Tag Archives: Maurice de Hond

BAUDET/DE HOND – REFERENDUM BABBELAARS

29 mrt

Het zijn toch vooral de intellectuele non-valeurs zoals Baudet, en nu weer De Hond, die hun zeldzaam duister licht over de kwestie van het referendum laten schijnen. Net als enkele andere ‘kenners’, die voor ‘Remkes staatscommissie’ verschijnen, hebben ze er dan ook geen enkele moeite mee om zich als ‘expert’ te presenteren. [Zie VK 29.3.18] Te onnozel blijkbaar, om te beseffen dat hun eigen pleidooi betekent dat die commissie beter willekeurig geselecteerde ‘gewone mensen uit het volk’ had kunnen laten opdraven…

Vooral pijnlijk voor deze filosofische grabbelaars, is het volstrekt ontbreken van enig historisch besef. Wie geschiedenis studeert, leert als eerste zonde in dat vak het anachronisme: het naar willekeur verplaatsen van gebeurtenissen, begrippen en oordelen van de ene naar de andere historische periode; en dan denken, dat in beide perioden sprake is van dezelfde betekenis van die gebeurtenissen, begrippen en oordelen.

Baudet, om eens iemand te noemen, koketteert maar wat graag met Edmund Burke; ook beweerde hij dat hij het liefst een nieuwe Chateaubriand zou willen zijn. Hetzelfde doen de dilettanten van de Burke Stichting.

Geen flauwe notie van het feit, dat de 18e-eeuwse conservatief Burke, die over de Franse Revolutie schreef, niets meer te maken heeft met de postmoderne, laat -kapitalistische omstandigheden van nu. Ook geen idee, dat je wel gecharmeerd kunt zijn van de Romantiek – bijvoorbeeld van Chateaubriand – maar dat je op dit moment geen Romanticus meer kunt zijn, of je denkt het te zijn en bent in feite gewoon een imbeciel. Baudet dus. [En dit ter zijde: Burke en Chateaubriand – twee prachtschrijvers.]

De Hond bepleit – als ‘expert’ – het referendum, omdat anders “een common- sense-beweging” met wellicht Linda de Mol [sic!] als aanvoerster het heft in Den Haag in handen zou kunnen krijgen.

 

 

Ook voert hij het bekende kul-argument voor het referendum op: Zonder referendum, bij de huidige periodieke en afstandelijke verkiezing van politici, kan de burger na een onwelgevallige formatie zeggen: “Ik bedoelde iets heel anders.”

Probleem is natuurlijk, dat dit bij een referendum dubbel opgaat. Wie kan na een ja-stem voor het Brexit-referendum nu beweren, dat dit het is waarvoor hij stemde? Ik citeer de filosofische grabbelaar Baudet nog maar eens, toen hij een VVD-politicus dit voor de voeten wierp: “U beweert dus, dat het gewone volk geen antwoord kan geven op een eenvoudige vraag!” Alsof zoiets als een ‘eenvoudige referendumvraag’ bestaat…

De Hond heeft een nieuw anachronisme bedacht. Hij heeft goede hoop dat de tegenstanders van het referendum wel van mening gaan veranderen. “In 1848 stemde koning Willem II in met de voorstellen van Thorbecke, omdat hij zag dat in Berlijn en Parijs revoluties waren uitgebroken.” Acht, de schat… Alsof de 19e-eeuwse revoluties ook maar iets te maken hebben met de vluchtige bewegingen van deze 22e eeuw. Alsof er geen eeuwigheid schuilt tussen een revolutie en een revolteals het nu al om een volkse revolte zou gaan.

Wie immers op De Honds Linda de Mol gaat stemmen – u weet wel: van de common-sense-beweging – dat is iemand die het vandaag even niet zitten, en morgen weer ergens anders niet.

Sierksma 29.3.18

LEESVAARDIGHEID EN RANCUNE

25 mrt

De Stichting Lezen en Schrijven constateert dat de ‘laaggeletterdheid’ onder jongeren tussen 12 en 18 jaar intussen op 18% ligt. Dat is een eng onderzoeksresultaat, ook als sommige instanties hierop afdingen door bijvoorbeeld te verwijzen naar onderzoek van PISA waarbij blijkt dat ‘de toename van 4% laaggeletterden onder 15-jarigen statistisch niet significant is’.

