Dit stukje had ik eerst een andere titel willen geven: RECHT, RECHTS EN HAAT. Maar het gaat over hetzelfde thema: Moet je bij elke oprisping, zo niet elke scheet van het type Wilders onmiddellijk naar de rechter stappen? We weten sinds Baudet dat juist Rechts zoiets doet, wanneer het een bijvoorbeeld een oprisping van D66 signatuur wil corrigeren. Aandachttrekkerij.
Ik ken geen enkel geval waarbij Links politiek voordeel verkreeg bij zo’n gang naar de rechter. Merkwaardig genoeg, kreeg Baudet dit voordeel wel met zijn demarche tegen Minister Ollongren. Of merkwaardig? Rechts is het te doen om die provocatie, of die nu via een spot op de TV wordt bewerkt (Wilders nu met zijn kreet ISLAM IS DODELIJK), of via een aanklacht op het politiebureau.
Misschien is dit de juiste reactie: Links moet niet provoceren en Links moet zich niet laten provoceren. Een gang naar de rechter over etnische beledigingen is zich laten provoceren. Het betekent het spel spelen volgens de regels van Rechts.
Laat de leiding van Alternatieve für Deutschland ons de weg wijzen. Na weer een uitspatting in ditmaal de Duitse Tweede Kamer, zegt AfD-Fuehrer Brander, dat de stennis alleen dan wordt getrapt wanneer de media paraat zijn: “We doen het voor onze achterban, je moet het ook een beetje als entertainment zien. We hebben de kijkcijfers van politieke livestreams flink opgekrikt de afgelopen maanden.”
Een beetje komisch is dan de opmerking van een Duitse christendemocraat, die zegt dat hij had gehoopt dat het wat zou minderen en “dat de leercurve van de AfD wat steiler was geweest.” Waarmee hij bedoelt: Laat die AfD toch eens ophouden met van die onhaalbare voorstellen te doen en daarover te willen debatteren. Maar dat zogeheten zinloze debat, daar is het de AfD juist om te doen.
Het gaat kortom om een gebrekkige leercurve van Links. Het devies moet zijn: Niet op reageren, Lena! Doodzwijgen. Je bezighouden met het beargumenteren van het eigen programma en die lawaaischoppers gewoon ‘links’ laten liggen.
Sierksma 17.3.18