Het zal van een krant toch de bedoeling zijn dat de daarin geplaatste columns niet al te veel onzin bevatten. Tegelijk is er geen redactionele controle c.q. redactie op die stukjes; de columnist is een ‘vrije radicaal’.
Farid Tabarki bakt ze echter nogal bruin, dit keer in het FD van 1 december. Onder de titel Het einde van het midden sluit hij kort wat iets langer zijn aandacht had moeten vragen.
Hij begint met biologisch en psychologisch onderzoek naar dominantie en passiviteit. Daaruit blijkt dat iemand die tussen de vuren zit van een chef enerzijds en zijn ondergeschikten anderzijds het van die drie het zwaarst heeft. Of je nu een aap bent of een mens. Die vondst is niet nieuw.
Dan de kortsluiting: Van de ‘apen in de middenmoot’ stapt Tabarki moeiteloos over naar ‘het middenkader’ en de ‘middenklasse’. Nu geldt wat voor die apen geldt inderdaad, zij het met enige aanpassing, ook voor het ‘middenkader’. We hebben het over het eeuwige probleem van schipperen tussen twee partijen die een tegengesteld beroep op je doen. Ook over het probleem van ‘likken naar boven, trappen naar beneden’. Psychische spanning te over.
De ‘middenklasse’ is heel andere koek. Daarbij gaat het om een sociologische categorie die toch al niet duidelijk is afgebakend. Maar á la – de middenklasse. Die klasse heeft geen persoonlijk contact met de naast-hogere klasse en met de naast-lagere klasse, zoals het geval is in de situatie van die apen en dat middenkader. Van het genoemde ‘schipperen’ is dus geen sprake.
Wel van stijgingskansen en van de afhankelijkheid van de grote economische bewegingen in de wereld. De middenklasse is de klos, verliest aan status en inkomen, en wordt vrij snel minder groot, dit als gevolg van globale ontwikkelingen in techniek en informatica.
Dat die neergang in omvang en welstand veel middenklassers rancuneus maakt en dat dit hen de schuld doet geven aan ‘de elite’ is ook een feit. ‘Hoog opgeleid’ populisme en zo… Maar met ‘dominantie’, ‘passiviteit’ en ‘het gevoel van spanning’ onder apen en middenmanagers heeft het niks te maken.
Wanneer Tabarki ook nog eens beweert dat “deze malaise van de (Westerse) middenklasse niet de schuld is van de crisis” zijn we helemaal in het bos verdwaald. ‘De’ crisis? Welke crisis! Het begrip ‘crisis’ staat voor een vrij plotselinge wending van heel wat zaken in maatschappelijke systemen – breekpunten in politiek, economie, sociale structuur.
De ontwikkeling in de mondiale techniek en informatica behelst zo’n crisis. Tabarki denkt bij ‘crisis’ slechts aan de bancaire crisis en dat is in een krant als het Financiële Dagblad een blunder. Hij eindigt ermee te zeggen dat we ‘ons ernstig achter de oren moeten krabben’. Bij dezen.
Ter zijde: Apen herkennen elkaar aan hun blote kont, mensen herkennen elkaar aan het gezicht. Gezicht en blote kont vertonen gelijkenis. Bij de mens is sprake van een Verschiebung nach oben. Toch moest deze columnist even met de billen bloot. Misschien dat lezers zich erin kunnen herkennen.
Sierksma 2.12.16