 

Met dit sussen wordt bedoeld dat het misschien net zo bedonderd gesteld is met dat lezen als 6 jaar geleden. Want het is er bedonderd mee gesteld.

 

Aleid Truijens [VK 25.3.17] merkt terecht op dat het niet adequaat kunnen volgen van e-mails van werkgevers en overheid, het slechts snuiven aan info op sociale media en het mijden van gewone kranten ‘het leven grotendeels buiten iemands blikveld doet belanden’. Ze brengt dit in verband met een gevoel ‘tweederangs te zijn’ en met toenemende ‘argwaan, goedgelovigheid, wrok en agressie’.

 

Kortom talige (zelf)uitsluiting versterkt sociale uitsluiting die op haar beurt rancuneuze politiek in de hand werkt.

 

In dezelfde krant wordt onderzoek gemeld waaruit blijkt dat de nieuwe regeringspartijen vooral door ‘hoger opgeleiden’ wordt gesteund, de toekomstige oppositie vooral door ’lager opgeleiden’.

 

Nu maakte ik bij dit soort resultaten al vaker de kanttekening dat ‘hoger opgeleid’ tegenwoordig vaak betekent langer opgeleid. De term hoger suggereert echter dat die hoger opgeleiden ook verstandiger zijn geworden. Dat is de vraag. HBO-opgeleiden zijn vooral volleerd in een beroep – een bubbel van toegespitste kennis en vaardigheden. Een breed blikveld wordt er niet verschaft.

 

Hoger opgeleid betekent vooral beter geschoold denken zonder dat er wordt geleerd om na te denken. Nadenken is het overwegen van alternatieven buiten het eigen vooroordeel om en niet te vergeten: op langere termijn vooruit zien.

 

Inderdaad zijn leesvaardigheid en vervolgens kritisch en creatief kunnen lezen cruciaal voor het leren nadenken. Vooral de Nederlandse scholen schieten hier tekort. Het aanleren van rekenvaardigheden heet hier onmiddellijk ‘stampen’; het verplicht voorlezen en lezen gedurende anderhalf uur per dag (voorstel Truijens) noemt men al snel saai en ‘een manier van leren die niet bij de individuele leerling aansluit’.

 

Maurice de Hond is nu verwijderd van zijn eigen Steve Job of iPad-Scholen. Het zou gaan om gebrek aan organisatievermogen en om te hoge kosten voor ‘ziek personeel en iPads’. ‘De onderwijskwaliteit staat vooralsnog niet ter discussie’ schrijft de krant.

 

Die staat bij mij wel ter discussie!

 

De onnozele nadruk op elk kind dat héeeel bijzonder is en dus zijn eigen spoor dient te trekken op het moment dat het uit de wieg komt, is een van de ernstigste uitwassen van de sixties. Vooral Nederland gaat hierin heel ver. Vandaar De Honds iPad-scholen. Maar het aantal ‘onderwijsexperimenten’ hier is legio. Minister DeVos van onderwijs in de VS is er ook een groot voorstander van: elke mening zijn eigen soort onderwijs, elk kindje een geheel bij hem of haar passende scholing.

 

Ouderwets zal ik wel zijn. Maar iemand dient na zes jaar op school te hebben gezeten goed te kunnen lezen en goed te kunnen [hoofd]rekenen. Het kleine aantal dat dit niet kan omdat hun bij de geboorte niet voldoende hersens zijn meegegeven, dient inderdaad ‘eigen’ onderwijs te krijgen. Maar daarover gaat dit stuk niet en daarop slaan de cijfers van bovengenoemde onderzoeken niet.

