Tag Archives: Serve Somebody

ISLAM, SCHAKEN EN DAMMEN

29 jul

Een bekend fenomeen van begrijpelijke hypocrisie: een groot aantal moslims heeft altijd met graagte schaak gespeeld, ook al beschouwden hun imams – de bewakers van het Ware Geloof – het als een religieus genomen dubieus spel. Tenslotte verbiedt de islam elke representatie; juist een van de voornaamste charmes van het schaakspel is, dat de stukken op het bord leuke strijdpaarden voorstellen, indrukwekkende torens en waarachtige Koningen en Koninginnen – ja, zelfs echte consiglieri.

.

.

Ook heeft elk van die stukken een eigen voorgeschreven, soms zelfs ingenieuze zetbeweging. Vergeleken hiermee, zijn de twintig geheel platte schijven die een damspeler gebruikt vervelend en bot – ze zijn allemaal hetzelfde en elke schijf kan maar één zelfde zet doen. De enige opwinding bestaat uit het verdubbelen van een schijf tot een dam, die dan opeens lange halen mag maken. Als kijkspel blijft het stomvervelend.

.

.

Deze abstracte kwaliteit van het damspel moet de puristische imams nu juist hebben bevallen terwijl, curieus genoeg, de gelovige moslims het schaken bleven prefereren; het was ook niet dammen, maar dit schaakspel dat ze met hun oorlogen in raptempo naar Noord-Afrika en zuidwest Europa exporteerden. Vandaar veroverde het spel, ditmaal zonder enige hulp van legers, de rest van de wereld – eenvoudig vanwege haar verleidelijke, onuitsprekelijke schoonheid en perfectie.

Vergeleken met die vervelende vlakke damschijven – uiteraard, met uitzondering van de acht, eveneens saai uitziende pionnen van de schaakspeler, die allemaal dezelfde zetten mogen doen en die ook op elkaar lijken, maar die wel degelijk enkele getrukeerde extra zetten tot hun beschikking hebben, zoals de en passant – is voor een Krijger van de Geest elk van die andere schaakstukken een opwindende onderdaan om mee te spelen; hun verschijning is die van deelnemers aan een echte veldslag. Wel moet deze Geestelijke Krijgsheer voldoende moed hebben om een vorst en een vorstin te bevelen… In het schaakspel zijn Koningin en Koning onderdanen, dit in tegenstelling tot de prachtige woordspeling, gemaakt in de film Ridicule, in antwoord op de uitdaging om, nota bene aanwezigheid van de vorst zelve een woordspeling over hem te maken. De uitgedaagde antwoordt puntscherp: Le Roi n’est pas un sujet. Ter zijde moet worden opgemerkt dat van beide spellen – ondanks een wijdverbreid vooroordeel – het dammen dankzij de abstracter kwaliteit de moeilijkste denksport is.

Ooit schreef ik een klein essay, getiteld Gotta Serve…, daartoe geïnspireerd door Dylan’s song Gotta serve somebody. Wat had ik een pesthekel aan die zanger, toen ik hem al krijsend voor het eerst dat lied hoorde zingen! Mijn muzikale held – in de goot beland, tenslotte gevallen voor en in het Geloof! Dit is wat ik toen niettemin schreef:

“Na een lange tijd – zeker een aanwijzing voor mijn domheid – ben ik nu pas in staat om de filosofische, zo niet existentiële waarheid van Dylan’s Gotta serve somebody te waarderen – of het nu gaat om het dienen van de duivel, van god of van willekeurig wat. Hoewel ik al veel eerder tot het filosofische inzicht was gekomen dat solipsisme geen optie is – de dubieuze notie dat we intrinsiek op onszelf zijn toegewezen, eenzaam en  alleen; hoewel ik al veel vroeger Hegel’s Phenomenologie des Geistes bestudeerde, met zijn fraaie dialectische analyse van de wederzijds afhankelijkheid van Heer en Knecht; en hoewel ik dat beetje logica bestudeerde waarin de oneindige regressie van meta-niveaus wordt verklaard, waarbij elke set van tegenstellige beweringen steeds opnieuw een hoger meta-niveau vooronderstelt, het criterium voor hun gemeenschappelijkheid  – hoe kon ik dan zo lang de simpele waarheid van Dylan’s song hebben gemist?-

