Tag Archives: Atheisme

KRAAIEN, PAN, EN THEISME

26 jan

Nog vanmorgen voerde ik de volgende kleine whatsapp-conversatie met mijn levensgezellin, een eeuwig jonge grootmoeder die op dit moment voor drie weken haar schattige tweeling-kleinzoons in London bezoekt:

Ik: “Alhier, in Montmorillon, Aalscholvers voor het ontbijt…”

Zij: “Jij bofkont, You lucky skunk – hier, in London, twee Roodborstjes en een Merel.”

Ik: “Maak nooit een category mistake: alle prachtvogels zijn schepselen Gods. We are both lucky skunks…”

Zij: “Zo zit het, You pantheïst you.”

Me: “Ah, de eeuwige kwaal der filosofen – zo niet, die der dichters!”

Direct daarop, na mijn morgenkoffie [waarzonder geen dag een dag kan worden], ging ik wandelen naar het park hier in Montmorillon [dat geen park is, ook al draagt het die naam]. Nog geen half uur tevoren de prachtige aalscholvers die over het water scheerden, dan op de rivier direct beneden mijn Belvedère te landden, om even daarop onder het oppervlak te duiken waar de vissen op hun vangst wachtten; daarna de plaatsvervangende vreugde, toen ik las over die roodborstjes en de merel in ver Londen – nu opeens, stond me een schok te wachten.

Een kleine wolk kraaien daalde uit de hemel neer – duistere, omineuze vogels die de enorme populieren bezetten zoals ooit de Duitse legers Frankrijk. Hun rauw geschreeuw was intimiderend; het verwijderde niet slechts elk pantheïstisch gevoel uit de ziel; het vormde tevens een gruwelijke aanslag op mijn muzikaal gehoor. Net als eksters haat ik deze huftertjes. In La Roche, intussen mijn kleine Buiten, jagen ze tegen het eind van de lente alle zangvogels weg – elk jaar weer… Hoe kan iemand het in zijn hoofd halen om deze onsmakelijke, luidruchtige beesten als onderdeel te beschouwen van dezelfde werkelijkheid waartoe de roodborstjes en de aalscholvers behoren?

Tot op het moment waarop die kraaien me overvielen zou ik mezelf, re: ‘God en de Natuur’, als Spinozist hebben beschouwd. Deze filosoof, een door de inquisitie uit Portugal naar de Lage Landen verbannen jood, was in zeker zin een pantheïst. De crux van zijn gedachtegang was echter – als ik hem tenminste juist las – grondig materialistisch, zoals ikzelf een materialist ben. Spinoza beschouwde al het Zijnde als van dezelfde orde en hij vond het onbelangrijk of je Al wat Is nu ‘God’ dan wel ‘Natuur’ noemde – een kwestie van naamgeving, meer niet. Het zijn uitwisselbare labels voor een en dezelfde allesomvattende realiteit. Begrijpelijk dus, dat de man een godslasteraar werd genoemd.

Die kraaien, behalve dat ze me intens irriteerden, waren echter ook een aanleiding om mijn Rede weer eens te gebruiken – om nog eens na te denken. De conclusie daarvan is deze: Ik geef de voorkeur aan het eenvoudige Pan; dat Theïsme kan me gestolen worden; in de filosofische afvalbak ermee! Wanneer zulk Theïsme ook maar een beetje extremiseert, eindigt het al snel in godsliederlijke zaken als de verbanning van Darwin en Evolutie uit het schoolcurriculum, zoals in de VS gebeurt. * Dus ben ik een eenvoudig atheïst; desgevraagd, noem ik me ook zo. Ook ben ik een Dichter, die niet bang is om woorden als ‘ziel’ en ‘onzegbaar’ op gepaste wijze te gebruiken.

.

1982.45 006

Pan, zeg maar klaar voor het werk.

.

Het kan toch geen toeval zijn – het moet welhaast een geschenk zijn van Vrouwe Fortuna – dat Pan tevens de naam is van dat stoute godje, de God van al wat Wild is, tevens een gewillig dienaar van alle Nimfen.

.

Sierksma, Montmorillon 8.1/2022

.

P.S. Perhaps my reader is interested in knowing the title of a magnificent book on the origin of our species, the evolution of mankind from the original genetic soup, from the dark unknown of millions and millions of years ago: Richard Wrangham, “The Goodness Paradox”, Profile Books, 2019.

