geen intenser schaamtecultuur. Hopla, zo ben je alsnog getrouwd, kunt je jezelf als zodanig aan vriendinnen tonen – en blijft vrijgezel. Wat je ziet, is wat je krijgt, maar wat je niet bent. Humbug.

In Nederland is het vlak voor Oud en Nieuw gekkenland. De halve bevolking – aangespoord door paniekadvertenties en opgejut door buren of andere bekenden – verandert van ‘zorgverzekeraar’ om goedkoper uit te zijn.

De Waard, Volkskrant-econoom, becijferde dat in al die advertenties zeker een half miljard Euro is gaan zitten. Zo ben je ‘goedkoper’ uit bij een andere verzekeraar – maar wel duurder dan vroeger, toen je gewoon algemeen verzekerd was.

Humbug is postmodern verheven tot waarheid, want als zodanig gevoeld. Waar is wat ik voel – voel ik, dat een wetenschappelijk onderzoek niet oplevert wat ik wil, dan is wetenschappelijk onderzoek niet veel waard.

De mens, de maat van alle dingen. Ieder een god in het diepst van zijn of haar gedachten. Smoesjes op smoesjes.

Bevalt u dit blog, stuur het aan vrienden en kennissen
Bezoek ook sierksmatwee.wordpress.com

WARHOL EN WAARDE

14 nov

Toen liefde voor kunst nog niet was vervallen in verliefdheid, toen die liefde intensieve en liefdevolle omgang met de kunstwerken betekende, in plaats van de vluchtige ontmoeting met steeds weer nieuwe werkjes – toen waren schoonheid en waardering nog met elkaar verbonden.

Ooit schreef ik enkele catalogi – maanden lang keek ik slechts naar de werken waar het bij die tentoonstellingen om ging. Nu rent de zogeheten ‘kunstcriticus’ van hot naar her en verslikt zich in de namen van alle galerieën.

Het kan nog erger. In plaats van kunstcriticus kun je ook nog eens kunstsocioloog worden. God bewaar me, wat een vak. Olav Velthuis werd het. En hij weet het: ‘De prijzen in het topsegment staan niet meer in verhouding tot de artistieke waarde’. [VK 14.11.14] Dat stonden die twee nooit – artistieke waarde en betaalde prijs hebben eenvoudig niets met elkaar te maken.

Kunstsocioloog Velthuis neuzelt vrolijk verder:

“Recente grote sculpturen van Jeff Koons, zoals de honden die van opgeblazen ballonnen lijken [!] gemaakt, brengen veel meer op dan Koons’ werken uit de jaren tachtig. Toen maakte hij conceptuele werken, zoals een vitrine met stofzuiger en aquarium met dobberende basketballen. Door kunsthistorici worden die werken als veel vernieuwender gezien dan zijn tegenwoordige werk.”

Velthuis gelooft onmiskenbaar in het eigen gebazel, een vrolijke lach siert in de krant zijn gefotografeerde tronie. Maar conceptuele kunst is helemaal geen kunst. Koons maakte nooit iets dat het aanzien waard was. Zijn ‘ballonnen’ zijn geen sculpturen, maar maaksels. En zouden ze toch het aanzien waard zijn – wie weet, doet iemand me nog eens het licht zien – dan zijn het niet ‘kunsthistorici’ die de waarde ervan bepalen. Vernieuwing is geen esthetische categorie, maar een marketing concept.

Bij Christie’s in New York verruilde dit soort rommel voor 683 miljoen euro van eigenaar. Allemaal lieden, die een museumpje hebben of voor een party iets ouds ‘vernieuwends’ aan de wand willen hangen.

Kunst is er voor het trage oog, voor de blik van de minnaar die zijn geliefde met de ogen aflikt – en blijft likken.

Bevalt u dit blog, zend het verder aan bekenden via uw email, twitter of facebook.

KOONS KUTTENKOPPERIJ

29 jul

Bepaalde kunstenaars lenen zich prima voor kunstkritische humbug. Het lijkt er soms op dat ze het daarom doen – hun kunstenmakerij.

De kunstcritici gaan als vanzelf kletsen over ‘het spel dat de kunstenaar speelt – met zichzelf, met de beelden’ et cetera. Vooral dit type kunstcriticus heeft niet door dat zulke kunstenaars vooral spelen met hen, met de kunstcritici.

In het dagblad De NRC van ’Donderdag 26 juli&Vrijdag 27 juli 2012’ kletst dit maal Hans den Hartog Jager er weer lustig op los. Vele catalogusteksten gingen hem voor, hij hoeft er zelf niet al te veel voor te doen.

Volgens Den Hartog Jager ‘speelt’ en ‘verleidt’ Jeff Koons als geen ander. Deze criticus vindt het heerlijk om te kunnen vaststellen dat Koons vooral ‘onder kunstliefhebbers omstreden is’. De ‘liefhebber’ eist ‘gelaagdheid’ in de kunst. Dat Den Hartog Jager vervolgens Koons zo goed vindt vanwege diens… gelaagdheid. Tja.

Wat deze critici, deze tovenaarsleerlingen van de onzin typeert, is een totaal gebrek aan precisie.

“Dat kunstliefhebbers instinctmatig een hekel hebben aan Koons werk en aan hem is raar.” Waarom? “Als je ervan uitgaat dat kunst totale vrijheid vertegenwoordigt, dat je in de kunst alles mag bekijken en onderzoeken, dan lijken juist die onderbuik en de grenzen van de menselijke beheersing een interessant onderwerp.”

Maar lieve Den Hartog Jager, behalve uw lelijke Nederlands is ook uw gebruik van termen als ‘bekijken’ en ‘onderzoeken’ weinig inzichtelijk. Kunst is nooit totaal vrij, zelfs kunst niet die zich ‘totaal vrij’ noemt. Elk oeuvre kent zelfopgelegde grenzen.

Ook niet onbelangrijk is het grondige onderscheid tussen kunst en filosofie. Filosofie onderzoekt. Een kunstenaar ‘onderzoekt’ allicht, maar maakt vervolgens kunst van zijn vondst. De kritische vraag is: Wat voor soort kunst en van welke kwaliteit?

In een semiotische orgie hebben sinds de jaren tachtig adepten van Baudrillard het werk van Jef Koons gevierd als onder meer “geritualiseerde zelfreferentie, met een circulaire vereeuwiging van het zelf en het geponeerde beeld als bedoeling.” Het resulteert in Koons’ “dodelijke verstijving van het spiegelbeeld waarin wij worden gespiegeld…” (Jean-Cristophe Ammann, Taschen catalogus KOONS, 1992) Nog maar eens herlezen, deze regels.

Zulke kunstcritici geilen zichzelf met hun eigen taal op – tot zodanige hoogten dat ze er zelf weer vanaf tuimelen. Na de coïtus is de man triest…

En de platvloerse beelden van Koons blijven even flinterdun. Hooguit in cataglogi of krant worden ze voorzien van laagjes die slechts in het hoofd van critici ontstaan. In de werken zelf zijn ze afwezig.

De Kunstenaar samen met zijn meisje als kunstwerk: Glass Dildo 1991. Als kunst verpakte porno. Zoek de dubbele bodems, vind de diepgang lezer – laat u ‘verleiden’, laat met u ‘spelen’…

29.7/12