“Toen ik na afloop van een bijzondere happening de hand van de mij persoonlijk volstrekt onbekende, wereldberoemde damkampioen Ton Sijbrands simpelweg moest schudden – toen, ter plekke, had ik het licht moeten zien: You gotta serve somebody… Of je moet iets dienen – niet onnadenkend als een slaaf, maar vol bewondering voor iemand of iets in wie we het radicaal andere ontwaren, in wie we een hogere orde herkennen. Zo heeft een dichter zijn lyrische helden die hij niet imiteert, maar wiens voorbeeld hij probeert na te volgen. Jaren heeft het me gekost, om dit te begrijpen…-

“Zo eenvoudig zit het: Ook al ben ik een slechte schaakspeler, zonder dat spel zou ik niet kunnen leven. Schaken is mijn Opperwezen in wiens aanwezigheid ik met ontzag een buiging maak. Zoals ieder ander heb ik het nodig om iemand of iets te bewonderen, iets dat ik als maatstaf kan laten gelden voor zaken die ik voor elkaar wil krijgen of voor iets dat ik me waardig kan tonen. Het schaakspel – van een sublieme schoonheid, van een totale perfectie!-

“Het blijft echter een sober en droevig feit dat zwakkere, soms zelfs Nobelprijs winnende geesten deze vitale existentiële behoefte aan iets dat hen transcendeert maar al te gemakkelijk een religieuze draai geven, en vervolgens gaan geloven in Bovennatuurlijke Entiteiten die ze gaan vereren, wat hen zich dan doet haasten om toch maar snel de hemelpoort te bereiken, uit angst dat deze voortijdig wordt gesloten… De religieuze renegaat kenmerkt zich vaak door een bedenkelijk en beschamend soort overdreven nederigheid.-

“Het ontzag dat ik heb voor problemisten, die er keer op keer in slagen om een schaakpuzzel te componeren die ik, meestal na zwaar tobben, weet op te lossen, soms ook niet! Steeds opnieuw composities, die ik nooit van z’n leven zelf had kunnen verzinnen. Er zijn momenten waarop ik, in het diepe, eenzame duister van de Nacht der Slapelozen, zo’n probleem heb weten op te lossen, om dan te applaudisseren voor de afwezige Meester die er niet alleen in is geslaagd om iets van groot vernuft te creëren, maar tevens van een onzegbare schoonheid. Ik prijs hem luide.”

Dankzij het feit dat de Islam een krijgerreligie was en is, veroverde het schaakspel in een ongelofelijk hoog tempo Noord-Afrika en Europa. Benieuwd ben ik echter, wat er van onze wereld geworden zou zijn, indien na die voorspoedige, flits vlugge verovering van de wereld, moslims zouden hebben besloten om hun oorlogstalent te beperken tot het schaakbord, daarmee het schaken verheffend tot Die Ene die men dient, in plaats van te buigen voor hun oorlogszuchtige god en profeet. In mijn exemplaar van The World of Chess, lees ik dat ‘gedurende bijna vier honderd jaar het schaken door de Islam werd overheerst’. Zouden de moslims er daarentegen voor hebben gekozen om door dat schaakspel te worden gedomineerd, dan hadden ze wellicht hermeneutiek leren praktiseren om daarmee de premissen van hun geloof te bevragen en ter discussie te kunnen stellen. Ze zouden dan op het schaakbord hun tegenstanders een pak slaag kunnen geven, in plaats van ongelovigen te blijven onthoofden.

.

Sierksma, 3.7/2022 La Roche