DIMENSIES VAN REALITEIT

29 okt

U leest het goed: Er staat iets dat er niet kan staan. ‘Dimensies van realiteit’ is een onzinuitdrukking.

 

Deze woorden komen dan ook uit de koker van ene ‘hulpbisschop’, en wel hulpbisschop Rob Mutsaerts. Niets hiërarchischer dan de Roomse Kerk; er zullen dus ook nog wel adjudant-hulpbisschoppen zijn, en zelfs jochies met een eigen titeltje die onderin behulpzaam mogen zijn.

 

 

Nu weet ik ook wel dat men tijdens de priesteropleiding liefhebbert in filosofie. Mij betrap je niet op de domme associatie: ‘Rooms, dus dom’. Het probleem met slimheid is echter dat het op nogal verschillende wijze kan worden ingezet, zeg maar in meer dimensies.

 

Mutsaerts vond de tijd gekomen om geschut in stelling te brengen tegen de ‘materialist en atheïst’, de evolutie-bioloog Dawkins. [VK 27.10.17]

Wat de Mutsaerts van deze wereld maar niet willen begrijpen is dat atheïsme de consequentie is van waarschijnlijkheidsberekening. Dat er een hoger wezen is, dat de mens schiep en de ontwikkeling van aarde, leven en heelal bestuurt: op grond van nogal wat solide kennis hoogst onwaarschijnlijk. Dat er leven na de dood is van een ‘iets’ in ons, een ziel of een geest die los staat van het lichaam: zeer onwaarschijnlijk.

 

Nu mag je daar in blijven geloven. Zeg er dan echter wel bij dat het een geloof is, tegen beter weten in. De hulpbisschop wurmt zich onder dit simpele gebod uit:

 

“Materialisten als Dawkins willen er niet bij stilstaan dat er buiten het empirische nog andere dimensies van realiteit kenbaar zijn op een niet-wetenschappelijke, maar toch rationele manier.”

 

Wie het begrijpt, steekt zijn vinger op! Geen enkele poging ‘rationaliteit’ en ‘dimensie’ te definiëren. U vindt er gewoon het uwe van, toch.

 

Ik citeer verder:

 

“Geloof is geen wetenschap, maar veeleer verwant aan filosofie, poëzie en literatuur.”

 

Let op het glibberige gebruik van verwant aan. Daarmee appelleert de hulpbisschop niet alleen aan mensen die denken dat filosofie een licht zweverige aangelegenheid is, maar die op de vrije zaterdag best wel eens een versje willen lezen of zelfs schrijven. Dan ben ik dus! denkt zijn bevattelijke lezer

 

“Heeft geloof een esthetische dimensie? Zeker. Maar het is ook drager van waarheid.”

 

Zo, die zit! Met die bezwering kun je het doen. Nog steeds in het duister inzake een heldere omschrijving van ‘waarheid’, wordt alles wat iedereen vindt, voelt of in zijn binnenste bij elkaar frunnikt in de gauwigheid tot een van de vele dimensies van zowel waarheid als realiteit verheven.

 

Kortom: Ik ben de waarheid, en jij bent jouw eigen waarheid. Laten we elkaar geen mietje noemen, maar elkaar respecteren.

 

Als één woord me langzamerhand kotsmisselijk maakt, is het wel het woord respect. De reclames rondom voetbalwedstrijden zijn daaraan zeker medeschuldig.

 

Sierksma 29.10.10 09.04 uur (nieuwe wintertijd, nieuwe dimensie van tijd)

WETENSCHAP, GELOOF, ATHEISME

21 nov

Gert Peelen overleed, zo’n beetje van mijn leeftijd. Ik las nooit iets van hem, een citaat in zijn overlijdensbericht trok echter mijn aandacht [VK 21.11.15]

 

“Als wetenschapper ben ik een agnost, maar daarbuiten een gelovige.”

 

Dit deed me denken aan de bioloog Van Iersel die in Leiden destijds onderzoek deed en les gaf in evolutietheorie, maar zondags goedgelovig in de RK kerk zat. Een dergelijke ‘schizofrenie’ was altijd een raadsel voor me.

