Niets komischer, dan het moment waarop iets ‘vriendschap’ wordt genoemd, terwijl het dit nooit was en het dit nimmer zou kon zijn.
Vrienden – dat zijn steeds twee of meer mensen. En dan nog moet je voorzichtig zijn om niet in de semantishe val van de angelsaksen te trappen. Die noemen zo wat elke willekeurige kennis een ‘vriend’. Hun eigen woord ‘acquaintance’ gebruiken ze maar mondjesmaat.
In Europa is het onderscheid tussen een kennis en een vriend veel scherper. Het heeft er mee te maken, dat de verhuisquote in Amerika zoveel hoger ligt dan hier. Na tien jaar is de lijst van ‘vrienden’ achter in de agenda volledig veranderd…
Landen kunnen geen vrienden zijn. Hooguit in de bijvoeglijke of bijwoordelijke zin van het woord: ‘vriendschappelijke betrekkingen’ en zo. Merkel zei nu, naar aanleiding van haar door de Amerikanen afgeluisterde GSMetje – “Ik geloof dat de VS wel wat vrienden in deze wereld kunnen gebruiken.” Tja.
Misschien zijn Obama en Merkel wel vriendjes. Moet kunnen. Dan geldt helemaal het ‘sub rosa’ – wat de gelieven, verstrengeld onder de rozenstruik – elkaar vertellen, komt daar niet onder vandaan. Dit is de filosofie van het boudoir, weer iets anders dan de filosofie in het boudoir van De Sade. Al heeft dat hele afluisteren ook iets sadistisch, geen twijfel.
Echt komisch is de verwoording van een spagaat waaruit men weer rechtop probeert te komen. “De EU-leiders willen met de VS afspreken op welke manier en in welke mate Europese en Amerikaanse veiligheidsdiensten op elkaars grondgebied mogen spioneren. Een verbod op spionage is niet aan de orde…” [VK 26.10/13] De definitie van een dilemma: de stier die op je afstormt, je gaat naar links en de linker hoorn spietst je, je gaat naar rechts en de rechter doet ‘t…
Als ‘vrienden’ spreken staten af hoe ze elkaar mogen bespioneren – en in welke mate. Zeker nog nooit een spionageroman gelezen.
26.10/13