 

Sierksma 25.3.17

HONDS ONDERWIJS

26 jan

In het kader van de voorstellen om het stichten van nieuwe scholen ‘opener’ en vrijer te maken is Maurice de Honds vraag pikant: “Wat is de relevantie van parate kennis als je alles binnen vijf seconden op je smartphone ter beschikking hebt?” [VK 23.1.16]

 

Met groot recht schrijft Liesbeth van der Togt het volgende: “Jonge breinen kennis onthouden ‘omdat alles is op te opzoeken’, is een generatie kweken die niet in staat is informatie te overzien, verbanden te leggen, analyses te maken, kortom een generatie kweken die niet kan nadenken.” [VK 26.1.16]

 

Exact! Het onderscheid dat ik hier steeds opnieuw maak, dat tussen denken en nadenken. Je zou het zo kunnen samenvatten. Denken doen de hersenen vanzelf, het is een tactische manoeuvre met betrekking tot gegevens; nadenken doet de persoon met die hersens, het is een strategische bezigheid. Uit louter tactiek komt altijd wel iets, maar of het zinnig is blijft onduidelijk. Wie niet strategisch nadenkt kan willekeurig wat ‘denken’.

 

De crux van De Honds domme opmerking is het woordje ‘alles’. Inderdaad kan een computer alles uitbraken, wat je als zoekwoord ook maar intikt. Maar welk zoekwoord moet het zijn om iets zinnigs uit de machine te krijgen? En dan nog: Hoe weet je dat site 7 van de 121 opgehoeste sites de voor het gegeven probleem ‘relevante’ site is?

 

Alleen kennis – noem het ‘parate kennis’ – en het kunnen overwegen van die kennis in relatie tot een probleem dat zich voordoet, kunnen je doen selecteren.

 

Een mooi voorbeeld van de waanzin die De Honds iPad-scholing gaat opleveren: Aan de TU Delft gaf ik lange tijd seminars ‘architectuuresthetica’. Een Engels boek werd gebruikt. Veel studenten die het Engels niet meester waren, leverden papers in die vooral vertaalwerk bevatten en die dus geen papers waren.

 

Maar zelfs dit vertaalwerk was een ramp. Je zag dat iemand per woord in de Engelse tekst het woordenboek had opengeslagen, daar gewoon de eerste van een reeks mogelijke betekenissen had overgeschreven; om het met het volgende onbekende woord opnieuw precies zo te doen. Wat zo ontstond, was abracadabra. Grappig genoeg levert Google Translate soortgelijke ‘vertalingen’ op…

 

Context is hier het trefwoord. Alleen wie doorheeft waar het in een tekst om gaat kan zinvol kiezen tussen de verschillende betekenissen die het woordenboek ophoest. Met de gevonden sites op de ‘smart’ phone is het idem dito.

 

Bezoek ook mijn andere blog, Sierksma’s Sequences: sierksmatwee.wordpress.com

HONDS SLECHTE ENQUETE

30 mrt

In twee uitgebreide artikelen behandelt de NRC vandaag het duo De Hond en Nagel – u weet wel, de oude mannen die met hun 50+ partij voor zichzelf in het geweer zijn gekomen. Dat van die 50+ had trouwens best 60+ mogen zijn, zoals met gradaties kazen in dit land. Kaaskoppen, zeg maar.

Beide heren zijn verongelijkt. Onbetaald toonde De Hond voor zijn politieke compagnon Nagel aan dat hun partij aan een grote electorale opmars is begonnen. Maar enkele hoogleraren fileren het ‘onderzoek’ dat tot die conclusie heeft geleid. Knoeiwerk – ik vat het even samen.

Daarop reageert De Hond als volgt: “Het is zo kinderachtig en oncollegiaal wanneer je [mijn steekproef-] onderzoek beoordeelt en behandelt alsof het er een is van een heel andere categorie.” Te weten: als wetenschappelijk onderzoek.

Nu doen de hoogleraren dit helemaal niet. Maar stel, ze deden het wel, dan kan er inderdaad sprake zijn van een category mistake. Al moet ik erbij zeggen dat ik me herinner te hebben gelezen dat De Hond zijn enquêtebureau eens als ‘wetenschappelijk’ afficheerde.

Maar beweren dat zijn enquêtes niet wetenschappelijk zijn, ontslaat De Hond niet van het doen van valide enquêteonderzoek. Precies dat, zeggen de hoogleraren, is niet het geval.