 

Voor zover ik het zelfde vak studeerde – godsdienstsociologie, mijn tweede bijvak destijds voor het doctoraal sociale wetenschappen in Leiden – hield ik er een geheel andere code op na: Tijdens het bestuderen van religieus materiaal was ik een agnost, ‘daarbuiten’ een atheïst.

 

Omdat sociale filosofie mijn hoofdvak was, gedoceerd door mijn leermeester Beerling, zou ik vroeger hebben geschreven: Logisch gesproken kun je slechts agnost zijn, het gaat immers om per se onbewijsbare aangelegenheden; existentieel en principieel ben ik echter een atheïst. Intussen beschouw ik de onderzoeksresultaten in diverse wetenschappen van zo’n overweldigende bewijskracht voor de onwaarschijnlijkheid van het bestaan van een ‘hogere orde’, dat ik me ook logisch een atheïst noem.

 

Ik ben een atheïst tout court.

 

Peelen voegt aan zijn geciteerde uitspraak dit toe:

 

“Dit (tegelijk agnost zijn en gelovig) is een absolute voorwaarde goed thuis te zijn in religieuze onderwerpen. Maar het is niet goed als godsdienst wordt bestudeerd door uitgesproken christenen of atheïsten.”

 

Ook daar ben ik het dus hartgrondig mee oneens. Dat mag blijken uit het onderwerp van mijn doctoraalscriptie destijds: Een vergelijkend onderzoek naar gevangenissen en kloosters op het punt van het tijdsperspectief van de ingezetenen en de machtsstructuur van de organisatie. Zou Peelen vast niet als onderzoeksobject hebben geformuleerd.

 

Door de faculteit werd me, zeer tegen mijn zin, P. Smits als begeleider aangewezen. Deze was eerst vrijzinnig hervormd predikant, hij werd later hoogleraar in de kerkelijke en godsdienstsociologie in Leiden. Hij bemoeide zich verder gelukkig niet met mijn onderzoek.

 

Atheïsme is een goede voorwaarde voor het bestuderen van gelovigen en van godsdiensten. Het maakt van het onderwerp een object, voor zover een onderwerp van studie überhaupt een object kan zijn. Ik ging pas tijdens mijn studie Bijbel en Koran lezen, als boeken onder andere boeken. Me dunkt, de juiste soort lezing ervan.

 

 

Bezoek ook mijn andere blog: sierksmatwee.wordpress.com

Sierksma 21.11.15

THE PASSION – ONPASSELIJK

6 apr

But wee will have a way more liberall,
Than changing hearts, to joyne them, so we shall
Be one, and one anothers All.

John Donne, Lovers Infinitenesse

___________________

Moge dit welhaast Romantische motto van godbetert een 16e/17e-eeuwse dichter mijn typende vingers leiden.

Je zet de TV aan en ziet duizenden, vooral jeugdige lieden deelnemen aan een soort processie, compleet met een enorm Hitchock-opgelicht kruis. Alles eindigt in een bijeenkomst vol gezang, die de kenner doet denken aan de Matthäus van Bach. The Passion dekt de lading.

De deelnemers weten meestal niet wie Bach is, misschien denken ze wel even aan die lekkere Muzak in de winkelgalerij. Inhoudelijk raakt deze jeugd echter geheel het spoor bijster. De meesten denken vast dat het spektakel een ode is aan Emotie – dat goedje waarvan ze dagelijks volle teugen drinken. The Passion, Man!

Heel toepasselijk voegde het Financiële Dagblad dit weekend een commerciële, dus door de redactie niet inhoudelijk gedekte bijlage bij de weekendkrant – Over Live Communiceren -‘de toenemende impact van live events’. Dit kan geen toeval zijn.

En let op het wauweltaaltje – hoe meer wauwel, des te meer leenwoorden uit het Engels. Klinkt geleerder. Elke zwetser zijn eigen plofessor.

Ene Hans Hoeken – godbetert ‘hoogleraar persuasieve communicatie’, hoe verzinnen ze toch steeds weer zulke ‘vakgebieden’ – schrijft: “Live communicatie onderstreept het belang dat je hecht aan je doel.” Omdat “bekend is dat argumenten doorgaans weinig impact hebben”, moet je wel ‘events’ organiseren waarbij je ‘live’ niet alleen een ‘verhaal’, maar ook een ‘ervaring verzorgt’. Degene die dit ‘verzorgt’ heeft een doel: de ander inpakken. Maar zo noemt ene Hans Hoeken het niet.

Paps en zoon De Otter schrijven over een ‘marketingtool met impact’. Hun bureau Otter Creators organiseert “belevenissen en memorabele momenten – eventmarketing gaat natuurlijk verder dan alleen het moment van een event.” Natuurlijk! Het mag niet “normaal zijn, want dat is te voorspelbaar.” Tuurlijk! Degene die het target is van zo’n event moet “thuiskomen met een verhaal, die heeft iets meegemaakt – dat heeft een enorme impact op mensen.” Tuuurlijk!

In een stukje zonder schrijver – het bedrijf Beewan livecom Agency is de auteur… – komen we dicht bij de kern van het ‘meten [!] van return on impact’, te weten story telling. In dit geval verhaaltjes voor mensen op doortocht – maar on the move zijn we tegenwoordig toch allemaal. “Schermen fungeren als storyteller, waarbij de informatie is geoptimaliseerd met het oog op de korte tijd die mensen op een vliegveld in een winkel doorbrengen.”

We zijn weer terug bij The Passion – het evangelie gereduceerd tot een hapklare story, een verhaaltje gebracht met veel impact, met emoties als inhoud. Als oprecht atheïst staat me dit tegen – want een oprecht atheïst probeert geschiedenis en literatuur niet te reduceren tot verhaaltjes en evolutie niet tot intelligent design. Een beetje serieus, wat!

Serieus en dus problematisch wordt het wanneer dit gewauwel wordt toegepast op bedrijven. Pieter Bas Boertje – ’t staat er echt – is eigenaar van Dechesne&Boertje. Wellicht is er dus nog een tweede Pieter Bas. “Wij [ik neem aan niet de pluralis majestatis van PBB, maar van PBB en PBD] merken dat bedrijven steeds meer zoeken naar het maken van verbinding op een inspirerende en echte manier, tussen mensen onderling, tussen mensen en merken en tussen mensen en de samenleving.”

God zal me bewaren! In tijden waarin de wereld van flexarbeid en flexliefde aan elkaar begint te hangen, moeten ze boys van de return on emotional impact inschakelen om die loshangende atomen een beetje bij elkaar te houden. Let ook op de magistrale formule “verbinding makjen tussen mensen en de samenleving…”

Facebook zorgt voor al die vriendjes, die via een elektrische navelstreng zijn ‘verbonden. Nu de Pieter Bassen onder ons gaan zorgen voor een goede band tussen bedrijf en flexwerkers, vooral ook tussen mens en merk, is het wachten nog op zoiets als emotional counselling voor uit elkaar vallen echtparen.

Deze wereld is die van de event managers, van de managers of emotion. Ik antwoord hen via John Donne – zeker niet vlot te lezen, ook een beetje ouderwets.

Oh doe not die, for I shall hate
All women so, when thou art gone,
That thee I shall not celebrate,
When I remember, thou hast gone.

___________
Bevalt u dit blog, stuur het aan vrienden en kennissen

Bezoek ook mijn andere blog: sierksmatwee.wordpress.com

HOUELLEBECQ – ACTUELE ROMAN

7 jan

God verhoede de actuele roman.

Puccini valt te prijzen om Madame Butterfly – dit komt vooral omdat de muziek tomeloos fraai is. In opera’s is actualiteit trouwens niet te versmaden. Adams Klinghoffer is een ander schitterend voorbeeld.

Actuele romans geschreven door actuele mensen staan me veelal tegen. Houellebecqs Elementaire deeltjes werd destijds aangeraden door toch een literaire liefhebber. Het bleek een matig geschreven sociale ‘kritiek’ of wat daar voor door moet gaan.

Nooit meer Houellebecq. Misschien was dit fijne intuïtie. Vandaag staat in de krant een stukje over diens laatste roman Soumission. Hij beweert dat het geen provocatie is. Dit zei hij destijds ook over die Deeltjes – toch een soort provocatieve porno.

Soumission gaat over de verkiezing van een moslim als Frans president, die vervolgens korte rokjes verbant. Koren op de molen van de moslimhaters, waaronder Marine le Pen – aldus de Franse linkse pers.