Vriend Nagel gooit het over eenzelfde boeg. Al heel wat jaartjes wordt hem radicaal opportunisme verweten, het aantal partijtjes van dubieus allooi dat hij ‘mede’ oprichtte en versleet is intussen niet meer te tellen. Wat zegt Nagel op dit verwijt?

“Eén ding kan mij nooit verweten worden en dat is opportunisme. Ik heb altijd keihard en met geloof aan mijn partijen gewerkt.”

Tja – alsof die twee elkaar uitsluiten, alsof hard werken en geloven niet samen kunnen gaan met opportunisme? In het geval van Nagel sluit gelovige arbeid als een nauwe handschoen naadloos om zijn opportunisme.

30.3/2013

MAURICE DE HONDS’ KLOTEN

21 jul

Opiniepeiler Maurice de Hond ging in de slag met ‘filosoof Hans Schnitzler’ (VK 21.7). Jammer dat ik het stukje van de filosoof niet las. Laat ik ervan uitgaan – riskant bij De Hond – dat wat er door hem over wordt gezegd er ook in stond.

Schnitzler heeft niet door waar het in de statistiek om gaat – om het bepalen van kansen dat iets wel of niet gebeurt. Dus beweerde hij dat statistiek alleen maar kijkt naar wat gemiddeld is, naar het klootjesvolk en hun mening.

De Hond haalt nu echter zijn eigen stereotype van stal. Schnitzlers mening is typisch zo’n misverstand van politici, old boys en gestudeerden. Erger nog: “Wantrouw de filosofen, negeer Schnitzler.”

De Hond gaat er prat op dat hij de “veenbrand van sociale onrust binnen bepaalde lagen al twintig jaar geleden signaleerdde. Die is niet ontstaan, zoals mensen als Schnitzler vaak zeggen, omdat Fortuyn onrust creëerde.”

Wie zei dit dan zo ‘vaak’? Ik neem aan dat De Hond doelt op de door hem al genoemde “politici, old boys, filosofen en mensen die een goede studie hebben gehad.” Ik ken echter zelf geen voorbeeld. Al mijn kennissen die zich hier mee bezig houden weten dat de Fortuyns van deze wereld van het onderaards gerommel slechts de seismograaf zijn.

Gelukkig studeerde ik behalve filosofie ooit ook statistiek en ik was er goed in. Inderdaad is – als het voorgaande klopt – deze Schnitzler een onbenul. Statistiek doet wat De Hond ervan zegt, en trouwens nog wel wat meer. Statistiek verwerkt gegevens die niet alleen betrekking hebben op het ‘klootjesvolk’, maar ook op intellectuelen, op boeren en buitenstaanders, op werkenden en niet-werkenden en op wie niet al. Anders was het geen statistiek. Het gaat daarbij om a-selecte steekproeven.

Waar het Schnitzler vast om te doen was, is het verschil tussen een statisticus en een opiniepeiler. Alleen maar opinies peilen heeft niet veel om het lijf. Wanneer de opiniepeiler ook nog eens statisticus is, kan hij op de juiste manier de verzamelde opinies wegen.

Een ander verhaal is het wanneer een politicus, bijvoorbeeld Wilders, door een bepaalde opiniepeiler enkele vragen laat stellen over bijvoorbeeld voorkeuren van mensen voor een snelheid van 140 km/u op de Vaderlandse wegen. Komt geen statistiek aan te pas. De opiniepeiler int zijn gage, Wilders haalt daaruit wat zijn doelgroep, wellicht ‘het klootjesvolk’, van die 140 km/u vindt. De volgende dag of zelfs die avond al scoort hij met een twittervoorstel.

Dat is geen misbruik van de opiniepeiler. Het is gewoon clever, wat je ook van de betreffende peiler of politicus mag vinden. Wat wel meer is dan een mening: De ‘filosoof Schnitzler’ mag wel eens een bimestertje statistiek gaan studeren. Of hij moet zich weg laten wegzakken in het klootjesvolk dat gepeild wordt. Zulke stukjes schrijven kan hij beter laten.

Daarbij ook dit. Waarom onderteken je een stukje over statistiek en opiniepeilen met vermelding van het vakgebied van de schrijver? Maakt de opinie er niet belangrijker door, toch?

21.7/12