Dat denk ik ook, het zegt echter niks over de roman zelf. De vraag is of daar als roman wat over valt te zeggen. Ik las hem niet, gezien het onderwerp zal ik hem niet lezen en gezien de kwaliteit van de taal van Elementaire deeltjes verwacht ik er weinig van.

Houellebecq verdedigt zich door te zeggen: “Marine le Pen heeft mij niet nodig. Ik ken ook geen romans die de loop van de geschiedenis hebben veranderd.” Dit klopt, maar het is niet het probleem – dat is immers de vraag of het boek provoceert of niet. Stangen, op zijn Hollands.

Houellebecq gaat weer tekeer tegen ‘de feministen’. Met de puriteinse versie daarvan heb ik ook problemen – zoals trouwens met de puriteinse versie van alle –ismen. Puriteinen provoceren is zinloos.

Onmiskenbaar een provocatie is de stelling: “De mens verdraagt het niet langer om zonder God te leven. De Koran is veel beter dan ik dacht.” Dat is niet trappen tegen de Koran of tegen het feminisme – het is jennen van de linkse atheïst.

Die atheïst zal antwoorden: Zeker, veel zwakke broeders redden het niet zonder de kruk van hun geloof. Maar ‘de mens’? Kletskoek, met of zonder kort rokje dan wel korte broek is het als atheïst een rijk leven. Je moet blijven nadenken. Wellicht dat Houellebecq dit wil opgeven.

Bevalt u dit blog, stuur het aan vrienden en kennissen
Bezoek ook: sierksmatwee.wordpress.com

DE GOD EETBAAR

10 apr

De mens is wat hij eet. Der Mensch ist was er isst. Deze fameuze stelling van Ludwig Feuerbach mag overdreven zijn, daarin geloven lijkt me een stuk verstandiger dan overtuigd zijn van het bestaan van een of andere godheid. Biefstukverstandiger zeg maar.

Niet zozeer De god denkbaar, denkbaar de god..., zoals W. F. Hermans het nog formuleerde. Veeleer: Eetbaar de god!

Curieus genoeg zijn er gelovigen die hun God opeten, ze geloven althans deze op te kunnen eten. De hostie. Probleem met hen is dat voor deze goedgelovigen hun opgevreten God onverteerbaar is. Ze moeten steeds weer een nieuw hapje. Er een eind aan maken via de stoelgang lukt blijkbaar niet.

Nooit geweten dat er een Atheïstisch Verbond bestaat. Bestaat! Ze zijn op zoek naar ‘bekende atheïsten’ die hun ongeloof willen verkondigen.

Bekend ben ik niet. Toch beken sinds niet al te lang mijn atheïsme. Als een bescheiden atheïst werd ik door mijn ouders opgevoed. We hadden het er gewoon niet over. Mijn vader was cultureel-antropoloog, de grote variatie in passerende godheden All over the World bewees voldoende, dat er iets mis was met de notie van ‘de ware god’. Ook de willekeurigheid van al die aan goden toegeschreven eigenschappen was voldoende groot om er maar van af te zien.

Sinds kort ben ik minder bescheiden. Dit is het gevolg van de steeds groeiende massa mensen die me ‘iets’, dan wel hun god willen aanpraten, ja zelfs aanschreeuwen – terwijl ik daarom niet verlegen zit.

Dan maar uit de kast, dacht ik. Dat is geen vergezochte beeldspraak. Als oud-filosoof is atheïsme een taboe. Agnost zijn is strikt genomen het hoogst haalbare voor wie als filosoof logisch nadenkt. Ik negeer deze logica, en noem mezelf sinds kort atheïst. Puur uit recalcitrantie geloof ik even in Der Mensch ist was er isst.

Omdat ik sinds kort op doktersadvies ook nog eens geheelonthouder moest worden, kan ik hier aan toe voegen: …und was er trinkt.

Bevalt u deze blog, verspreidt hem via uw facebook, twitter of andere social media.

GOD MET ONS

21 mrt

‘Verbod godslastering is bijna afgeschaft’ schrijft de Volkskrant van vandaag. En je ziet het: De Here wordt al met een kleine ‘g’ geschreven. Bijna is het zover.

De opwinding onder christenen en islamieten is groot. Ze beseffen niet – zoals steeds het geval is bij mensen met oogkleppen op – dat hun aanroepen van diezelfde ‘god’ voor een atheïst net zo lasterlijk is, als het besmeuren door de atheïst van diens naam.

Smaad en laster zijn morele en juridische categorieën. Een juridische categorie heeft betrekking op een bestaand rechtspersoon – een individu of een instantie. Daar valt een verheven entiteit als ‘god’ buiten.

Dat laster tegelijk een morele categorie is, betekent dat het van beschaving zou getuigen wanneer een atheïst niet provocerend een door anderen vereerde naam ijdel gebruikt; tegelijk dat de gelovige zijn geloofsartikelen privaat houdt en de atheïst daar in het openbaar niet mee lastig valt.

21.3/2013

ATHEISME

16 jan

Geertjan Zuijdwegt is promovendus aan de faculteit voor Theologie in Leuven. Blijkbaar is hij al klaar met zijn stellingen voordat het proefschrift rond is. In de krant verdedigt hij zijn inzicht dat de atheïst ten minste één ding gelooft, te weten dat god niet bestaat. ‘De atheist neemt de stelling ‘God bestaat niet’ voor waar aan’.

De kronkels en spinsels die Geertjan in nog geen drie kolommetjes te berde brengt, doen het slechtste vermoeden voor wat betreft zijn dissertatie.

‘Zo eenvoudig is het niet. Strikt genomen, is iets geloven een bepaalde stelling voor waar aannemen’. Strikt genomen uit zijn pen gevloeid, heeft iets koddigs. En behalve zwak Nederlands debiteert deze zin niet veel of veel te veel.

Vermoedelijk goochelt Geertjan achter de schermen van zijn stukje met het Engelse to believe en met een bepaalde filosofische traditie die dit ambivalente woord tot uitgangspunt nam.

Het geloof van iemand die in het bestaan van God gelooft heeft natuurlijk niets te maken met iemands veronderstellen dat iets zo en zo zou kunnen zijn. Dit ‘veronderstellen’ is nu juist in het Engelse to believe verwarrend met dat andere soort ‘geloven’ verbonden. Zeer ‘strikt’ zou je kunnen zeggen.

Een serieuze atheïst beweert hooguit dat op grond van onderzoek op nogal wat wetenschappelijke vakgebieden het hoogst onwaarschijnlijk is dat wat gelovigen aan hun God toedichten ook inderdaad is gebeurd of zou kunnen gebeuren.

Ook zal een serieus atheïst zijn ‘positie’ van radicale twijfel beargumenteren met de onwaarschijnlijkheid dat voor alle intussen goed verklaarbare mirakels in de natuur niet ook nog eens de hypothese ‘God’ nodig is. En nog iets: Een atheïst heeft veelal meer met de wonderen der natuur, dan de gelovige die het allemaal vanzelfsprekend vindt… Vooral christelijke boeren springen soms ruig om met hun dieren en velden.

Het is als met de stelling ‘Er bestaan zwarte ijsberen’. Klinkt grappig, maar een bioloog zal geen expeditie opzetten om deze hypothese te gaan toetsen. Zou een waarneming van een zwarte ijsbeer bij toeval plaats vinden, dan wordt het zaak om daarvoor een verklaring te vinden. Maar ernaar zoeken en er dan geen vinden levert nog steeds niets op.

De atheïst ‘maakt’ helemaal geen ‘waarheidsclaim’, zoals Geertjan beweert. De atheïst beschouwt op goede gronden het bestaan van God als zo onwaarschijnlijk, dat hij er verder geen aandacht meer aan besteedt en de bemoeienis van gelovige politici met zijn alledaagse hebben en houen gaarne zag verdwijnen.

En precies daar heeft de promovendus een punt: ‘Het bestaan van God is van een andere orde dan het bestaan van de dingen’. Geloof in het bestaan van God ‘is een kwestie die bepaalt hoe we alle andere (?) dingen die bestaan begrijpen’.

Even het verwarrend woordje ‘andere’ daargelaten, is dit juist. De atheïst heeft geen trek in bemoeials die zeker weten hoe ze de bestaande dingen moeten begrijpen, terwijl hijzelf twijfelend het beste van zijn bestaan probeert te maken.

16.1/2013